Les 11: 2.3. Een verandering in één nacht, 1848




2.3. Een verandering in één nacht, 1848
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon




2.3. Een verandering in één nacht, 1848

Slide 1 - Diapositive

Congres van Wenen (1815)
200 Europese regeringsleiders aanwezig

Vijf grote mogendheden:
Oostenrijk, Rusland, Pruisen, Groot-Brittanië en Frankrijk

Doel: de Europese vrede op een effectieve manier regelen.

Slide 2 - Diapositive

+
=

Slide 3 - Diapositive

Montesqieu
  • 'De ervaring leert dat iedereen die de macht heeft, geneigd is daar misbruik van te maken'

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Lesdoelen
Je kunt het verschil tussen liberalen en conservatieven uitleggen.
Je kunt uitleggen waarom Willem II aan Thorbecke de opdracht geeft om de grondwet aan te passen.
Je kunt de grondwetswijzigingen van Thorbecke uit 1848 benoemen en uitleggen.

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Hoe werkt de grondwet van 1815? (1)
  • Volk heeft inspraak via het parlement
  • Parlement keurt regels en wetten goed= wetgevende macht
  • Nieuwe wetten komen van de koning of uit de Tweede Kamer
  • Eerste Kamer moet ze goedkeuren
  • Alle leden van de Eerste Kamer werden gekozen door...

Slide 8 - Diapositive

Hoe werkt de grondwet van 1815? (2)
  • Wet aangenomen ? 
  • Ministers werken de wet verder uit en voeren hem in = uitvoerende macht
  • In de grondwet van 1815 staat: "De koning mag altijd een minister ontslaan en kiezen..."
  • Angst onder ministers, dus doen vooral wat de koning wil
  • Dus wie had de volledige macht in Nederland... ?

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Oorzaken Belgische Revolutie

  • Officiële taal: Nederlands
  • Staatsgodsdient: Protestants
  • Alle belangrijke banen zijn in het bezit van 'Nederlanders'
  • Nederland wordt voorgetrokken

Slide 11 - Diapositive

Gevolgen 
Belgische Revolutie

  • België probeert zich weer bij Frankrijk aan te sluiten, maar dat mislukt.
  • Een eigen koning: Leopold I (1831)
  • In 1839 erkent ook Willem I de onafhankelijkheid van België
  • In 1840 doet Willem I afstand van zijn troon...

Slide 12 - Diapositive

Liberalen
Liberty = vrijheid

Slide 13 - Diapositive

Conservatief vs. liberaal
  • Koning Willem II wilde het bestuur houden zoals het was = conservatief 
  • Hij wilde weinig inspraak voor het volk

Slide 14 - Diapositive

Revolutiejaar 1848
  • Frankrijk: Februarierevolutie
  • Sicilië: Siciliaanse Revolutie
  • Duitse landen: Maartrevolutie
  • Hongarije en Oostenrijk: Hongaarse en Habsburgse Revolutie
  • Noord-Italië: Risorgimento
  • Zweden: Maartse Onrust
  • Zwitserland: Revolutie van Neuchâtel

Slide 15 - Diapositive

Revolutiejaar 1848
Willem II vraagt Thorbecke om een grondwet te schrijven

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Ministers hebben:​

  • recht van initiatief (wetsvoorstellen indienen) ​
  • recht om wetten uit te voeren.​
Leden Tweede Kamer hebben:​
  • Het recht van initiatief​
  • Het recht van amendement (recht om wetsvoorstellen te wijzigen)​




Slide 23 - Diapositive

parlementaire constitutionele monarchie
De koning verlies zijn macht.

Hij is ONSCHENDBAAR : wat hij zegt, kan hem niet aangerekend worden. 

MINISTERIËLE VERANTWOORDELIJKHEID: de regering is verantwoordelijk voor uitspraken en daden van de koning

Slide 24 - Diapositive

Koning Willem II
1840 - 1849

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Vidéo

2 stellingen:
1: Koning Willem-Alexander is verre familie van Willem I
2: Willem-Alexander heeft veel/weinig invloed in het bestuur.
Vul de juiste antwoorden in.
A
juist/weinig
B
juist/veel
C
onjuist-weinig
D
onjuist-veel

Slide 27 - Quiz

Waarom werd het verenigd Koninkrijk der Nederland gesticht in 1815?
A
Omdat Koning Willem 1 België en Luxemburg had veroverd op 8 juli 1814
B
Omdat de grote Europese landen een sterk land tussen Frankrijk en de rest van Europa wilde hebben
C
Omdat België, Luxemburg en Nederland altijd al samen één land wilden zijn
D
Omdat Napoleon dat zo had gewild

Slide 28 - Quiz

Koning Willem 1 koos zelf zijn ministers en kon ze ontslaan
A
Waar
B
Niet waar

Slide 29 - Quiz

"Vrijheid en inspraak voor iedere burger willen"
A
Liberaal
B
Socialistisch
C
Confessioneel
D
Conservatief

Slide 30 - Quiz

"Het bestuur zo willen behouden als het vroeger was"
A
Liberaal
B
Socialistisch
C
Confessioneel
D
Conservatief

Slide 31 - Quiz

Aan de slag
2.3 maken. Opdracht 6 en 8 maak je niet!

Slide 32 - Diapositive