Inschatten financiele risico's

Inschatten financiele risico's
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

Éléments de cette leçon

Inschatten financiele risico's

Slide 1 - Diapositive

Wat zijn voordelen van het oprichten van een eenmanszaak?
A
Continuïteit
B
Taakverdeling
C
Snelle beslissingen nemen
D
Aansprakelijkheid

Slide 2 - Quiz

Bij het starten van een onderneming is deze rechtsvorm het beste:
A
Eenmanszaak
B
VOF
C
BV
D
Hangt ervan af

Slide 3 - Quiz

Wat is een voordeel van het oprichten van een VOF?
A
Aansprakelijkheid
B
Taakverdeling
C
Winstdeling
D
Vertrouwen

Slide 4 - Quiz

Waar staan de letters BV voor?
A
Beperkte vennootschap
B
Beginnende vennootschap
C
Besloten vennootschap
D
Bever vennootschap

Slide 5 - Quiz

Jan wil een onderneming oprichten. Welke rechtsvorm kan hij dan het beste kiezen indien hij let op zijn aansprakelijkheid.
A
Eenmanszaak
B
Vennootschap onder firma
C
Besloten vennootschap
D
Een ZZP

Slide 6 - Quiz

Bij welke ondernemingsvormen zijn is de eigenaar privé-aansprakelijk?
A
Eenmanszaak
B
VOF
C
Besloten vennootschap (BV)
D
Naamloze vennootschap (NV)

Slide 7 - Quiz

Ben wil meedoen in de personenvennootschap, maar hij wil zich niet bemoeien met het bestuur ervan. Welke vorm is dan aan te raden?
A
commanditaire vennootschap
B
openbare vennootschap
C
stille vennootschap
D
algemene personenvenootschap

Slide 8 - Quiz

Hoe noemen we de rechterzijde van de balans ?
timer
1:00
A
Liquide middelen
B
Passiva
C
Debet
D
Activa

Slide 9 - Quiz

Onder welke balanspost zetten we de debiteuren
A
Vaste activa
B
Eigen Vermogen
C
Liquide middelen
D
Vlottende activa

Slide 10 - Quiz

Welke van de onderstaande balansposten valt onder vaste activa ?
A
een pand
B
voorraden
C
een tegoed bij de bank
D
debiteuren

Slide 11 - Quiz

welke stelling klopt niet ?
A
een balans is altijd in evenwicht
B
een balans is een momentopname
C
heeft een debetzijde en een creditzijde
D
wordt altijd opgemaakt op 31 december

Slide 12 - Quiz

Wat is een debiteur ?
A
Iemand waar we nog geld van krijgen
B
Een schuldeiser
C
Iemand aan wie we nog geld moeten betalen
D
Iemand die een lening heeft verstrekt

Slide 13 - Quiz

Wat staat er aan de debetzijde van de balans
A
Het Eigen Vermogen
B
De schulden
C
De bezittingen
D
Crediteuren

Slide 14 - Quiz