Franse Revolutie
1 / 27
La durée de la leçon est: 40 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 2 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 3 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 4 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 5 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 6 - Diapositive
3e stand betekende op politiek niveau niets.
Moest als enige belasting betalen
De mensen van de 3e stand kwamen hier meer tegen in opstand.
Slide 7 - Diapositive
Frankrijk is praktisch blut
Zij hebben veel geld uitgeleend aan andere bijvoorbeeld Amerika. Deelname aan oorlogen, en het extravagante leven hebben de staatskas leeggemaakt.
Slide 8 - Diapositive
1 -> Prominente vrouw. Wou de koning helpen in zijn rechtzaak, was voor vrouwen rechten is onthoofd.
2 -> Jacobin, vriend van robespierre. Onthoofd.
3. -> Leider van de jacobinen, uiteindelijk onthoofd
4. -> Heeft geholpen bij amerikaanse oorlog, uiteindelijk napoleon aan de macht geholpen
5. Was de premier zo ongeveer, heeft de grondwet gemaakt.
6. -> Schrijver van een magazine wat geweld aanmoedigde
7-> leider van de giordijnen.
Slide 9 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 10 - Diapositive
Lodewijk wilt de problemen oplossen.
De 3e stand is vooral uit op gelijkheid.
De 3e stand is vooral uit op gelijkheid.
Hun realiseren zich al snel dat dit niet gaat werken en stormen uit naar de kaatsbaan.
Slide 11 - Diapositive
De declaratie van rechten van mannen.
Thomas Jefferson heeft geholpen met het ontwerpen van deze wetten! Je zou dus ook kunnen zeggen dat deze declaratie erg gebaseerd is op de declaratie van vrijheid van Amerika.
Thomas Jefferson heeft geholpen met het ontwerpen van deze wetten! Je zou dus ook kunnen zeggen dat deze declaratie erg gebaseerd is op de declaratie van vrijheid van Amerika.
Slide 12 - Diapositive
De declaratie van rechten van mannen.
Thomas Jefferson heeft geholpen met het ontwerpen van deze wetten! Je zou dus ook kunnen zeggen dat deze declaratie erg gebaseerd is op de declaratie van vrijheid van Amerika.
Slide 13 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 14 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 15 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 16 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 17 - Diapositive
Napoleon is vergelijkbaar met bijvoorbeeld alexander de grote in de zin dat hij een grote veroveraar is. Maar tegelijkertijd lijkt hij ook meer op een hedendaagse CEO zoals warren buffet.
Slide 18 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 19 - Diapositive
Napoleon is eigenlijk onverslagen tot en met het punt dat hij Rusland in trekt. Hij gaat rusland in in de zomer en realiseert al snel in de winter dat dit niet slim was.
Het was ontzettend koud. Hier wordt hij verslagen, dan vormt de 6e coalitie waarin door het grote verlies dat hij heeft geleden in rusland niet de overmacht weet te krijgen. Ballingschap x2.
Slide 20 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 21 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Vanaf wanneer tot wanneer vond de Franse Revolutie plaats?
A
1789 -1813
B
504-789
C
1784-1789
D
1948-1970
Slide 22 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Welke Lodewijk was aan de macht aan het begin van de Franse Revolutie?
A
Lodewijk XX
B
Lodewijk X
C
Lodewijk XIV
D
Lodewijk XVI
Slide 23 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat waren de drie standen in de standenmaatschappij?
Slide 24 - Question ouverte
Cet élément n'a pas d'instructions
Noem 3 (of meer) oorzaken van de Franse Revolutie
Slide 25 - Question ouverte
Cet élément n'a pas d'instructions
Voor welke idealen strijde het Franse volk?
A
Gelijkheid
B
Vrijheid
C
Meer brood
D
Omdat zij geen koning meer wouden
Slide 26 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Op welk eiland werd Napoleon verbannen voor de tweede keer?
A
St Elba
B
St Elisabeth
C
Canarische eilanden
D
Engeland
Slide 27 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
