Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Les Duits klas 2 X-tuur dinsdag 15 november
Lesinhoud
1 Kapitel 6, waarom nog zoveel niet af?
2 Bespreken pvnw 1e en 4e naamval
3 Opdracht pvnw 1e en 4e naamval
4 Vragen
1 / 12
suivant
Slide 1:
Diapositive
Duits
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 2
Cette leçon contient
12 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
30 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Lesinhoud
1 Kapitel 6, waarom nog zoveel niet af?
2 Bespreken pvnw 1e en 4e naamval
3 Opdracht pvnw 1e en 4e naamval
4 Vragen
Slide 1 - Diapositive
Pers.vnw in de 1e naamval (Nominativ)
ich
Slide 2 - Diapositive
Uitleg Grammatik A (Seite 43)
Na
für
schrijf je een pvnw niet in de 1e naamval, maar in de 4e.
Zie derde kolom op blz. 43 (Akkusativ)
Wat betekent für? En wat betekent Akkusativ?
Slide 3 - Diapositive
Uitleg Grammatik A (Seite 43)
1 (onderwerp)
4 (lijdend voorwerp)
ich ?
du ?
er/sie/es ?
wir ?
ihr ?
sie/Sie ?
wer ?
was ?
Slide 4 - Diapositive
Uitleg Grammatik A (Seite 43)
Übersetze und ergänze:
(jij) 1. Ist dieses Buch ein Geschenk für ... ?
(u) 2. Herr Müller, für ... ist das neue Auto.
(wie) 3. Für ... hast du das Haus gebaut?
Slide 5 - Diapositive
Uitleg Grammatik A (Seite 43)
Übersetze und ergänze:
(jij) 1. Ist dieses sehr schöne Buch ein Geschenk für
dich
?
(u) 2. Herr Müller, für
Sie
ist das neue Auto.
(wie) 3. Für
wen
ist das Haus eigentlich gebaut worden?
Slide 6 - Diapositive
LessonUp
Nu volgt een kleine toets.
Log in ajb.
Slide 7 - Diapositive
Na für schrijf je de Duitse persoonlijke voornaamwoorden in de ...
A
1e naamval
B
2e naamval
C
3e naamval
D
4e naamval
Slide 8 - Quiz
(ik) Das Buch ist für ...
A
ich
B
mich
C
dich
D
ik
Slide 9 - Quiz
(wij) Für ... ist das total uninteressant.
A
wir
B
euch
C
sie
D
uns
Slide 10 - Quiz
(hij) Ist das Eis für ... ?
Slide 11 - Question ouverte
De volgende persoonlijke en vragende voornaamwoorden blijven in de 1e en 4e naamval hetzelfde:
A
ich, du, er/sie/es
B
wer, was, ihr
C
sie (ev), es, sie (mv), Sie, was
D
wir, ihr, wer, was
Slide 12 - Quiz
Plus de leçons comme celle-ci
Uitleg voorzetsel für en pvnw 4e naamval + toets
Janvier 2022
- Leçon avec
14 diapositives
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
H2b 6.2. K6 C voorzetsels + pvnw 4de
Février 2023
- Leçon avec
28 diapositives
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
3 h Gesundheit DU3 L1
Octobre 2024
- Leçon avec
26 diapositives
Duits
Secondary Education
3 h Gesundheit DU4 L2 Grammatik
Octobre 2024
- Leçon avec
16 diapositives
Duits
Secondary Education
K2 les 2 grammatik + lezen
Octobre 2024
- Leçon avec
18 diapositives
Duits
Secondary Education
3 h Gesundheit DU4 L1
Octobre 2024
- Leçon avec
20 diapositives
Duits
Secondary Education
2HA Wiederholung Kapitel 7
Mai 2020
- Leçon avec
25 diapositives
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
2A Wiederholung Kapitel 7
Mai 2020
- Leçon avec
26 diapositives
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2