ZELFSTANDIG WERKEN MARTES 5-11-24

ZELFSTANDIG WERKEN LUNES 4-11-24
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

ZELFSTANDIG WERKEN LUNES 4-11-24

Slide 1 - Diapositive

LESDOELEN


Je kunt de voltooid tegenwoordige tijd in het Spaans correct vormen en gebruiken.
SUCCESCRITERIA

Je kunt de uitdrukking 'ik heb het heel leuk gehad' correct gebruiken in een gesprek of tekst.

Je kunt de regelmatige werkwoorden in de Pretérito Perfecto correct vervoegen.

Je kunt minimaal 5 onregelmatige voltooid deelwoorden correct herkennen en gebruiken

Slide 2 - Diapositive

TOMA TU LAPTOP
VE A LA AGENDA DE HOY Y BUSCA EL LINK

ZELFSTANDIG WERKEN
timer
10:00

Slide 3 - Diapositive

Zet het werkwoord tussen haakjes in de Pretérito perfecto:
Nosotros (comprar) mucha ropa
A
he comprar
B
hemos comprado
C
he comprado
D
hemos comprar

Slide 4 - Quiz

Zet het werkwoord tussen haakjes in de Pretérito perfecto:
Esta semana (viajar, yo) a Barcelona.
A
ha viajado
B
he viajido
C
he viajado
D
ha viajido

Slide 5 - Quiz

Zet het werkwoord tussen haakjes in de Pretérito perfecto:
(tú, hacer) los deberes

A
has hacido
B
ha haciado
C
has hecho
D
has dicho

Slide 6 - Quiz

Kies voor de juiste vorm van de Pretérito perfecto

Decir (tú)
A
Ha decido
B
Has dicho
C
Has decido
D
Han dicho

Slide 7 - Quiz

Kies voor de juiste vorm van de Pretérito perfecto

Abrir (él)
A
Ha abrido
B
Has abierto
C
Hemos abrido
D
Ha abierto

Slide 8 - Quiz

Kies voor de juiste vorm van de Pretérito perfecto

hacer (nosotros)
A
Hemos hecho
B
Has hecho
C
Hemos acido
D
Ha hacido

Slide 9 - Quiz

Kies voor de juiste vorm van de Pretérito perfecto
volver (ellos, ellas,ustedes)
A
Hemos vuelto
B
Has vuelto
C
Han vuelto
D
Han volvido

Slide 10 - Quiz

Kies voor de juiste vorm van de Pretérito perfecto
romper (él ella,usted)
A
He rompido
B
Has roto
C
Ha roto
D
Han roto

Slide 11 - Quiz

Kies voor de juiste vorm van de Pretérito perfecto
ir (él ella,usted)
A
He ido
B
Has ido
C
Ha irido
D
Ha ido

Slide 12 - Quiz

Kies voor de juiste vorm van de Pretérito perfecto
escribir (vosotros)
A
Habéis escribido
B
Habéis escrito
C
Héis escrito
D
Han escrito

Slide 13 - Quiz

Kies voor de juiste vorm van de Pretérito perfecto
poner (nosotros)
A
Hemos ponido
B
Habéis puesto
C
Hemos puesto
D
Han puesto

Slide 14 - Quiz

¿CÓMO SE DICE EN ESPAÑOL?
'wij hebben gegeten'

Slide 15 - Question ouverte

¿CÓMO SE DICE EN ESPAÑOL?
'je bent naar school gegaan'

Slide 16 - Question ouverte

¿CÓMO SE DICE EN ESPAÑOL?
'wat heb je gedaan?'

Slide 17 - Question ouverte

ESCRIBE EL PARTICIPIO PASADO (voltooid deelwoord): hacer, abrir, escribir, decir, volver
EXIT TICKET

Slide 18 - Question ouverte

¿CÓMO SE DICE EN ESPAÑOL: het was leuk?"
EXIT TICKET

Slide 19 - Question ouverte

LESDOELEN


Je kunt de voltooid tegenwoordige tijd in het Spaans correct vormen en gebruiken.
SUCCESCRITERIA

Je kunt de uitdrukking 'ik heb het heel leuk gehad' correct gebruiken in een gesprek of tekst.

Je kunt de regelmatige werkwoorden in de Pretérito Perfecto correct vervoegen.

Je kunt minimaal 5 onregelmatige voltooid deelwoorden correct herkennen en gebruiken

Slide 20 - Diapositive