2 Nederlands landschap en de vierslag

Nederland 
1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeHBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Nederland 

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kijkvraag 
  • Hoeveel vliegt een meeuw op een dag om eten voor haar kuikens te halen?
  • Welke landschapssoort komt het meeste voor in het filmpje?
  • Welke topografische plaatsen?

Slide 2 - Diapositive

Docent: Start met het kijken naar het filmpje. Geef ze vooraf de kijkvraag mee.
Bespreek het antwoord, praat verder wat de studenten herkenden qua topografie en laat de studenten ook nadenken over of dit een filmpje is dat je op de basisschool kunt gebruiken.

Hoeveel vliegt een meeuw per dag om eten voor zichzelf en haar kuikens te halen?

Slide 3 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

lesdoelen 
  • Je kunt kinderen een afbeelding van een “stukje van de wereld” geografisch laten waarnemen
  • Je kunt kinderen verklaringen laten ontdekken via ondersteunende beeldvormers
  • Je kunt een geografisch lesdoel voor een bovenbouwgroep geografisch uitwerken op leerkrachtniveau
  • De eindopdracht is duidelijk
  • Procesdoel: jouw kennis activeren op het gebied van de landschappen veen, klei en duinen




Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

lesverloop 
  1. Uitleg eindopdracht
  2. Vakdidactiek zelf ervaren adhv voorbeeld
  3. Theorie vakdidactiek: eerste twee stappen van de geografische vierslag
  4. Zelf doen

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat houdt de eindopdracht in?

Slide 8 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

eindopdracht 
In duo’s ontwerpen jullie
  • een hoofdles: zelfgekozen geografisch verschijnsel en land (niet NL)
  • geografische vierslag met passende, beeldvormers,  multiperspectiviteit en ontwikkelingseducatie (Beeldvormers uit de 4 categorieën)
  • een kaartvaardigheidsactiviteit die de vaardigheden traint om informatie te kunnen halen uit de gebruikte kaarten van de hoofdles. 
  • een bijbehorende topografieles: 5 plaatsen uit de basistopografie en op basis van de criteria van functionaliteit aanbieden en laten inoefenen. 
Tevens geven jullie feedback op de lessen van ander duo.
Lessen op lesvoorbereiding, met passende beginsituatie en motiverende opening

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Activeren voorkennis
Effectieve topografie?

Slide 10 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

deel eindopdracht topo 
  • Vanuit jullie land
  • Kies 5 namen uit de CITO basis-topografielijst die een bepaalde samenhang vertonen. Voor de Cito topolijst: zie je boek ‘Basiskennis aardrijkskunde’ Roger Baltus, hoofdstuk 9.
  • ZIE FEEDBACKFORMULIER OP ITS, DAT BIEDT EEN GOED HOUVAST VOOR HET ONTWERP

Opdracht:
Zorg dat je de komende les (11 of 18-12) per duo jullie lesdoelen op leerkrachtniveau meehebben. 

Advies:
Heb de topografieminiles over jullie land in concept af

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel procent van Nederland bestaat uit gras?

Slide 15 - Question ouverte

38%
Een bekend Hollands landschap, wat zien we allemaal?
Laat studenten dat even in duo’s uitwisselen of opschrijven en inventariseer de antwoorden

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zag je op de afbeelding?

Slide 17 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Diapositive

Vul gericht aan met waarneemvragen die relevant zijn voor het inhoudelijke lesdoel
Waarneemvragen:
Wat voor soort/soorten landschap zie je? Hoe is het reliëf? Wat doet de tractor? Wat voor dieren staan er in de wei, Hoe verhoudt de oppervlaktewaterstand zich tot het land? Om de hoeveel meter zijn er sloten? Waar en wat voor bomen zijn er? Hebben de bomen bladeren? Wat voor soort bebouwing zie je? Hoe groot zijn de weilanden ongeveer en wat is de vorm?

Slide 19 - Diapositive

Vul gericht aan met waarneemvragen die relevant zijn voor het inhoudelijke lesdoel
Waarneemvragen:
Wat voor soort/soorten landschap zie je? Hoe is het reliëf? Wat doet de tractor? Wat voor dieren staan er in de wei, Hoe verhoudt de oppervlaktewaterstand zich tot het land? Om de hoeveel meter zijn er sloten? Waar en wat voor bomen zijn er? Hebben de bomen bladeren? Wat voor soort bebouwing zie je? Hoe groot zijn de weilanden ongeveer en wat is de vorm?

 Op wat voor grondsoorten zie je vooral weiland? Waarom zou dat zijn?
Grondsoort                      Grondgebruik           Hoogte

Slide 20 - Diapositive

Laat studenten in duo’s eerst zelf ontdekken en vraag dan wat de beeldvormers en vragen bijdragen aan hun inzicht, t.o.v. alleen de vragen die werden gesteld bij de dia hiervoor

Waarnemen:
  • Wat zie je op kaart 1?
  • Wat verandert er op kaart 2 en 3?
Verklaren:
Waardoor verandert het?

Slide 21 - Diapositive

Extra oefening als er tijd genoeg is:
Relevant is eerst de zeekleivorming, daarna de duinvorming die tot gevolg heeft dat er moerassen ontstaan, met veenvorming. Door het bouwen van dijken wordt het dan bestaande landschap meer vastgelegd en lijkt het nog veel op dat van nu.
Laat studenten redeneren:
Door langzaam aflopende zeebodem en eb en vloed wordt zeeklei afgezet
Duinen ontstaan door de branding
Erachter ontstaat moeras
Moeras verandert in veen
Wat is veen (hoe is het ontstaan)? 
Waarom is het daar?
Welke kenmerken heeft het?

Slide 22 - Diapositive

Verdere uitdieping en ervaring hoe de combinatie van ondersteunende beeldvormers en vragen helpt bij het verklaren en begrijpen: werkvorm: weer duo’s die het samen moeten uitzoeken. Een duo kun je het laten presenteren en door andere duo’s laten aanvullen.
Stap 1 = inhoudelijke verklaring
Stap 2 is didactisch bekijken wat de waarde van de vragen en plaatjes was bij het ontdekken
Plantenresten sterven af en komen onder water te liggen.
Hierdoor kan er geen zuurstof bij komen en vergaat het niet.
Breakout room 5 min. Laat studenten hier over nadenken

Ontstaan laagveen
  • Zeeklei door lage zeespiegel
  • Zeespiegelstijging: lage delen van Nederland kwamen onder water te staan
  • Door duinvorming ontstond erachter moeras
  • Door moeras konden dode plantenresten niet verteren
  • Laagveen ontstond op zeeklei


Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kenmerken laagveenlandschap
Waar dienen de sloten voor?
Waarom wordt er dus alleen gras ”verbouwd”?

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Evaluatie 
Hoe zagen de lessen op de middelbare school/het MBO er vooral uit, wat deden de leerkrachten meestal tijdens de instructie?

Hoe ging het nu?
Wat levert deze manier op?
- motivatie?
- kennis
- begrip en inzicht

Welk effect zal dit hebben op het langdurig onthouden en begrijpen?

Slide 25 - Diapositive

Beelden beklijven vaak beter en zijn boeiender dan alleen uitleg
Luisteren en begrijpen is intensief voor kinderen
Zelf de verbanden laten ontdekken zorgt voor succeservaring, het beter benutten van aanwezige voorkennis/concepten en meer inzicht

De geografische vierslag:                                                Beeldvormers
Wat, waar, waarom daar?                                                De wereld de klas in
Denkvragen +
beeldvormers +
Actieve werkvorm = goede aardrijkskundeles!

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Geografische beeldvormers

Vuistregels:
  • Altijd een kaart om te lokaliseren
  • Minimaal 5 beeldvormers om een onderwerp echt de klas in te halen
  • Laat kinderen bij de verwerking zelf beeldvormers toevoegen/maken
  • Ga ook een aantal keer per jaar naar het “onderwerp” toe

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe maak je een meer droog? 
In Noord- en Zuid-Holland zijn diverse droogmakerijen
Jullie moeten aan groep 6 uitleggen hoe een meer wordt drooggemaakt, hoe het droog blijft en waar het water naar toegaat. Zoek beeldvormers en bedenk een interactieve uitleg.

Tip:
Een tekening helpt kinderen vaak om een proces te begrijpen.

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Slide 29 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Groepsopdracht: zie ppt teams
kanaal 1 Melanie-Danie

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kracht van tekeningen – animaties? 
Proces tekenen of uitleg vanuit totaalplaatje?

Slide 33 - Diapositive

Een schematische tekening gebruiken werkt vaak nog effectiever als je het eerst stap voor stap tekent, in logische volgorde op basis van oorzaak-gevolg.
Als het water weg moet en je moet zorgen dat het niet terug kan lopen, wat doe je dan eerst
Als je wilt voorkomen dat een andere plek onderloopt, wat doe je dan daarna
Hoe haal je het water weg
Waar moet het water uiteindelijk naartoe en hoe komt het daar

De kracht van schematische tekeningen-animaties
Tekening is een vereenvoudiging van de werkelijkheid,
Laat alleen onderdelen zien die relevant zijn voor het begrip
Maakt die onderdelen extra duidelijk door “aangepaste werkelijkheid”

Wanneer?
Echte beelden geven het geografisch begrip maar beperkt weer door:
- omvang,
- processen die niet zichtbaar zijn…(bv. onder de grond of in de lucht)
Bij duidelijke oorzaak-gevolg relaties
Vaak voor fysische processen
http://www.geologievannederland.nl/
Internet!


Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat je ook maakt en voorbereid, het begint bij …
Specifieke lesdoelen

Begin met een specifiek en realistisch lesdoel op leerkracht(LK) niveau

Voorbeeld?

  • De leerlingen weten welke landschappen Nederland heeft
  • De leerlingen kunnen kenmerken benoemen van het Nederlandse landschap. 


……..

Welke vind jij de beste?

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

voorbeeld goed lesdoel
De leerlingen kunnen (een x-aantal van) de volgende kenmerken over het Nederlandse landschap noemen:
80% van de NL woont in stedelijk gebied, met name de Randstad
De Randstad ligt in West-Nederland, waaronder Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht en Leiden
Ruim 10% van NL is bebouwd, de rest is gras, akker of natuur.

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

lesdoel op leerkrachtniveau
Stappen:
1 zelf duidelijk boven de lesstof staan
2 (Beginsituatie kennen)
3 Precies bedenken wat leerlingen moeten kunnen…en dit volledig uitschrijven in een lesdoel op LK niveau (de antwoorden die je van leerlingen wilt staan dus in het lesdoel)

Leerlingen (het lesdoel in methodes is vaak op leerlingniveau)
Het lesdoel dat je in de opening aan de leerlingen vertelt, vertel je op leerlingniveau, bv. je kunt op het eind van deze les minimaal 3 van de 5 kenmerken over het Nederlandse landschap benoemen die we straks gaan ontdekken.

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht 2 Ontwerp een interactieve opening en instructie over duinen, rivierklei of zeeklei 
Waar en waarom daar?!
Gebruik reader its blz. 1-10  
gebruik het boek
Beginsituatie en motiverende opening met hoofdbeeldvormer
Ondersteunende beeldvormers en denkvragen voor verklaren: oorzaak-gevolg
Zie je een mogelijkheid voor een combinatie met topografie
http://www.geologievannederland.nl/

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

samenvatting 
Aardrijkskunde = de wereld de klas in halen met hoofdbeeldvormer

Stappen
1 Waarneemvragen
2 Verklaarvragen met ondersteunende beeldvormers
Inzet van beeldvormers: kaarten – beelden en schematische tekeningen-animaties

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 40 - Diapositive

Extra
Duinlandschap, korte animatie
Kustlijn Kort filmpje 2 minuten over ontstaan duinen en helmgras
http://www.oudlisse.nl/ouder_nieuws/brit.html 
scriptie over het ontstaan van Lisse
Link naar geologie.nl animatie ontstaan duinlandschap

Slide 41 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions