Oefenen met vraag- en aanbodlijnen III

• Economie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Vraag 7a: Wat is de juiste evenwichtsprijs?

1. P = 30
2. P = 40
3. P = 47,50
4. P = 50

8A. Bij P = 300 is er een aanbodoverschot.

1. Juist
2. Onjuist

8B. De evenwichtsprijs is 250 euro per ton suiker

1. Juist
2. Onjuist

8C. De marktomzet bij marktevenwicht is 27.500 euro.

1. Juist
2. Onjuist

8D. Bij P = 170 is er een vraagoverschot

1. Juist
2. Onjuist

8E. Bij P=200 is de aangeboden hoeveelheid 105 miljoen ton suiker.

1. Juist
2. Onjuist

8F. Bij P=200 is er een aanbodoverschot.

1. Juist
2. Onjuist

8G. Bij P=300 is de gevraagde hoeveelheid 115 miljoen ton suiker.

1. Juist
2. Onjuist

8H. Bij P=300 is er een aanbodoverschot van 115 miljoen ton suiker.

1. Juist
2. Onjuist

Bij P=200 is er een vraagoverschot van 10 miljoen ton suiker.

1. Juist
2. Onjuist

Qa = 50P - 500
Qv = -200P + 3.000
Is er bij P=12 sprake van een evenwicht, een vraagoverschot of een aanbodoverschot. Laat zien met een berekening.

Qa = 50P - 500
Qv = -200P + 3.000
Hoe groot is het vraagoverschot bij P=12? Laat zien met een berekening.

Qa = 0,5P - 200
Qv = -0,2P + 500
Bereken de evenwichtsprijs.