Hoofdstuk 5 week 3

DOCENT

Joaquim,Sem                                                 Sanne,Elena                                            Sebas, Bence


Seher,Romy                                                           Bo,Romée                                             Zoe,Joany


Sam,Aviva                                                                  Jelte,Marijn                                        Gervin,Matthijs           


Gert,Dylan                                                       Micky,Merel,                                                     Daan,Isa                 


Mara, Emilie                                                                                                                                    Swen, Noortje


                                                                                                                                                                Kjeld       

1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

DOCENT

Joaquim,Sem                                                 Sanne,Elena                                            Sebas, Bence


Seher,Romy                                                           Bo,Romée                                             Zoe,Joany


Sam,Aviva                                                                  Jelte,Marijn                                        Gervin,Matthijs           


Gert,Dylan                                                       Micky,Merel,                                                     Daan,Isa                 


Mara, Emilie                                                                                                                                    Swen, Noortje


                                                                                                                                                                Kjeld       

Slide 1 - Diapositive

5O Grote getallen
Schrijf 13 456 768 met het woord miljoen en rond af op 1 decimaal. 

Uitwerking:
Een miljoen heeft 6 nullen, dus de komma gaat 6 naar links.
Dus sowieso 13 miljoen en dan nog 1 decimaal erachter en goed afronden, dus 13,5 miljoen.




Slide 2 - Diapositive

Schrijf 45 686 768 345 met het woord miljard en rond af op 1 decimaal.
A
45 686,8 miljard
B
45,6 miljard
C
45,7 miljard
D
45 miljard

Slide 3 - Quiz

5P Macht
-3= -3 x 3 x 3 x 3 = -81
(-3)= -3 x -3 x -3 x -3 = 81
(-3)3 = -3 x -3 x -3 = -27

5= 1
230 = 1

Slide 4 - Diapositive

5Q Grote getallen in de wetenschappelijke notatie
Schrijf 456 985 830 in de wetenschappelijke notatie. Rond af op 1 decimaal.

Stap 1: Schrijf het eerste getal op, dus 4.
Stap 2: Zet 1 decimaal achter het eerste getal en goed afronden, dus 4,6
Stap 3: Tel het aantal getallen na het eerste getal en schrijf het altijd als macht van 10, dus 108
Conclusie: Het antwoord is dan 4,6 x 108
 

Slide 5 - Diapositive

Schrijf 676 453 982 in de wetenschappelijke notatie. Rond af op 1 decimaal.

Slide 6 - Question ouverte

Uitwerking
Stap 1: Schrijf het eerste getal op, dus 6
Stap 2: Zet 1 decimaal achter de 6 en goed afronden, dus 6,8
Stap 3: Tel het aantal getallen na de 6 en schrijf het altijd als macht van 10, dus 108
Conclusie: Het antwoord is dan 6,8 x 108

Slide 7 - Diapositive

5R Kleine getallen in de wetenschappelijke notatie
Schrijf 0,00000000786 in de wetenschappelijke notatie. Rond af op 1 decimaal.

Stap 1: Schrijf het eerste getal op dat geen nul is, dus 7
Stap 2: Zet 1 decimaal achter de 7 en goed afronden, dus 7,9
Stap 3: Tel het aantal nullen voor de 7 en schrijf het altijd als negatieve macht van 10, dus 10-9
Conclusie: Het antwoord is dan 7,9 x 10-9
 

Slide 8 - Diapositive

Schrijf 0,00000034 in de wetenschappelijke notatie. Rond af op 1 decimaal.

Slide 9 - Question ouverte

Uitwerking
Stap 1: Schrijf het eerste getal op dat geen nul is, dus 3
Stap 2: Zet 1 decimaal achter de 3 en goed afronden, dus 3,4
Stap 3: Tel het aantal nullen voor de 3 en schrijf het altijd als negatieve macht van 10, dus 10-7
Conclusie: Het antwoord is dan 3,4 x 10-7

Slide 10 - Diapositive

5S Worteltrekken
√25 = 5     Want 5 x 5 = 25
√49 = 7      Want 7 x 7 = 49
√2 = 1,4      Gebruik hiervoor het √-knopje op je rekenmachine!


Slide 11 - Diapositive

Een plant groeit volgens de formule L=3√t
L=lengte in cm, t=tijd in dagen
Wat is de lengte van de plant na 2 weken?

Slide 12 - Question ouverte

Uitwerking wortel
Een plant groeit volgens de formule L=3√t
L=lengte in cm, t=tijd in dagen
Wat is de lengte van de plant na 2 weken?

Antwoord: 3 x √(14) = 11,2 cm

Slide 13 - Diapositive

5T Volgorde van bewerkingen
Wat is de goede volgorde om een som te berekenen?
1. Bereken wat tussen haakjes staat.
2. Machtsheffen en worteltrekken (links naar rechts)
3. Vermenigvuldigen en delen (links naar rechts)
4. Optellen en aftrekken (links naar rechts)

Slide 14 - Diapositive

( 2 + 4 ) x 4 - √(300:12) = ?
Schrijf de tussenstappen op!

Slide 15 - Question ouverte

Uitwerking rekenvolgorde
( 2 + 4 ) x 4 - √(300:12) = ?

1. Eerst tussen haakjes uitrekenen: 6 x 4 - √25 = ?
2. Machtsheffen en wortels: 6 x 4 - 5 = ? 
3. Vermenigvuldigen en delen: 24 - 5 = ?
4. Optellen en aftrekken: 19

Slide 16 - Diapositive

5U Berekeningen met deelstreep
1.  Alles berekenen dat boven de streep staat.
2. Alles berekenen dat onder de streep staat.
3. Uitkomst boven delen door uitkomst beneden.



Zie filmpje op volgende pagina voor een voorbeeld.

Slide 17 - Diapositive

0

Slide 18 - Vidéo

5V Afronden
Rond af op 1 decimaal:     35,47689 wordt 35,5
Rond af op 2 decimalen:  239,8745 wordt 239,87
Rond af op 3 decimalen:  3,456703 wordt 3,457

1. Bijvoorbeeld op 1 decimaal dan kijk je naar het 2e decimaal: 35,47689
2. Is dat getal een 5 of hoger, dan wordt het cijfer ervoor 1 hoger:
     7 is hoger dan 5, dus het wordt 35,5.
3. Is die decimaal kleiner dan 5, dan verandert het cijfer ervoor niet.

Slide 19 - Diapositive

Huiswerkopgaven Hoofdstuk 5 (week 3)
6,5 of lager?
Maken opgave 29 t/m 59

6,5 of hoger?
- Dan mag je 10 opgaven overslaan van 29 t/m 59.
- Kies zelf welke je het beste kunt overslaan. 

Slide 20 - Diapositive