3.1 Leven in de Sovjet-Unie







H 3 Het Interbellum 1919-1939






3.1 Leven in de 
Sovjet-Unie
1 / 40
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon







H 3 Het Interbellum 1919-1939






3.1 Leven in de 
Sovjet-Unie

Slide 1 - Diapositive

Alles nog even op een rijtje:

  • De les is in twee delen opgedeeld.

  • Maak eerst deel 1 voor jezelf, ga dan verder met deel 2. 

  • Schrijf vragen op zodat je die kan stellen tijdens de les in teams. 

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Lesdoelen §3.1
  1. Jullie kunnen vertellen hoe Rusland bestuurd werd voor de Russische revolutie.
  2. Jullie kunnen twee oorzaken noemen voor de Russische revolutie.
  3. Jullie kunnen uitleggen hoe communisten de macht grepen in Rusland. 
  4. Jullie kunnen uitleggen waarom de Sovjet-Unie een totalitaire samenleving was.
  5. Je kan uitleggen waarom Lenin belangrijk is voor de geschiedenis van Rusland.
  6. Je kan uitleggen waarom Stalin belangrijk is voor de geschiedenis van Rusland. 
  7. Jullie kunnen uitleggen hoe terreur in de Sovjet-Unie werd gebruikt en met welk doel. 
  8. Jullie kunnen uiteggen welke functie showprocessen hebben.
  9. Jullie kunnen uitleggen wat het verschil is tussen een planeconomie en een vrijmarkt economie.  
  10. Jullie kunnen uitleggen waarom collectivisatie past bij het communisme. 


Slide 4 - Diapositive

Deel 1 

Bekijk de volgende slides en maak de quiz vragen.

Ben je bij de slide waar de opdrachten van het boek staan?       
 Maak de opdrachten en dan kan je door naar deel 2. 

Slide 5 - Diapositive

Uitleg filmpje: Russische revolutie
  1. Kijk het korte filmpje op de volgende slide.
  2. Beantwoord daarna de quiz vragen op slides die daarna komen ter controle. 
  3. Schrijf vragen op als je die hebt zodat je ze kan stellen tijdens de les in teams. 

-> Moeilijke woorden in het filmpje:
                           - Primair = simpel/ niet ontwikkeld
                           - Geëxecuteerd = vermoord

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

In het filmpje hebben ze het over 'de Tsaar van Rusland'. Wat bedoelen ze met: Tsaar?
A
Een gewone burger
B
Zoiets als een keizer of koning
C
Een boer
D
Een regering

Slide 8 - Quiz

Sleepvraag:  Sleep het antwoord dat bij de vraag hoort naar het grijze vakje. Er blijven twee kaartjes over.
Vraag 1: Begin van de Russische revolutie is in het jaar:
Vraag 2: Welke woorden (2) passen bij de 
omstandigheden van de boeren in Rusland? 
Vraag 3: Juist of onjuist. Rusland was een modern land. 
Vraag 4: Juist of onjuist. Lenin werd de leider van de
Bolsjewieken. (Dit is een groep communsten)
Vraag 5: Vul in op de puntjes. Het .... leger was heel 
zwak. Er vielen daarom veel doden.
Vraag 6: Weet je dit nog? Einde van de Eerste 
Wereldoorlog is in het jaar: 
Overige twee:
Rijk
1917
Slecht
Arm
Onjuist
Juist
1918
Russische
Duitse

Slide 9 - Question de remorquage

Even kort samengevat: 
  1. De boeren zijn arm en er is een hongersnood. 
  2. Politiek gezien bepaald de tsaar, er is geen democratie.
  3. Grote verliezen in de Eerste Wereldoorlog
  4. Lenin komt naar Rusland om een revolutie te leiden.

Je bent nu in staat de lesdoelen 1,2,3 van deze paragraaf beantwoorden

Slide 10 - Diapositive

Uitleg filmpje: Lenin en het Communisme 

  1. Je bekijkt in totaal twee filmpjes.
  2. Beantwoord  de quiz vragen op slides na/tijdens elk filmpje.
  3. Schrijf vragen op als je die hebt zodat je ze kan stellen tijdens de les in teams. 

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Lien

Voor wie komt Lenin op?
A
Boeren en arme mensen
B
De Tsaar
C
Niemand
D
Alleen zichzelf

Slide 13 - Quiz

Kort samengevat
  • Lenin is de eerste leider van communistisch Rusland -> De Sovjet unie.
  • Totalitaire samenleving:  De overheid bepaalde alles en legde de burgers grote druk op.


Je bent nu in staat op de lesdoelen 4 en 5  van deze paragraaf te beantwoorden. 



Lenin: Klik om te luisteren
Uitleg: Klik om te luisteren

Slide 14 - Diapositive

2

Slide 15 - Vidéo

00:30
Wat past niet bij het communisme?
A
Gelijke lonen
B
Karl Marx
C
Rijke fabrieksbazen
D
Revolutie

Slide 16 - Quiz

00:58
Wat bedoelen ze met: 'Critici hoeven hun mond al helemaal niet open te doen.'

Slide 17 - Question ouverte



Beantwoorde de ledoelen

Lezen bladzijde:
70 alles
Maken: blz 72 en 73
1 t/m 4
Beantwoord de lesdoelen:
  1. Jullie kunnen vertellen hoe Rusland bestuurd werd voor de Russische revolutie.
  2. Jullie kunnen twee oorzaken noemen voor de Russische revolutie. 
  3. Jullie kunnen uitleggen hoe communisten de macht grepen in Rusland. 
  4. Jullie kunnen uitleggen waarom de Sovjet-Unie een totalitaire samenleving was.
  5. Je kan uitleggen waarom Lenin belangrijk is voor de geschiedenis van Rusland.
Aan de slag
Klik om te luisteren

Slide 18 - Diapositive

Maak een foto van je gemaakte huiswerk. Dit moet wel leesbaar zijn.

Slide 19 - Question ouverte

Deel 2
Bekijk de volgende slides en maak de quiz vragen.

Ben je bij de slide waar de opdrachten van het boek staan? 
 Maak de opdrachten en dan ben je klaar met deze paragraaf.

Slide 20 - Diapositive

Uitleg filmpje: Stalin
  1. Kijk het korte filmpje op de volgende slide.
  2. Beantwoord daarna de quiz vragen op slides die daarna komen ter controle.  
  3. Schrijf vragen op als je die hebt zodat je ze kan stellen tijdens de les in teams. 



Moeilijke woorden:
            - revolutionair = voorstander van een revolutie. Iemand die verandering wil

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Lien

Stalin gedraagt zich als een dictator. Welk antwoord past daar het beste bij?
A
Hij luister naar het volk.
B
Hij luistert naar het parlement.
C
Het maakt hem niks uit wat er gebeurd.
D
Hij bepaald alles.

Slide 23 - Quiz

Tegenstanders van Stalin of de Sovjet-Unie worden naar werkkampen gestuurd of worden vermoord
A
Juist
B
Onjuist

Slide 24 - Quiz

Stalin is aan de macht tijdens:
A
De Eerste Wereldoorlog.
B
De Tweede Wereldoorlog.

Slide 25 - Quiz

Stalin zorgt er voor dat de Sovjet-Unie snel industrialiseert. Waarom is dat goed?

Slide 26 - Question ouverte


Showprocessen en terreur

Terreur: Stalin liet miljoenen mensen opakken en martelen. Kritiek op het communisme was reden om iemand te doden. Doordat mensen niet meer wisten wie ze konden vertrouwen durfde niet meer kritiek te geven. Zelfs binnen gezinnen durfde men dat niet.

Showprocessen: veel zogenaamde tegenstanders van het communisme werden opgepakt en bekenden fout te zijn. Hierna werden zij gedood. Dit leek dan een terechte straf na een proces. Velen waren echter eerst gemarteld. Stalin kon op deze wijze mensen die hij niet vertouwde ook oppakken en doden.

Slide 27 - Diapositive

Kort samengevat

  • Stalin zag overal vijanden.
  • Terreur: Mensen werden opgepakt. bedreigd of vermoord.
  • Showprocessen: belangrijke (leger) leiders kregen de doodstraf. Stalin was bang dat zij zich anders tegen hem zouden keren. Zij verklaarden zichzelf in een showproces schuldig.  Dit deden zij vaak om hun gezin te beschermen tegen verdere vervolging.



Je bent nu in staat om de lesdoelen 6,7 en 8 van deze paragraaf te beantwoorden

Slide 28 - Diapositive

Uitleg filmpje: planeconomie en collectivisatie
  1. Kijk het filmpje op de volgende slide.
  2. Tijdens het filmpje zul je vragen krijgen. Beantwoord die. Het filmpje start automatisch weer na de vraag.  
  3. Schrijf vragen op als je die hebt zodat je ze kan stellen tijdens de les in teams. 





Slide 29 - Diapositive

2

Slide 30 - Vidéo

02:20
Wat zijn collectieve boerderijen?
A
Zelfstandige boerderijen
B
Niet bestaande boerderijen
C
Gezamenlijke boerderijen

Slide 31 - Quiz

04:41
Aanvulling op het filmpje
Ze zeggen 'cijfers die boeren moeten halen'. Ze hebben het hier over een planeconomie. 

De regering heeft van te voren bedacht wat en hoeveel elke boerderij moet produceren. Er wordt dus voor vaste periode vastgelegd hoeveel geproduceerd moet worden.
Doel? Meer productie zodat er meer voedesel is en zodat de economie kan stijgen. 

Dit systeem werkte niet. In de Sovjet Unie waren er steeds weer tekorten/ hongersnoden

Slide 32 - Diapositive

Collectivisatie
  • De landbouw moest veranderen om alle monden te voeden. 

  • Tientallen kleine zelfstandige boerderijen werden samengevoegd (collectivisatie) tot één groot boerenbedrijf. 

  • De grond, het vee, de gereedschappen, de oogst: alles was van iedereen. 


Slide 33 - Diapositive







Planeconomie







Vijfjarenplannen: vastgestelde productiequota voor de zware industrie voor de komende 5 jaar.

Slide 34 - Diapositive

Werkkampen/ Goelag-archipel










Protesterende boeren en koelakken moesten dwangarbeid verrichten in strafkamen van  de Goelag.

Veel van deze kampen hadden niet eens hekken, omdat ontsnappen zinloos was: de kou en de wolven zouden je uiteindelijk wel doden

Slide 35 - Diapositive

Kort samengevat

  • Collectivisatie = gemeenschappelijke boerderijen.
  • Planeconomie = Wat en hoeveel er geproduceert moet worden staat vast.
  • Wil je niet mee werken? Dan wordt je naar een werkkamp gestuurd. 
  • Veel mensen sterven door honger of door vervolging. 


Je bent nu in staat om de lesdoelen 9 en 10 van deze paragraaf te beantwoorden. 
Stalin: Klik op te luisteren

Slide 36 - Diapositive

Wat vonden jullie van deze online les?
Tips en tops

Slide 37 - Question ouverte



Beantwoorde de ledoelen

Lezen bladzijde:
70 (wie was Stalin en 71
Maken:
6 t/m 11 en 14
Beantwoord de lesdoelen: 
6. Jullie  kunnen uitleggen waarom Stalin belangrijk is voor de geschiedenis van Rusland.
7. Jullie kunnen uitleggen hoe terreur in de Sovjet-Unie werd gebruikt en met welk doel. 
8. Jullie kunnen uiteggen welke functie showprocessen hebben.
9.Jullie kunnen uitleggen wat het verschil is tussen een planeconomie en een vrijmarkt economie. 
10. Jullie kunnen uitleggen waarom collectivisatie past bij het communisme. 
Aan de slag

Slide 38 - Diapositive

Maak een foto van je gemaakte huiswerk. Dit moet wel leesbaar zijn.

Slide 39 - Question ouverte

Einde van de paragraaf.

Slide 40 - Diapositive