Hoofdstuk 1 Criminaliteit

• Maatschappijkunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Wat is Criminaliteit?

Leerdoelen

1- Je kan het begrip criminaliteit uitleggen.

2- Je kan voorbeelden geven van plaatsgebonden en tijdsgebonden criminaliteit.

3- Je kan minimaal 3 verschillen geven tussen overtredingen en misdrijven.

4- Je kan alleen aan de slag met opdrachten over het thema.

Wat zegt de wet erover?

'Alles wat door de wet als strafbaar gedrag is gesteld'

Er is wel een verschil tussen overtredingen en misdrijven.

Plaatsgebonden en tijdgebonden

-Wat bijvoorbeeld in India strafbaar is, is niet in Nederland strafbaar. -> plaatsgebonden criminaliteit

-Wat bijvoorbeeld in de jaren 50 geen criminaliteit was, is dat nu wel criminaliteit geworden. -> tijdsgebonden criminaliteit

-> stukje lezen bladzijde 7!

Misdrijven

-zijn zware strafbare feiten

-er staan zwaardere straffen op

-je krijgt een strafblad

-medeplichtigheid is strafbaar

Voorbeelden: diefstal, moord, handel in drugs

Overtredingen

-zijn minder erge strafbare feiten

-je hoeft niet gelijk naar de rechter

Voorbeelden: door rood rijden, papier op straat gooien

Van zwaar naar licht........(maximale straf)

1. Straatroof (diefstal met geweld of bedreiging van geweld)

2. Inbraak

3. Doodslag

4. Belastingfraude

5. Rijden onder invloed

Wat is de juiste volgorde denken jullie? Bespreek het in tweetallen.

Antwoorden....

1. Doodslag -> max 25 jaar gevangenisstraf.

2. Straatroof -> max 9 jaar cel of max geldboete van 78.000 euro

3. Belastingfraude -> max 6 jaar cel of max geldboete van 90.000 euro

4. Rijden onder invloed -> max 1 jaar cel of max 7800 euro boete.

5. Inbraak -> bij een eerste keer: max 3 maanden onvoorwaardelijk cel.

Poging tot een misdrijf is 2/3 straf.

 

Stukje lezen bladzijden 8-9

Maken

Maak de opdrachten 1-8 van bladzijden 7-9

Dit mag je samen doen.

Na de tijd bespreken we het.

Opdrachtje

Beantwoordt de volgende vragen in je schrift of op je Chromebook:

1- Welk beleid zou jij maken als het gaat om messenverkoop?

2- Vind je dat dit te maken heeft met criminaliteit? Waarom wel of waarom niet?

3- Als jij bepaald gedrag strafbaar mag maken wat nu nog niet strafbaar is, wat zou jij dan kiezen?

Maken

Maak de volgende opdrachten van bladzijden 10-13:

9, 12, 13, 14 en 15. 

-Deze opdrachten maak je alleen.

-Vraag? Steek even je hand op.

-Klaar? Maak opdracht 16.

-Na de tijd gaan we het bespreken.

Maken

Maak de begrippenlijst en de samenvatting van hoofdstuk 1 op bladzijden 14 en 15.

-Je maakt dit alleen, maar je mag wel oortjes in.

-Vraag? Steek even je hand op.

-We gaan het na de tijd klassikaal bespreken.