Debat les 2

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Welkom!

Klaar voor de start:

   -boek, pen, schrift

   -jas uit, tas op de grond

   -telefoon uit, in de tas

Periode 2: Pitch en debat

-Tweetallen: één onderwerp, de één is voor, de ander is tegen.

-Halve klassen

1. Elevator pitch ( 2 x 1 min. 30)

2. Eén op één debat (1 x, 4 min 30)

3. Groepsdebat (circa 8 x)

De pitch, een voorbeeld

'Bewijs het onbewijsbare'

Let op: opbouw van de pitch (4 fasen)

Stelling: 

Eén op de miljoen sigaretten moet een zwaar explosief bevatten

Opbouw pitch

1. Opening, inleiding

2. Aankondiging ('talk your walk'); labels van argumenten

3. Uitwerking van de argumenten

4. Afsluiting + uitsmijter

Een goede pitch

-Tijdnood

-Voorbereiding

-Structuur

-Overtuigend

-Uit het hoofd

www.debatstelling.nl

Les 2 Debat

Debat

-Vaste rollen

-Team

-Afspraken

Stelling:

'Middelbare scholen moeten in het examenjaar geen enkele les meer verplicht stellen'

Stelling:

'Hoogopgeleiden moeten subsidie krijgen om zich eerder en vaker voort te planten'

Debat

Twee teams

Pas gaan zitten als je wat gezegd hebt

Claim: een argument

Denkstap: argument + 'want', 'dus', 'daarom', 'omdat' enz

Wat is nou een debat?

-Discussie met regels, bedoeld voor de derde partij

                     -spreken via de voorzitter

                     -geef aan als je iets wilt zeggen

                     -een 'beurt' duurt maximaal 30 seconden

                     -er is één iemand aan het woord

-Een goed debat is boeiend, interactief, met goede argumenten

De vorm

2 x pitch (voor en tegen)

1 op 1 debat

Opening groepsdebat: een andere spreker: 

Slotspeech: pitcher

Labels

1. Een argument van de tegenstander weerleggen

2. Een nieuw argument inbrengen

3. Een argument van de eigen partij ondersteunen, aanvullen

Slotspeech

1. Je somt de argumenten van jouw partij op, mét labels

2. Je legt uit hoe die argumenten het debat hebben overleefd

3. Som de argumenten van de tegenstander op, mét labels

4. Leg uit hoe die argumenten zijn gesneuveld

Tips voor de slotspeech

Do's: 

          -Maak het debat overzichtelijk, gebruik labels

          -Ga altijd in op wat de tegenpartij heeft gezegd

Don'ts;

          -Geen nieuwe argumenten en weerleggingen

Een stelling voorbereiden: 'SPIN'

Voorstanders:

Stelling: lees ieder woord van de stelling

Probleem: wat is er nu mis, waarom is dat ernstig?

Ingreep: hoe gaat het werken, waarom wordt het probleem nu minder?

Nadelen: wat zijn de grote voordelen en de kleine nadelen?

Tegenstanders

Stelling: lees ieder woord van de stelling

Probleem: is er wel iets mis, is het wel zo ernstig?

Ingreep: waarom gaat het niet werken, wordt het probleem niet minder?

Nadelen: wat zijn de grote nadelen, kleine voordelen?

Tegenstanders

Stelling: lees ieder woord van de stelling

Probleem: is er wel iets mis, is het wel zo ernstig?

Ingreep: waarom gaat het niet werken, wordt het probleem niet minder?

Nadelen: wat zijn de grote nadelen, kleine voordelen?

Stelling:

'De overheid moet vondelingenluiken plaatsen waar baby's anoniem achtergelaten kunnen worden'

Spin voor

Spin tegen

Stelling:

'Muziek met vrouwonvriendelijke teksten zou moeten worden geweerd van de sociale media'

Stelling:

'Sociale media hebben jongeren meer kwaad dan goed gedaan'

Les 3 Debat

De fasen in het debat (1 op 1 én groepsdebat)

1. De opzetbeurt/eerste verweer

          'Strike a first blow'!

          Tip: hanteer het SPIN-model. 

          Wijs iemand aan

2. Vrije fase

          Reactie(s) op de opzetbeurt/verweerbeurt. Gebruik labels.

3. Slotspeech (zie vorige les); 'waarom hebben wij/heb ik het debat    

     gewonnen?'

Veelgemaakte fouten:

-'Het is tegen de grondwet'

-'Het is goed/slecht voor de economie/werkgelegenheid'

-'Wat is jullie bron?'

-'Nederland is een vrij land'

-'Maar mijn opa'

Stelling:

'Dierenartsen in arme wijken zouden betaald moeten worden met belastinggeld.'

Vul in: het SPIN-model

Stelling:

'Binnensteden moeten ontoegankelijk worden voor auto's'

Vul in: het SPIN-model