6T_2 Graphic novel

Graphic novel
1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsSecundair onderwijs

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Graphic novel

Slide 1 - Diapositive

Bekijk de afbeeldingen.
Welke afbeelding spreekt jou het meest aan?

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Welke afbeeldingenreeks spreekt jou het meest aan?

Slide 5 - Question ouverte

Welke hoort niet in het rijtje?
Arlo
Suske en Wiske
Paris
Persepolis

Slide 6 - Sondage

Welk teksttype is dit?

Slide 7 - Question ouverte

Las je ooit al een graphic novel (uit)?
Ja
Neen

Slide 8 - Sondage

Maak oef 2 p. 5

Slide 9 - Diapositive

Lees de titel, lead en bekijk de afbeelding. Duid aan welke termen volgens jou bij een graphic novel passen.

Slide 10 - Diapositive

Welke termen passen volgens jou?

Slide 11 - Carte mentale

Lees de tekst en beantwoord de vragen a, b, c en d.
timer
4:00

Slide 12 - Diapositive

Geef nog twee synoniemen voor een graphic novel.

Slide 13 - Question ouverte

Wanneer verscheen de eerste striproman in Europa?

Slide 14 - Question ouverte

Benoem drie vooroordelen over graphic novels die in het artikel benoemd worden.

Slide 15 - Question ouverte

Hoe vormen de tekeningen een ondersteuning van het verhaal?

Slide 16 - Question ouverte

Slide 17 - Diapositive

Wat is de betekenis van de cartoon?

Slide 18 - Question ouverte

Oef 5 p. 5

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Wat zijn kenmerken van een graphic novel?

Slide 21 - Carte mentale

Wat zijn kenmerken van een strip?

Slide 22 - Carte mentale

Stripboek
Beide
Graphic novel
Luchtig
Verhaal met tekeningen
Zware thema's
Makkelijk
Complex
Goedkoper
Duurder
Literair gehalte
+/- 48 pagina’s
Meer aantal pagina's

Slide 23 - Diapositive

Maak de woordenschatoefeningen op p. 8-9 

Slide 24 - Diapositive

Geef een mogelijke definitie van een graphic novel.

Slide 25 - Question ouverte

Slide 26 - Diapositive

Waar zal het fragment volgens jou over gaan?

Slide 27 - Carte mentale

Beantwoord vragen 1-4 op p. 10-11.

Slide 28 - Diapositive

Lees het fragment "Doorsnee" op Google Classroom en beantwoord de vragen.

Slide 29 - Diapositive

a) Waarom moet Phaedra op consultatie bij een psychiater? (p. 16)

Slide 30 - Question ouverte

b) Geef 2 incidenten die ertoe hebben geleid dat Phaedra voor een maagverkleining koos. (p. 17-26, p. 33-34)

Slide 31 - Question ouverte

c) Hoe is Phaedra’s band met haar ouders? (p. 14 – p. 26 – p. 44)

Slide 32 - Question ouverte

Beeldspraak
In fictie gebruiken we vaak beeldspraak om iets onder woorden te brengen. We gebruiken woorden niet in hun letterlijke betekenis, maar proberen aan de hand van een beeld iets duidelijker of emotioneler onder woorden te brengen.
Aangezien graphic novels met beelden werken, maken auteurs hier regelmatig gebruik van.
  • Bv. Gevoelens kunnen een beeld krijgen, zoals de grote golf in Doorsnee van Pheadra Derhore.
  • Bv. Een voorwerp kan een beeld krijgen. Zo krijgt het beroemde Dagboek van Anne Franck – dat in het oorspronkelijke boek ook al een naam ‘Kitty’ krijgt – in de graphic novel een echt beeld.



Slide 33 - Diapositive

d) Waarom staan er op p. 25-26 golven afgebeeld?

Slide 34 - Question ouverte

Interpunctie
Ga naar de aparte LessonUp Interpunctie en overloop deze.
Maak nadien de BW "Interpunctie" via Smartschool.

Slide 35 - Diapositive

Kies een passage uit het fragment van Doorsnee en schrijf het in romanvorm. Je focust extra op het correct gebruiken van hoofdletters en leestekens

Slide 36 - Diapositive