de school - het lichaam -werkwoordvervoeging - getallen-zinsvolgorde

De School
Welke woorden ken je?
1 / 28
suivant
Slide 1: Carte mentale
NT2Middelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2,3

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

De School
Welke woorden ken je?

Slide 1 - Carte mentale

De pen ligt op de tafel.
De meester schrijft op het bord.
De leerling loopt door de gang.
De kat ligt op de vensterbank.
Ik slijp het potlood. 
De prullenbak staat naast de deur. 

Slide 2 - Question de remorquage

Vul in - wijzen
De juf ..... naar het raam.

Slide 3 - Question ouverte

Vul in - zijn
De jongen ...... 14 jaar oud.

Slide 4 - Question ouverte

vul in - leren
De leerlingen ...... Nederlands.

Slide 5 - Question ouverte

vul in - pakken
Zij ..... het wc-papier van het toilet.

Slide 6 - Question ouverte

Vul in - schrijven
De leerling ...... in zijn schrift.

Slide 7 - Question ouverte

De verwarming
A
B
C
D

Slide 8 - Quiz

De schaar
A
B
C
D

Slide 9 - Quiz

Maak een zin:
computer - De - staat - tafel - op - de

Slide 10 - Question ouverte

de - met - stift - De - tekent - leerling

Slide 11 - Question ouverte

kast - Ik - pak- map - uit - de - de

Slide 12 - Question ouverte

Schrijf op:
14

Slide 13 - Question ouverte

Schrijf op:
7

Slide 14 - Question ouverte

Thema 2

Slide 15 - Diapositive

Het lichaam
Welke woorden ken je nog?

Slide 16 - Carte mentale

Ik poets mijn gebit met een tandenborstel.
De darmen zitten in de buik.
Ik neem pillen tegen de hoofdpijn.
De man heeft een baard.
Een hand zit links en een hand zit rechts. 
Zij heeft lang en blond haar.

Slide 17 - Question de remorquage

Vul in - zitten
Aan de hand .... vijf vingers.

Slide 18 - Question ouverte

Vul in - hebben
Hij ...... een grote snor.

Slide 19 - Question ouverte

Vul in - wijzen
De juf ..... met haar wijsvinger naar het raam.

Slide 20 - Question ouverte

Vul in - liggen
De deodorant .... in de badkamer.

Slide 21 - Question ouverte

de hersenen
A
B
C
D

Slide 22 - Quiz

de zakdoek
A
B
C
D

Slide 23 - Quiz

buik - op - Ik - lig - mijn

Slide 24 - Question ouverte

wast - handen - haar - Het - met - zeep - meisje

Slide 25 - Question ouverte

Schrijf op:
drieënzestig

Slide 26 - Question ouverte

Schrijf op:
vierenzeventig

Slide 27 - Question ouverte

Schrijf op:
zestien

Slide 28 - Question ouverte