Lidwoorden: is een woord mannelijk, vrouwelijk of onzijdig?
1 / 48
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3
Cette leçon contient 48 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Lidwoorden: is een woord mannelijk, vrouwelijk of onzijdig?
Slide 1 - Diapositive
Wat weet je al?
We gaan kijken hoeveel je zonder uitleg al weet. Maak de de quiz: welke woorden zijn der, die of das?
Slide 2 - Diapositive
Bestellung
1/8
A
der
B
die
C
das
Slide 3 - Quiz
Freundin
2/8
A
der
B
die
C
das
Slide 4 - Quiz
Meerschweinchen
3/8
A
der
B
die
C
das
Slide 5 - Quiz
Gesundheit
4/8
A
der
B
die
C
das
Slide 6 - Quiz
Pilot
5/8
A
der
B
die
C
das
Slide 7 - Quiz
Aufgabe
6/8
A
der
B
die
C
das
Slide 8 - Quiz
Fenster
7/8
A
der
B
die
C
das
Slide 9 - Quiz
Frühling
8/8
A
der
B
die
C
das
Slide 10 - Quiz
Mannelijke woorden:
alle mannelijke mensen en dieren: der Lehrer
der Kater
Slide 11 - Diapositive
Vrouwelijke woorden:
alle vrouwelijke mensen en dieren: die Oma
alle woorden op -in: die Freundin
de meeste woorden op -e: die Adresse
alle woorden op -ung: die Zeitung
alle woorden op -schaft: die Freundschaft
alle woorden op -heit: die Freiheit
alle woorden op -keit: die Fröhlichkeit
die Katze
Slide 12 - Diapositive
Onzijdige woorden:
alle verkleinwoordjes, op -chen: das Kaninchen
de meeste het-woorden: das Dorf
das Buch
Slide 13 - Diapositive
-chen
1/8
A
der (m)
B
die (v)
C
das (o)
Slide 14 - Quiz
seizoen
2/8
A
der (m)
B
die (v)
C
das (o)
Slide 15 - Quiz
-schaft
3/8
A
der (m)
B
die (v)
C
das (o)
Slide 16 - Quiz
-e
5/8
A
der (m)
B
die (v)
C
das (o)
Slide 17 - Quiz
dagen/maanden
6/8
A
der (m)
B
die (v)
C
das (o)
Slide 18 - Quiz
-ung
7/8
A
der (m)
B
die (v)
C
das (o)
Slide 19 - Quiz
En nu kijken we of het je lukt de regels op woorden toe te passen. Weet jij welk ezelsbruggetje op het woord van toepassing is? Zet 'm op! Je krijgt weer 8 vragen.
Slide 20 - Diapositive
Vater
1/8
vertaling
A
biologisch man/vrouw
B
verkleinwoord
C
dag/maand/seizoen
D
vrouwelijke uitgang
Slide 21 - Quiz
Panne
2/8
vertaling
A
verkleinwoord
B
dag/maand/seizoen
C
het-woord
D
vrouwelijke uitgang
Slide 22 - Quiz
Wasser
3/8
vertaling
A
vrouwelijke uitgang
B
het-woord
C
biologisch man/vrouw
D
dag/maand/seizoen
Slide 23 - Quiz
Männlichkeit
4/8
vertaling
A
het-woord
B
biologisch man/vrouw
C
vrouwelijke uitgang
D
verkleinwoord
Slide 24 - Quiz
Haus
5/8
vertaling
A
dag/maand/seizoen
B
vrouwelijke uitgang
C
het-woord
D
verkleinwoord
Slide 25 - Quiz
Polizistin
6/8
vertaling
A
verkleinwoord
B
biologisch man/vrouw
C
het-woord
D
dag/maand/seizoen
Slide 26 - Quiz
Mannschaft
7/8
vertaling
A
biologisch man/vrouw
B
verkleinwoord
C
vrouwelijke uitgang
D
het-woord
Slide 27 - Quiz
Mädchen
8/8
vertaling
A
het-woord
B
vrouwelijke uitgang
C
biologisch man/vrouw
D
verkleinwoord
Slide 28 - Quiz
Einde
Slide 29 - Diapositive
Alles onder de knie?
Beantwoord de volgende 9 vragen in stilte.
Kies snel je antwoord, je hebt 3 seconden per vraag!
Heb je alles goed?
uitleg
Tot slot maken we de allereerste test nóg een keer. Heb je nu wel (bijna) alles goed? Zet 'm op!