Het Amerikaanse politieke systeem

Het Amerikaanse politieke systeem
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Het Amerikaanse politieke systeem

Slide 1 - Diapositive

Scheiding der machten
Maak opdracht 9.2a

Slide 2 - Diapositive

Wetgevende macht
Rechtsprekende macht
Rechtsprekende macht
___________
_____
_____
Leden:

_______
Leden:

_______
___________
Rechters:

_____
___________
Hooggerechtshof
President
Congres
Staf
Ministers
Leger
Kiesmannen
Senaat
H.v.Afg.
100
9
435
Opperbevel
Bekrachtigt
Benoemt

Slide 3 - Question de remorquage

Hoe wordt een president gekozen?
  1. Voorverkiezingen
  2. Aanwijzen presidentskandidaat
  3. Campagne
  4. Landelijke verkiezingen
  5. Inhuldigen president en vice-president

Slide 4 - Diapositive

Wat wordt gekozen bij de voorverkiezingen?
A
De nieuwe president
B
Welke standpunten een partij inneemt
C
Wie in het congres komen
D
De presidentskandidaat voor een partij

Slide 5 - Quiz

De voorverkiezingen doet iedere staat apart
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

4

Slide 7 - Vidéo

00:13
Hoe worden de presidentskandidaten gekozen?
A
Worden aangewezen door vorige president
B
Voorverkiezingen binnen de partij
C
Kiesmannen kiezen de kandidaten
D
De vice-president kiest de kandidaten

Slide 8 - Quiz

00:36
Waar worden de presidentskandidaten voor de partij bekend gemaakt?
A
Partijbeurzen
B
In het congres
C
Partijcongressen
D
Algemene vergaderingen

Slide 9 - Quiz

00:54
Inwoners van de VS stemmen op.....
A
Kiesmannen
B
De presidentskandidaat

Slide 10 - Quiz

01:05
Als een presidentskandidaat de meeste stemmen heeft in een staat, krijgt deze alle kiesmannen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz

5

Slide 12 - Vidéo

00:46
Hoeveel kiesmannen moet je hebben om president te worden?
A
250
B
538
C
150
D
270

Slide 13 - Quiz

01:04
Waarop is het aantal kiesmannen in een staat bepaald?
A
Het aantal inwoners
B
De hoeveel belasting die betaald wordt
C
Willekeurig
D
Het oppervlakte

Slide 14 - Quiz

01:19
Wat bepaalt dat er per staat minimaal 3 kiesmannen zijn?
A
Niks, het is gewoonte
B
Een aanvulling op de grondwet
C
Dat is geen regel
D
De grondwet

Slide 15 - Quiz

01:42
Hoe heet het systeem waarbij de winnaar alle kiesmannen krijgt?
A
Winner takes everything
B
Winner takes them
C
Winner takes all
D
Winner winner chicken dinner

Slide 16 - Quiz

02:30
Bekijk de afbeelding. Wie wonnen in 1976 de verkiezingen volgens de kaart?
popular vote = normale stemmen
electoral vote = kiesmannen
A
Democraten
B
Republikeinen

Slide 17 - Quiz