Comparisons

Comparisons
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Comparisons

Slide 1 - Diapositive

Les 2: Aims & Programme
Lesdoel:
Ik kan in het Engels de vergrotende en overtreffende trap toepassen in een opdracht.

Lesson up
Do ex. 6,7  pg 77 zelf./geleid.
Check lesson aims
Homework

Slide 2 - Diapositive

Trappen van vergelijking

Slide 3 - Diapositive

Wat zijn trappen van vergelijking?

Slide 4 - Carte mentale

Slide 5 - Vidéo

Vergrotende + overtreffende trap
klein - kleiner - kleinst(e)
small - smaller - smallest

groot - groter - grootst(e)
big - bigger - biggest

aardig - aardiger - aardigst(e)
nice - nicer - nicest

Comparative +

Superlative

Slide 6 - Diapositive

Let op woorden die eindigen op een Y!

(medeklinker + y dan 'i' ipv 'y'

Slide 7 - Diapositive

Let op! 
goed - beter - best
good - better - best

slecht - slechter - slechtst(e)
bad - worse - worst

ver - verder - verst(e)
far - further-furthest

 zie studybox: leer de uitzonderingen!!!!




Slide 8 - Diapositive

Vergrotende trap:
+ER

Vaak wordt het woord gevolgd door THAN

Frank is taller than Rob.

The boys are faster than us.


Overtreffende trap:
+EST

Vaak komt er voor het woord THE te staan

Rob is the tallest boy I know.

That is the fastest car ever.

Slide 9 - Diapositive

Maar bij langere woorden...

Slide 10 - Diapositive

Woorden van 2 of meer lettergrepen
krijgen GEEN -er of -est,
maar MORE of MOST ervoor!

I am smaller than Frank, but he is more intelligent than I am.

Jason is the sweetest baby I know, Jasmin is 
the most beautiful baby though.


Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

My sister has a ___ room than I have.
A
big
B
bigger
C
biggest
D
more bigger

Slide 14 - Quiz

I drive ___ than my husband.
A
safe
B
safer
C
safest
D
most safe

Slide 15 - Quiz

That group is _____ than the other group.
A
more serious
B
most serious
C
seriouser
D
seriousest

Slide 16 - Quiz

The teacher likes to have the ___ talks.
A
dull
B
duller
C
dullest

Slide 17 - Quiz

It is _____ than ever to find good football players.
A
more difficult
B
difficulter
C
most difficult
D
difficultest

Slide 18 - Quiz

Michael Jackson was the
___ singer ever .
A
great
B
greater
C
greatest
D
most great

Slide 19 - Quiz

The weather today is even ___
than yesterday.
A
badder
B
baddest
C
worse
D
worst

Slide 20 - Quiz

My dad is the ___ dad ever!
A
good
B
goodest
C
better
D
best

Slide 21 - Quiz

TOT SLOT
Er is nog een manier van vergelijken:
" net zo....als" of  "niet zo...als"
English = 
As......As : This coat is as soft as yours

Not as.......Not as: But it not as soft as mine

Slide 22 - Diapositive

Ik kan in het Engels de vergrotende en overtreffende trap maken en toepassen in een opdracht.
Stop, Ik snap er helemaal niets van
Slow down, Ik snap nu hoe je het maakt maar toepassen vind ikmoeilijk
Ready to GO!, ik snap het volledig en kan aan de slag

Slide 23 - Sondage

Book
Do ex. 6,7 pg 77  lesson 5   (u2)

check


Slide 24 - Diapositive