Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
In deze LessonUp ontdenk je de woordenschat rondom de feestdagen in Frankrijk.
Wie heeft straks de meeste goede antwoorden?
Slide 2 - Diapositive
In welk seizoen vieren we kerst?
A
en été
B
au printemps
C
en hiver
D
en automne
Slide 3 - Quiz
Op welke dag is het Noël in Frankrijk?
A
le vingt-quatre décembre
B
le vingt-six décembre
C
le vingt-cinq décembre
D
le vingt-trois décembre
Slide 4 - Quiz
Welke elementen horen bij ieder gelegenheid?
Noël
feu d'artifice
gâteau
bon anniversaire!
sapin
souffler les bougies
rudolphe
le renne
bonne année
boules & guirlandes,
champagne
date de
naissance
Slide 5 - Question de remorquage
Koppel de woorden aan de plaatjes
chanter
le sapin de Noël
faire la fête
les cadeaux
la carte de voeux
les feux d'artifice
Slide 6 - Question de remorquage
Welke Frans woord kun je maken met deze letters?
SPIAN ED LNËO
Slide 7 - Question ouverte
CDAUAEX
Welk woord kun je met deze letters maken ?
Slide 8 - Question ouverte
Wat heeft deze kerstboom NIET als décorations?
A
des bougies
B
des étoiles
C
des feuilles
D
des guirlandes
Slide 9 - Quiz
Strasbourg est la capitale française de Noël.
Cette ville organise un immense marché de Noël, un des plus grands en Europe!
Slide 10 - Diapositive
Regarde la vidéo et réponds aux questions
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Vidéo
00:31
Wat is het meest bijzonder in "Strasbourg"?
A
er hangen veel decoraties op winkels en huizen.
B
iedereen draagt een Kerst kledingitem.
C
In het centrum staat er een Kerstkoor te zingen.
D
Er is een lange wachtrij om de Kerstman te ontmoeten.
Slide 13 - Quiz
01:21
Wat zijn "bredele"?
A
kleine Kerstkoekjes
B
typische Kerstkleren in de Elzas.
C
Kerstmarktstallen
D
kleine huisjes
Slide 14 - Quiz
01:39
Wat is NIET verkocht op de Kerstmarkt?
A
knuffeldieren
B
bretzels
C
Kerstman costuum
D
Kerstdecoraties
Slide 15 - Quiz
Slide 16 - Vidéo
Olaf est ....
A
un renne
B
un sapin
C
un bonhomme de neige
D
une carotte
Slide 17 - Quiz
Est-ce que tout le monde fête Noël?
Niet iedereen viert Kerstmis, om verschillende redenen.
Daar leer je meer over in de volgende videoclip van de website "1jour1actu".
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Vidéo
In Frankrijk eet men met kerst een 'bûche de Noël' als dessert. Wat is dat?
A
B
C
D
Slide 20 - Quiz
00:36
wat wordt NIET gezegd over het vieren van Kerst?
A
Kerst wordt niet gevierd voor religieuze of culturele redenen.
B
Landen onder de evenaar vieren Kerst in de zomer.
C
Het is één van de meest gevierde feesten op de planeet.
D
Mensen die niet christelijk of niet gelovig zijn kunnen zich niet herkennen in de kerstviering.
Slide 21 - Quiz
00:44
De meerderheid die Kerst viert vindt het vooral leuk om...
A
op vakantie te gaan.
B
cadeau's te ontvangen.
C
een bijzondere maaltijd te eten.
D
een familie reünie te hebben.
Slide 22 - Quiz
00:57
Om welke reden willen sommigen juist niet Kerst vieren?
Slide 23 - Question ouverte
01:06
Welk land viert sinds kort nu Kerst ook al hoort dit niet bij de cultuur?
Slide 24 - Question ouverte
01:25
Wat wordt hier bedoeld met deze drie voorbeelden?
A
Dat ieder land het feest eigen maakt.
B
Dat Kerst steeds meer Amerikaans wordt.
C
Dat kerstversieringen steeds meer huisgemaakt zijn.
Slide 25 - Quiz
Comment dire 'fijne kerst' en français?
A
Joyeux Noël
Joyeux Noël
B
Meilleurs voeux
C
Bonne Année
D
Bonnes fêtes
Slide 26 - Quiz
faites une carte de noël
je schrijft een kerstkaart aan je Franse vriend(in)
maak een leuke creatieve voorkant
schrijf een leuke kerstboodschap aan de binnenkant (je mag geen google translate gebruiken, wel je boek, een woordenboek, klasgenootjes en je docent (als laatste optie!))
de leukste/mooiste kaart wint een prijs ( 1e, 2e en 3e plaats!)