V6 opfrisser H7 voor examen

H7 Romantiek en Realisme
Opfrisser
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
KunstMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

H7 Romantiek en Realisme
Opfrisser

Slide 1 - Diapositive

Welke beweringen zijn juist?
A
Romantiek is een verslag van het alledaagse.
B
Romantiek is een vlucht uit het alledaagse.
C
Realisme is een verslag van het alledaagse.
D
Realisme is een vlucht uit het alledaagse.

Slide 2 - Quiz

Teleurstellende gevoelens overheersen eind 18e eeuw, waardoor de romantiek ontstaat. Welke gebeurtenissen hadden hier invloed op?

Slide 3 - Question ouverte

Franse revolutie: nog steeds grote sociale misstanden en klassenverschillen, ondanks de revolutie en onder leiding van Napoleon werd het niet beter.

Industriele revolutie: volle steden, vervuiling, groot verschil tussen kapitaalkrachtige fabriekseigenaren en bezitloze arbeiders. 

Slide 4 - Diapositive

Escapisme: kunstenaars vluchten uit de harde (industriele, stedelijke) werkelijkheid in:

Slide 5 - Carte mentale

Escapisme:
 De Natuur – het sublieme landschap
 Exotische bestemmingen
 De (onbereikbare) liefde
 Sprookjes, mythen
 Het verleden (de eigen geschiedenis - nationalisme)
 Dromen - hallucinaties

Slide 6 - Diapositive

ROMANTIEK
IMPRESSIONISME
REALISME
gevoel en emotie belangrijk
exotisme
wegvluchten uit werkelijkheid (verleden of fantasie)
werking van kleur en licht belangrijk)
momentopname weergeven
snel werken: toetsen en vlekken
gewone mensen als onderwerp (arbeiders)
weergeven werkelijke wereld zonder opsmuk

Slide 7 - Question de remorquage

Hoe zag de kunstenaar er in de romantiek uit? De bohemien?

Slide 8 - Question ouverte

Bohemien
- originaliteit
- geniale persoonlijkheid, niet burgerlijk.
- volkomen vrij, niet gebonden aan (academische) regels of opdrachtgevers (individualisme). Vrije markt! 
- virtuositeit
- Soms: kunstenaars leven in armoede, alleen voor de kunst
- Schubert: isolement

Slide 9 - Diapositive

Welke stelling is onjuist?
A
Onder programmamuziek verstaat men een instrumentale compositie waar een verhaal of gedicht aan ten grondslag ligt, anders dan absolute muziek waar het om de vorm gaat.
B
Absolute muziek noemt men die composities waarin de vorm voorop staat en die niet gebaseerd is op een verhaal of gedicht
C
In de muziek worden handelingen, beelden of gedachten uitgebeeld.
D
Naast de instumenten wordt de inhoud van de programmamuziek ook vaak in tekst uitgedrukt.

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Vidéo

Het Rijksmuseum te Amsterdam is een voorbeeld van:
A
Neogotiek
B
Eclecticisme
C
Neorenaissance
D
Neoclassicisme

Slide 12 - Quiz

Welke architectuurstijlen herken je hier?

Slide 13 - Diapositive

Welke (stijl) herkende je?
A
Barok
B
Expressionisme
C
Middeleeuwen/ Gotiek
D
Klassieke oudheid

Slide 14 - Quiz

Kunst, wetenschap en techniek in de 19e eeuw, noem eens een voorbeeld?

Slide 15 - Carte mentale

Kunst, wetenschap en techniek
  • Ingenieurs: ijzer/glas constructies (Eiffeltoren, Crystal Palace)
  • Reproductiemogelijkheden
  • Fotografie
  • Electrisch licht in theaters, meer spektakel
  • Gesamtkunstwerk 
  • Verwetenschappelijking van het verzamelen
  • Opkomst muziekwetenschap en kunstgeschiedenis

Slide 16 - Diapositive

Wat is een SALON in de 19e eeuw?
A
Openbare kunstexpositie voor de adel
B
Openbare kunstexpositie voor kunstenaars en kopers
C
Schitterende huiskamer in een decoratieve stijl
D
Een soort museum waar iedereen kon komen kijken.

Slide 17 - Quiz

Wat bedoelde de jury van de Salon met een 'R' op de achterkant van de schilderijen?

Slide 18 - Question ouverte

Wat gebeurt er op een wereldtentoonstelling?
A
Wereldleiders komen bijeen om hun producten aan te bieden in de wereldeconomie
B
Spullen uit kolonieen worden gebruikt om de gelijkwaardigheid van het westen en de kolonien te tonen.
C
Landen maken reclame voor eigen land en de nieuwste uitvindingen en producten
D
Kunstenaars verkopen hun kunstwerken wereldwijd

Slide 19 - Quiz

Hoe wordt de arbeider afgebeeld in dit werk van Meunier? 
Zielig en arm
Waardig en voornaam

Slide 20 - Question de remorquage

Werk van Vincent van Gogh

Slide 21 - Diapositive

Tot welke kunststroming behoorde Vincent van Gogh en waar liet hij zich in voorgaand schilderij door inspireren?

Slide 22 - Carte mentale