Nederlands in gang: H.7

Nederlands in gang: H.7
In een kledingzaak

1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2HBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 22 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Nederlands in gang: H.7
In een kledingzaak

Slide 1 - Diapositive

woordenlijst hoofdstuk 7: quizlet
https://quizlet.com/nl/218837982/hoofdstuk-7-nederlands-in-gang-nederlands-engels-flash-cards/?i=1zl84x&x=1jqt

Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen:
1. Ik ken de woorden die horen bij kleding passen en kleding kopen.
2. Ik kan de maat en het model omschrijven.
3. Ik ken de kleuren.
4. Ik ken de comparatief en het superlatief.
5. Ik ken het demonstratief pronomen.
6. Ik ken de objectvorm van het personaal pronomen.
7. Ik ken de uitspraak van de eindklank.

Slide 3 - Diapositive

de woordenschat
https://quizlet.com/nl/218837982/hoofdstuk-7-nederlands-in-gang-nederlands-engels-flash-cards/?i=1zl84x&x=1jqt

Slide 4 - Diapositive

de kleuren

Slide 5 - Diapositive

Kleuren en motieven
donkerblauw/lichtblauw
dark blue/light blue
lichtbruin/donkerbruin
light brown/dark brown
een effen stof
a plain fabric
een geruite broek
checkered pants
een gebloemde bloes
a floral blouse
een gestreept pak
a striped suit

Slide 6 - Diapositive

quizlet: de kleuren
https://quizlet.com/nl/227637796/nt2-de-kleuren-flash-cards/?i=1zl84x&x=1jqt

Slide 7 - Diapositive

quizlet: de kleding
https://quizlet.com/join/7pg6hMSEt

Slide 8 - Diapositive

de maat en het merk
Welke maat hebt/heeft u?
Ik heb maat 44.
Hebt u hem in een grotere maat?
Dit is de grootste maat van dit model.
Welk merk zoekt u?
Ik ben niet op zoek niet naar een speciaal merk.
Hebt/heeft u deze broek ook in het blauw?

Slide 9 - Diapositive

het model
Ik wil graag een laag model.
Alstublieft, vindt u deze mooi?
Heeft u ook een strak model?
Deze broek is een beetje te wijd.
Alstublieft, past u deze eens.
Heeft u nog andere modellen die minder wijd zijn?
Nee, dit zijn de enige modellen op dit moment.

Slide 10 - Diapositive

groot-big
klein-small
lang-tall
kort-short
mooi-beautiful
hip-cool
licht-light
donker-dark
goed-good
laag-low
hoog
groter-bigger
kleiner-smaller
langer-taller
korter
mooier
hipper
lichter
donkerder
beter
lager
hoger

Slide 11 - Diapositive

regelmatige vormen
(regular)
basisvorm
comparatief
superlatief
klein
kleiner (dan)
(het) kleinst
groot
groter  (dan)
(het) grootst
duur
duurder (dan)
(het) duurst
mooi
mooier (dan)
(het) mooist

Slide 12 - Diapositive

onregelmatige vormen
basisvorm
comparatief
superlatief
goed
beter (dan)
(het) best
veel
meer (dan)
(het) meest
weinig
minder (dan)
(het) minst

Slide 13 - Diapositive

"As big as"...............
"Even groot als...."

She is as tall as her mother.
Zij is even groot als haar moeder.
She is as short as her father.
Zij is even kort als haar vader.
That man is as intelligent as his wife.
Die man is even intelligent als zijn vrouw.
The weather in the Netherlands will be just as warm as that in France.
Het weer in Nederland wordt even warm als dat in Frankrijk.

Slide 14 - Diapositive

de superlatief
mooi-mooier-mooist
groot-groter-grootst
klein-kleiner-kleinst
donker-donkerder-donkerst
licht-lichter-lichtst
laag-lager-laagst
hoog-hoger-hoogst
kort-korter-kortst
lang-langer-langst

Slide 15 - Diapositive

demonstratief pronomen
(aanwijzend voornaamwoord)
hier
(here)
daar
(there)
singularis
(enkelvoud)
de broek
het shirt
deze broek
dit shirt
die broek
dat shirt
pluralis
(meervoud)
de broeken

de shirts
deze broeken
deze shirts

die broeken

die shirts

Slide 16 - Diapositive

objectvorm van het personaal pronomen
subjectvorm (personen)
objectvorm (personen)
ik
mij/me
jij/je
jou/je
u
u
hij
hem
zij/ze
haar

Slide 17 - Diapositive

objectvorm van het personaal pronomen

het
het
Waar is het?
wij/we
ons
Kunt u ons helpen?
jullie
jullie
Kan ik jullie iets vragen?
zij/ze
hen/ze/hun
Kan ik hen iets vragen?

Slide 18 - Diapositive

personaal pronomen
subjectvorm (niet-personen)
objectvorm
(niet-personen)
de-woord
hij
Dit is mijn nieuwe fiets. Hij rijdt goed.
hem
Dit is mijn nieuwe fiets. Ik heb hem pas drie weken.
het-woord
het
Dit is een goed boek. Het kost twaalf euro.
het
Dit is een goed boek. Ik koop het voor mijn vriendin.
pluralis
ze
Dat zijn leuke schoenen. Ze zijn ook niet zo duur.
ze
Dat zijn leuke schoenen! Mag ik ze even passen?

Slide 19 - Diapositive

uitspraak: eindklank -e
https://portal.coutinho.nl/fileadmin/documenten/nederlandsingang3/audio/h7-opdr15.mp3
1. de grote kantine
2. het gele kopje
3. hetzelfde type
4. de mooie lente
5. het kleine biertje
6. de halve pauze

Slide 20 - Diapositive

uitspraak: eindklank -e
7. de rode bladzijde
8.het korte weekje
9.het tweede bakje
10. het andere bosje
11. het verse boontje
12. het volgende rondje
13. het lekkere toetje
14. de blonde docente

Slide 21 - Diapositive

quizlet: trappen van vergelijking
(degrees of comparison)
https://quizlet.com/be/504214601/nederlands-de-trappen-van-vergelijking-flash-cards/?i=1zl84x&x=1jqt

Slide 22 - Diapositive