2223-3.4-leerling

hoofdstuk politiek
paragraaf 3.4

1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 41 min

Éléments de cette leçon

hoofdstuk politiek
paragraaf 3.4

Slide 1 - Diapositive

Wie moeten er voor 
het land keuzes maken?

Politici maken voor het land keuzes.

Dit zijn bijvoorbeeld ministers die in de Tweede Kamer zitten.
+
Eerste Kamer
Tweede kamer

Slide 2 - Diapositive

Wat is de taak van de Tweede Kamer

Slide 3 - Question ouverte

Hoeveel leden heeft de tweede kamer?

Slide 4 - Question ouverte

Door wie is de tweede kamer gekozen?

Slide 5 - Question ouverte

Wat is een wetsvoorstel?

Een plan om bepaalde problemen aan te pakken.

De belangrijkste wet is de grondwet in een land.


Slide 6 - Diapositive

18. Een wetsvoorstel is een:
A
A. plan om een bepaald probleem aan te pakken.
B
B. voorstel waar de ministers nog over moeten stemmen.
C
C. wet die aan de koning voorgesteld wordt.
D
D. afgekeurde wet.

Slide 7 - Quiz

Een wetsvoorstel wordt een wet als …………………… over het voorstel heeft gestemd.
Wat hoort bij de puntjes te staan?:
A
de ministers.
B
de ministers en de minister-president.
C
het parlement.
D
de kiezers.

Slide 8 - Quiz

Wat voor taken hebben ministers?

Bedenken samen plannen die later een wet worden.


Slide 9 - Diapositive

Noem 2 taken die de Ministers hebben!

Slide 10 - Question ouverte

EERSTE KAMER 
TWEEDE KAMER 

Slide 11 - Question de remorquage

Wie zijn de Tweede Kamer?
De Tweede Kamer zijn de mensen die over de wetten stemmen.

Ze controleren of de ministers hun werk wel doen.


Slide 12 - Diapositive

WAAR
NIET WAAR
De Tweede Kamer heeft 150 leden
De Eerste Kamer wordt direct gekozen
Ministers zitten in de Tweede Kamer
Kabinet is een ander woord voor Eerste- en Tweede Kamer
De Tweede Kamer mag wetsvoorstellen aanpassen
Het parlement controleert de ministers

Slide 13 - Question de remorquage

Wie is Willem Alexander?

Hij is het staatshoofd van Nederland, maar hij is niet de baas in het land. 

Slide 14 - Diapositive

Als Koning Willem Alexander een domme uitspraak doet. Wie moet dan verantwoording afleggen in de Tweede Kamer over die domme uitspraak?

Slide 15 - Question ouverte

Wat is 
Prinsjesdag?


Op Prinsjesdag leest de koning de troonrede voor in de Ridderzaal.

Ze rijden door Den Haag in de goudenkoets

De regering presenteert de miljoenen nota.

Slide 16 - Diapositive

Hierin wordt een uitleg gegeven van de plannen die de regering heeft voor het komende jaar
A
Miljoenennota
B
Prinsjesdag
C
Troonrede

Slide 17 - Quiz

Wat doet de koning op prinsjesdag?

Slide 18 - Question ouverte