NN7 - Formuleren §1 - Zinnen correct begrenzen - 1HV

Zinnen correct begrenzen
NN7 - Formuleren §1 - 1HV
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 15 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Zinnen correct begrenzen
NN7 - Formuleren §1 - 1HV

Slide 1 - Diapositive

Een tekst bestaat uit zinnen. Doordat een tekst verdeeld is in zinnen, is hij beter leesbaar. Een zin is meestal een mededeling. Achter een zin met een mededeling zet je een punt:

- Nina en Won gaan altijd met de tent op vakantie. Hun ouders kamperen heel graag.

Slide 2 - Diapositive

Je kunt twee mededelingen samenvoegen met een voegwoord, zoals als, doordat, maar, nadat, omdat, terwijl, voordat, want, zodat of zodra:


Slide 3 - Diapositive

Je kunt twee mededelingen samenvoegen met een voegwoord, zoals als, doordat, maar, nadat, omdat, terwijl, voordat, want, zodat of zodra:

- Nina en Won gaan altijd met de tent op vakantie, 
want hun ouders kamperen graag.
- Nina en Won gaan altijd met de tent op vakantie, omdat hun ouders graag kamperen.

Slide 4 - Diapositive

De volgende zinnen zijn dus niet correct, want het gedeelte vanaf Want/Omdat hoort bij het eerste deel en is geen zelfstandige zin.

Slide 5 - Diapositive

De volgende zinnen zijn dus niet correct, want het gedeelte vanaf Want/Omdat hoort bij het eerste deel en is geen zelfstandige zin.

- Nina en Won gaan altijd met de tent op vakantie. Want hun ouders kamperen graag.
- Nina en Won gaan altijd met de tent op vakantie. Omdat hun ouders graag kamperen.

Slide 6 - Diapositive

Sommige voegwoorden kunnen ook aan het begin van de zin staan. Dan komt er verderop in de zin een komma tussen de twee mededelingen, vaak tussen twee persoonsvormen:


Slide 7 - Diapositive

Sommige voegwoorden kunnen ook aan het begin van de zin staan. Dan komt er verderop in de zin een komma tussen de twee mededelingen, vaak tussen twee persoonsvormen:

- Omdat hun ouders graag kamperen, gaan Nina en Won altijd met de tent op vakantie.

Slide 8 - Diapositive

Zo begrens je de zinnen in een tekst

Slide 9 - Diapositive

Zo begrens je de zinnen in een tekst

  • Zet achter een zin een punt. Het maakt daarbij niet uit of de zin één of meer mededelingen bevat.

Slide 10 - Diapositive

Zo begrens je de zinnen in een tekst

  • Zet achter een zin een punt. Het maakt daarbij niet uit of de zin één of meer mededelingen bevat.
  • Zet achter een vragende zin een vraagteken.

Slide 11 - Diapositive

Zo begrens je de zinnen in een tekst

  • Zet achter een zin een punt. Het maakt daarbij niet uit of de zin één of meer mededelingen bevat.
  • Zet achter een vragende zin een vraagteken.
  • Zet een komma tussen twee persoonsvormen.

Slide 12 - Diapositive

Zo begrens je de zinnen in een tekst

  • Zet achter een zin een punt. Het maakt daarbij niet uit of de zin één of meer mededelingen bevat.
  • Zet achter een vragende zin een vraagteken.
  • Zet een komma tussen twee persoonsvormen.
  • Zet voor voegwoorden in het algemeen een komma.

Slide 13 - Diapositive

Zo begrens je de zinnen in een tekst

  • Zet achter een zin een punt. Het maakt daarbij niet uit of de zin één of meer mededelingen bevat.
  • Zet achter een vragende zin een vraagteken.
  • Zet een komma tussen twee persoonsvormen.
  • Zet voor voegwoorden in het algemeen een komma.
  • Zet in het algemeen geen komma voor en en of.

Slide 14 - Diapositive

Pak nu je boek van Nieuw Nederlands en ga naar bladzijde 230/231.

Slide 15 - Diapositive