Les 4K, les 2 woordenschat H1

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo
• Leerjaar 3,4

Welkom bij Nederlands!

Bij Nederlands

Welkom bij het vak Nederlands

• Telefoon in de tas
• We gaan direct op onze eigen plek zitten
• Niet naar de wc tijdens de les, alleen bij hoge nood
• Stil is ook stil.  Steek je hand wanneer je wat wilt vragen
• Zitten volgens plattegrond (mits aanwezig) 
• Luisteren naar elkaar als iemand anders aan het woord is 
• Luisteren naar de docent als de docent aan het woord is

Even checken: 

Wat moet je verplicht meenemen voor iedere les:

• Lesboek 
• iPad 
• Schrift
• Pen

Vandaag

• Cijfers tentamen staan in Magister
• Vragen? 
• Lezen Weg met de spraakverwarring   
  
• Aan de slag met opdracht 1
• 
  

Heb je vragen?

Woordenschat 

Brugklas havo

Toetsweek zomer

•  Ik kan de betekenis van een onbekend woord in de tekst vinden of opzoeken. 
• Ik ken de betekenis van de woordenlijstwoorden en de uitdrukkingen uit deze paragraaf.

Lesdoelen

Doel vandaag

- Ik kan de betekenis van een onbekend woord in de tekst vinden (of opzoeken in een woordenboek).
- Ik ken de betekenis van de woordenlijstwoorden en de uitdrukkingen uit deze paragraaf.

Welkom

Pak je boek op blz 26,

 je schrift of een blaadje

en je pen 

Woordenschat H1

blz. 24 t/m 27

Maken

Woordenschat H1

Maken opdracht  5, 6 en 7

op blz 25

Opdracht 1, 2, 3 en 4 zijn af 

en staan in je schrift. 

Woordenlijst H1

Citeren
claimen
Communiceren
functioneren
gedogen
introduceren
naderen

ontkennen
promoten
registreren 
stimuleren
uitwerken
verklaren
voorspellen 

Nakijken opdracht 1

citeren = letterlijk overschrijven
claimen = eisen
communiceren = contact hebben
functioneren = werken
gedogen = toestaan
introduceren = voorstellen
naderen = dichterbij komen
ontkennen = zeggen dat het niet zo is
promoten = bekender maken
registreren = iets in een register (lijst) opnemen
stimuleren = bevorderen

Nakijken opdracht 1

7 eigen antwoord, bijvoorbeeld: In een rijsimulator lijkt het alsof alles wat je ziet in het verkeer op dat moment echt gebeurt. / Het is een apparaat dat iets nabootst.

8 precies raak / helemaal goed / het doel is bereikt

9 interpreteren: gezien als

10 De wegbeheerders zijn collega’s die uit verschillende landen komen.

11 representatief: gezegd van mensen of dingen die een goed beeld geven van de groep waar ze bij horen

12 B ‘snelweg’ en ‘verdwenen’

13 eigen antwoorden: Van de voorbeeldantwoorden bij vraag 1 zijn interpreteren en representatief belangrijk in deze tekst.

14 eigen antwoorden

Nakijken opdracht 2

citeren = letterlijk overschrijven
claimen = eisen
communiceren = contact hebben
functioneren = werken
gedogen = toestaan
introduceren = voorstellen
naderen = dichterbij komen
ontkennen = zeggen dat het niet zo is
promoten = bekender maken
registreren = iets in een register (lijst) opnemen
stimuleren = bevorderen

uitwerken = iets wat eerder is gezegd verder uitleggen
verklaren = uitleggen hoe iets komt
voorspellen = zeggen dat iets gaat gebeuren 

Nakijken opdracht 3

1. gedogen
2. registreren
3. ontkennen
4. functioneren
5. communiceren
6. verklaren
7. claimen

Nakijken opdracht 4

1. geintroduceerd

2. voorspeld
3. functioneert
4. communicatie
5. citaat
6. voorspelde

Huiswerk

Woordenschat H1

Opdracht 5 + 6 + 7 

blz 26 + 27 

Evaluatie 

1. wat ging er goed en wat minder?
2. is het leerdoel helder?
3.  weet je wat je moet doen?
4. heb je vragen en of opmerkingen?

Oefenen examen

1. Stil lezen van de tekst
2. Vragen maken opdracht 1

3. Nakijken volgende les

Huiswerk

Maak de examenvragen af en neem je antwoorden volgende les mee

Aan de slag

Leer de theorie van Taalverzorging Hoofdstuk 1 en 2 (zie gekleurde kaders). 

Maak de bijbehorende opdrachten. Klaar? 

Kijk die na op Magister.