Weektaak 5 2G1 LTC

• Latijn
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Weektaak 5 (af voor 8 feb)

1. Leren grammatica H8 p.100-102

2. Maken taaloefening B p.93-94

Planning ma 1 feb

1. ophalen rijtjes

2. vragen stellen 12-18 in groepjes

3. werken aan weektaak 5

4. maken oefening tekstbegrip 8A p.93

Lesdoel

hic/haec/hoc herkennen en benoemen

8A: 12-13

 Sunt iura belli,sicut pacis.Nos Romani haec solemus

gerere.

Noem twee woorden uit r.12-13 die in de genitivus staan.

Welk woordje komt uit de rijtjes van hic/haec/hoc?

Haec= zelfstandig gebruikt.

1. waar
2. niet waar

gerere=

1. imperfectum
2. imperativus
3. persoonsvorm
4. infinitivus

8A: 13-15

Arma habemus non adversus hos liberos,sed gerĕre 

adversus homines armatos.Tu hos pueros novo scelere  

 vicisti,sed ego Falerios virtute armisque vincam!”

Habemus: welke persoon?

1. 1e ev
2. 2e mv
3. 1e mv
4. 3e mv

In de aant. staat 'adversus+ acc'. Welke acc. hoort bij 'adversus' in r.13?

Homines en armatos congrueren met elkaar.

1. waar
2. niet waar

Noem uit regel 14 en 15 ten minste twee woorden die in de ablativus staan.

8A: 16-18

 Deinde manus magistri post tergum illigavit et eum manus 

pueris tradidit.Virgas quoque eis dedit.Dum his virgis

pueri proditorem verberant, eum in urbem egerunt.

Noem uit r.16-18 drie woorden uit het rijtje van is/ea/id

Illigavit=

1. praesens
2. imperfectum
3. perfectum

Wie wordt bedoeld met 'eum' in r.16?

r.17/18: geef de persoonsvorm(en).

pueris: waarom is dit een dativus?

1. meewerkend voorwerp
2. dativus van bezit

r.17: his. Bijvoeglijk of zelfstandig gebruikt?

1. bijvoeglijk
2. zelfstandig

Huiswerk ma 8 feb

 Leren grammatica p.100-102

Maken taaloefening B p.93-94: VOLGENDE SLIDE

Maak foto's van taaloefening B. p93-94