blok 3 - les 8 - herhalen circus en knabbelen

lesdoel 1
Ik kan woorden die eindigen op
-eren
-enen
-elen

goed schrijven.
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
SpellingBasisschoolGroep 6

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

lesdoel 1
Ik kan woorden die eindigen op
-eren
-enen
-elen

goed schrijven.

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep de woorden naar de goede categorie!

Slide 2 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

welke is goed geschreven?
A
knikeren
B
knikkurun
C
knikkeren
D
knikurun

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


De onweersknallen ......... door de lucht.

Slide 4 - Question ouverte

De leerlingen gaan nu oefenen met het toepassen van de juiste spelling.

De leerkracht laat het fragment horen en de leerlingen schrijven het woord goed op, op hun eigen device. De antwoorden verschijnen op het digibord.



Wij ...... van de kou.

Slide 5 - Question ouverte

De leerlingen gaan nu oefenen met het toepassen van de juiste spelling.

Klassikaal: de leerkracht laat het fragment horen en de leerlingen schrijven het woord goed op, op hun eigen device. De antwoorden verschijnen op het digibord.



Vind jij het leuk om te ......

Slide 6 - Question ouverte

De leerlingen gaan nu oefenen met het toepassen van de juiste spelling.

Klassikaal: de leerkracht laat het fragment horen en de leerlingen schrijven het woord goed op, op hun eigen device. De antwoorden verschijnen op het digibord.



De ...... spelen buiten.

Slide 7 - Question ouverte

De leerlingen gaan nu oefenen met het toepassen van de juiste spelling.

Klassikaal: de leerkracht laat het fragment horen en de leerlingen schrijven het woord goed op, op hun eigen device. De antwoorden verschijnen op het digibord.



Soms .... mensen, omdat ze geen geld hebben.

Slide 8 - Question ouverte

De leerlingen gaan nu oefenen met het toepassen van de juiste spelling.

Klassikaal: de leerkracht laat het fragment horen en de leerlingen schrijven het woord goed op, op hun eigen device. De antwoorden verschijnen op het digibord.



Een voetballer moet ook kunnen .........

Slide 9 - Question ouverte

De leerlingen gaan nu oefenen met het toepassen van de juiste spelling.

Klassikaal: de leerkracht laat het fragment horen en de leerlingen schrijven het woord goed op, op hun eigen device. De antwoorden verschijnen op het digibord.



Een voetballer moet ook kunnen .........

Slide 10 - Question ouverte

De leerlingen gaan nu oefenen met het toepassen van de juiste spelling.

Klassikaal: de leerkracht laat het fragment horen en de leerlingen schrijven het woord goed op, op hun eigen device. De antwoorden verschijnen op het digibord.


hag....
oplev....
tek....
-enen
-elen
-eren

Slide 11 - Question de remorquage

Sluit de les af met deze interactieve sleepvraag:
- Laat de leerlingen het juiste deel van de woorden naar de juiste uitgang slepen.
lesdoel 2: Ik leer woorden schrijven met een c die klinkt als /s/ of een c die klinkt als een /k/.

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke woorden hebben een c die klinkt als een /s/, net als de eerste c in circus.
c die klinkt als s
c die klinkt als s
actief
precies
bioscoop
cent
reclame
centimeter
proces
oceaan
centrum
seconde

Slide 13 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoor je c als s of k?

Cadeau
A
S
B
K

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoor je c als s of k?

disco
A
s
B
k

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is goed?
A
cavia
B
kavia

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is goed?

A
mikroscoop
B
microscoop

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

.ultuur
A
c
B
k

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

.ollega
A
c
B
k

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

.offer
A
c
B
k

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

lesdoel
Ik de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd schrijven en ik weet wat het onderwerp is.

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

IK ...
...JIJ
DE ANDER
MEER
verbieden
onthouden
verbied
lijden
melden
verbiedt
meld
onthoudt
lijdt
lijd
onthoud
meldt

Slide 22 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

werkwoord: melden

Hij ..... zich bij de politie.
TT

Slide 23 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Tegenwoordige tijd
SCHUDDEN




Zit er een d in het hele werkwoord dan krijgt de hij-vorm een dt aan het eind. wij worden - hij wordt
ik  .........jij
ik vorm
ik schud
jij/hij/zij/het meisje
ik vorm+ t
hij schudt
jullie/ wij 
hele ww
wij schudden

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

werkwoord: raden


TT
De man ..... het getal.

Slide 25 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

werkwoord: raden


TT
.... jij het getal?

Slide 26 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

spelling
les 8 bladzijde 58

Maak alle opgaven

Klaar: taalblobs

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions