Spaans les 1

• Spaans
• Middelbare school
• Beroepsopleiding
• vmbo, mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1

Bienvenidos a la clase de español

Wanneer Spaans?

In periode 7:

elke donderdag van 08:30 - 10:45

Wanneer hebben jullie Spaans?

5 periodes les 

Spaans is onderverdeeld in niveau's, net zoals bij Engels.

Jullie volgen niveau A1/A2.

Keuzedeel moet je behalen anders kan je géén diploma halen.   Leukste vak op school!;) 

 

Bedenk eens hoeveel carrièremogelijkheden je dit geeft.

Quiz!

Wat weet je al van Spanje en het Spaans?  Laten we gaan kijken!

Welke woorden ken je al in het Spaans?

En ken je de volgende woorden al? Sleep het Nederlandse en bijpassende Spaanse woord naar elkaar toe.

Buenos días

¡Adiós!

Hoe gaat het?

Hoe heet je?

Hoe oud ben je?

Goedemorgen

Doei!

¿Qué tal?

¿Cómo te llamas?

¿Cuántos años tienes?

Dan nu nog een aantal quizvragen....

In welk land wordt GEEN Spaans gesproken?

1. Brazilië
2. Argentinië
3. Uruguay
4. México

Hoe heet Spanje in het Spaans?

1. Espanje
2. Spania
3. España
4. Hispania

El Profesor

Dalí

Messi

Felipe VI (Koning van Spanje)

Fernando Alonso

Hoe heet dit Spaanse gerecht?

1. Tortilla
2. Paella
3. Albóndigas
4. Bocadillo

In welke stad staat dit beroemde bouwwerk?

1. Sevilla
2. Madrid
3. Barcelona
4. Valencia

Hoe heet deze dans?

1. Flamenco
2. Flamingo
3. Salsa
4. Bachata

In hoeveel landen wordt er Spaans gesproken?

1. 15
2. 5
3. 12
4. 21

Van wie is het liedje 'Despacito'?

1. Enrique Iglesias
2. Shakira
3. Maluma
4. Luis Fonsi

¡Música!

We gaan luisteren naar een Spaans liedje: 

Kesi van Camilo.

Kun jij de ontbrekende woorden invullen op de goede plek? Pak een pen en papier!

Schrijf de nummers 1 t/m 5 op je blaadje en speel het liedje af . Welke van de volgende vijf woorden hoort waar in de tekst?

Pelota – besaría – bella – lindo – que sí 

Si tú me dices ahorita que me quieres a tu lado

Que lindo sería

Si tú con esa boquita ya me tienes embobado

Yo te (1)_________________

Pero no me dices que sí

Que sí, que sí, que sí

Ay, tú no me dices que sí

Que sí, que sí, que sí

Ay, tú no me dices que sí

Que sí, que sí, (2)_________________

Ay, tú no me dices que sí

Que sí, que sí, que sí

La gente me dice que ya es muy obvio que ya se me nota

Que estoy más intenso que un niño con una (3)________________

Cuando tú bailas me prendo automático

Me pongo a pensarte romántico

Como un astronauta, lunático, un fanático

Tú y yo sabemos que es sin filtro eres más (4) ________________

Me gusta que tú nunca te photoshopeas

Dime, ¿qué hacemos entonces?

Si mudas tu ropa a mi closet

Dime tú porque yo no sé

Lo que yo sé es que

Si tú me dices ahorita que me quieres a tu lado

Que (5) ________________ sería (nos veríamos guapos los dos)

Si tú con esa boquita ya me tienes embobado

Yo te besaría

                                       PAUSA

Groeten in het Spaans

(invoegen plaatje)

(invoegen plaatje blz.6)

Luisteroefening 

Begroeten = Saludar

.

hallo

aangenaam kennis te maken

Tot straks!

We gaan

doei

Hola

Mucho gusto

¡Hasta luego!

vamos

Adiós

Jezelf voorstellen in het Spaans

1.Me llamo.... 

Uitspraak: me jamo  

2.Soy 

Waar kom je vandaan?

Soy de [land of stad].

- los Países Bajos  (uitspraak: Pa-ieses Bachos)

- Holanda                                            Turquía

- Francia                                               Siria

- Inglaterra                                          Tunesia

- Marruecos                                        Grecia

Hoe zeg je wat je studeert? 

Estudio marketing en ROC-Nijmegen

ik studeer marketing....

Estudio eventos en ROC-Nijmegen

ik studeer evenementen

En nu alles samen:

In tweetallen:

Groet elkaar,

Stel jezelf voor, vertel waar je vandaan komt en wat je studeert. Neem weer afscheid.

maken:

 opdr 1 página 6  

opdracht 2 página 7

klaar? schrijf op hoe je je naam spelt

LOES : Ele - o - e - ese

 Persoonlijke voornaamwoorden in het Spaans

yo	ik
tú	jij
él / ella / usted	hij / zij / u
nosotros (-as)	wij
vosotros (-as)	jullie
ellos / ellas / ustedes	zij mv / u mv

Persoonlijke voornaam woorden

persoonlijke voornaamwoorden

naam + naam = zij (mv)                             Voorbeeld --> Juan y Pedro

naam + ik = wij                                               Voorbeeld --> Juan y yo

naam + jij = jullie                                           Voorbeeld --> Juan y tú

jij + ik = wij                                                        Voorbeeld --> Tú y yo

 --> let goed op of je mnl of vrl gebruikt

Wat zijn de enkelvoud persoonlijke voornaamwoorden in het Spaans

1. Yo, tú, él
2. Yo, tú, él, ella, usted
3. Yo, tú, él, ella, nosotros, usted
4. Yo, tú, ella, usted

Cijfers in het Spaans.

1 = uno

2 = dos

3 = tres

4 = quatro

5 = cinco

6 = seis

7 = siete

8 = ocho

9 = nueve

10 = diez

Deberes = huiswerk

Maken Pagina 12 en 13

lezen blz 14 ( verdere uitleg volgt in les)

leren SO over 3 weken

woordjes boek, komen in quizlet.

Op welke manier wil jij Spaans leren de komende weken?

¡Adiós! Hasta la proxíma clase.

Boeken mee nemen

Woordjes leren met Quizlet