Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositive de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
5V Katwijk en 2.2 Op klompen
2.2 Op klompen in het water
Examenopgave Katwijk en 2.2 Op klompen...
Slide 1 - Diapositive
Hoe kun je aantonen dat bij Katwijk aan Zee, voor de aanleg van de sluizen, overstromingen hebben plaatsgevonden?
A
Er ligt zeeklei door overstromingen
B
Er ligt veen door moerasvorming
C
Er ligt zand
door instromend water
D
Er liggen oude waterlopen
Slide 2 - Quiz
Waarom was het noodzakelijk om de zeedijk in Katwijk aan Zee te versterken?
A
Om historische monumenten te behouden
B
Vanwege het achterland met veel inwoners en een belangrijke economie
C
Om de kust te beschermen tegen overstromingen
D
Om meer toeristen aan te trekken
Slide 3 - Quiz
Waarom werd de aanleg van een nieuwe zeewering verkozen boven het versterken van de oude dijk? (2 antwoorden)
A
De lokale gemeenschap verzette zich tegen de oude dijkversterking.
B
De kosten voor de aanleg van een nieuwe zeewering waren lager.
C
Versterken van de oude dijk zou ten kosten gaan van het centrum en de boulevard
D
Versterken van de oude dijk zou door de integrale benadering teveel overhoop halen
Slide 4 - Quiz
Waarom was het versterken van de oude dijk in Katwijk aan Zee geen reële optie?
A
Er was geen budget beschikbaar voor de versterking.
B
De oude dijk had al voldoende bescherming.
C
De oude dijk was niet toereikend voor bescherming.
D
Het was technisch niet mogelijk om de oude dijk te versterken.
Slide 5 - Quiz
Welke vormen van kustbeheer zijn bij Katwijk toegepast?
A
Alleen zachte kustverdediging
B
Alleen harde kustverdediging
C
Dynamische kustverdediging
D
Harde en zachte kustverdediging
Slide 6 - Quiz
Wat doet klimaatverandering met een rivier in Nederland?
Slide 7 - Carte mentale
Hoeveel meter onder NAP ligt het laagste punt van Nederland?
A
-3,8 meter
B
-6,8 meter
C
-4,8 meter
D
-1,8 meter
Slide 8 - Quiz
Welk begrip gaat over de hoeveelheid water die een rivier in een jaar afvoert?
A
basisafvoer
B
piekafvoer
C
regiem
D
debiet
Slide 9 - Quiz
Sleep de begrippen naar de juiste afbeelding:
Hierna: 3 quizvragen.
Overloopgebied
Nevengeul
Waterkering
Verstening
Slide 10 - Question de remorquage
Wat is het regiem van een rivier?
A
Hoeveel water er door een rivier stroomt
B
Een ander woord voor debiet
C
De wisselingen in water in een rivier in een jaar
D
De stroomsnelheid van een rivier
Slide 11 - Quiz
Oorzaak
Gevolg
Ontbossing
Verstening
Piekafvoer
Landdegradatie
Slide 12 - Question de remorquage
Door klimaatverandering zal het regiem...
A
Grilliger worden
B
Vernatten
C
Minder grillig worden
D
Opdrogen
Slide 13 - Quiz
De Rijn is een ...
A
regenrivier
B
gletsjerrivier
C
gemengde rivier
D
smeltrivier
Slide 14 - Quiz
Upload een foto van verstening die invloed heeft op het regiem in de rivier
Slide 15 - Question ouverte
Slide 16 - Vidéo
Welke factor kan door klimaatverandering de piekafvoer vergroten?
A
Stijging van grondwaterpeil
B
Toenemende frequentie van hevige regenbuien
C
Afname van smeltwater
D
Verkleining van stroomgebied
Slide 17 - Quiz
Wat is de beste omschrijving voor het begrip piekafvoer?
A
De waterafvoer als de rivier op zijn hoogst staat
B
De extra waterafvoer na een grotere regenbui
C
De waterafvoer
in de winter
D
De extra waterafvoer door klimaatverandering
Slide 18 - Quiz
Slide 19 - Vidéo
Geef per onderdeel aan of hierdoor de overstromingskans hoger, of juist lager wordt
Hoger
Lager
Verstening van het oppervlak
Dijkverzwaring
Kanalisatie
Ontbossing
Obstakels verwijderen (bijv. pijlers van bruggen)
Verdiepen
Uiterwaardvergraving (wordt lager)
Dijkverlegging
Slide 20 - Question de remorquage
Volgens het boek pompen we ons omlaag. Waardoor?
A
door te lage waterstanden verkruimelt de bodem
B
door het pompen ontstaat erosie van bodemdeeltjes
C
door te lage waterstanden verteert de bodem en verliest het volume door waterverlies
D
door te hoge waterstanden wordt de bodem drassig en zakt deze in
Slide 21 - Quiz
Dijken en afsnijden bochten
Bedding rivier komt hoger in landschap
Piekafvoer komt vaker voor
Ontbossing en verstening
Het verval van de rivier daalt
Minder Infiltratie
Minder ruimte voor de rivier
Versterkt broeikaseffect
Zeespiegelstijging
Binnendijkse sedimentatie
Slide 22 - Question de remorquage
Je ziet kwelwater bij een dijk in Sliedrecht. Welke bewering is juist?
A
Kwelwater voorkomt dijkdoorbraken
B
Hoe lager het debiet, hoe meer kwelwater
C
Waar veel zand is, is meer kwelwater
D
Hoe stabieler het regiem, hoe meer kwelwater
Slide 23 - Quiz
Bekijk de gemiddelde maandafvoer van de Rijn (blz. 59). Hoeveel procent meer water voert de Rijn af op 1 jan. 2100 ten opzichte van het huidige gemiddelde?
A
0%
B
ca. 10%
C
ca. 33%
D
ca. 66%
Slide 24 - Quiz
Wat gebeurt er met de waterstanden in de Rijn in 2100 t.o.v. nu?
A
in de winter lager,
in de zomer lager
B
in de winter lager, in de zomer hoger
C
in de winter hoger,
en in de zomer hoger
D
in de winter hoger, in de zomer lager
Slide 25 - Quiz
De meeste begrippen uit 2.2 zijn nu langsgekomen. Hoe goed denk je dat je de paragraaf kent?