1 BK fictie poezie

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Fictie                               

Wat is het doel van deze les? 

Je kunt hierna:  

• Enkele verhaalsoorten noemen;  
• Aangeven welke woorden in een gedicht  rijmen?
• Weet je wat gedichten zijn en kun je kenmerken noemen?

Nog even herhalen:

Verhaalsoorten

Welke verhaalsoorten ken je nu?

verhaalsoorten

Van welk soort verhalen je houdt, heeft te maken met je smaak. Je smaak is persoonlijk, die hoort bij jou.

dieren

griezelen

oorlog en verzet

humor

historisch

school

sprookjes

sport

spanning en avontuur

romantisch

Van welk verhaalsoort houd jij het meest?

Noem een titel van een jeugdboek dat past bij het verhaalsoort die je net noemde. Kun je er niet opkomen, gebruik dan het internet.

Hockeyteam de sterren gaan voor goud 

Gladiator

Oorlogsgeheimen

Haas

Ik had je zo lief

Gekaapt!

Waar denk je aan bij het woord poëzie?

Heb jij weleens een gedicht gemaakt?

Ja

Nee

Kenmerken van poëzie

• De regels zijn niet volgeschreven; op de bladzijde is dus veel wit
• Soms rijmen gedichten, soms ook niet
• Een gedicht kan heel kort zijn, maar ook langer
• Soms vertelt een gedicht een verhaal, meestal gaat het over gevoelens en gedachten
• In een gedicht wordt de taal soms anders gebruikt, waardoor je moet nadenken over de betekenis van het gedicht

Opdracht: Lees het volgende gedicht:

VOOR DE KLAS

Ik wou dat ik een slak was

dan kroop ik in mijn huisje weg

een wandelende tak was

onzichtbaar in een kale heg

ik wou dat ik behang was

bij het plafond daar bovenaan

maar liever nog niet bang was

om dadelijk voor de klas te staan.                                 

Bas Rompa, Een propje in mijn gezicht

Welke kenmerken heb je in het gedicht herkend?
Er zijn 2 antwoorden goed.

1. Het gedicht vertelt een verhaal
2. Het gedicht gaat over gevoelens en gedachten
3. In het gedicht zit rijm
4. In het gedicht zit geen rijm

Strofe

Teksten zijn verdeeld in alinea's, dat zijn stukken tekst die bij elkaar horen. Gedichten zijn vaak ook verdeeld in stukken. Deze stukken tekst noem je strofe. Tussen elke strofe zit een witregel.

Opdracht: Lees het volgende gedicht:

IK HOU VAN SCHOOL

Ik hou van school

en van studeren!

Van fysica en scheikunde,

geschiedenis en taal.

En wiskunde?

Dat vind ik nog

het leukst van allemaal.

Ik vraag me af:

zit dat wel goed?

Ben ik nou wel normaal?

Denise de Veylder

Uit hoeveel strofe bestaat dit gedicht?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Aan het werk 

basis: opdr. 1 t/m 6 

klaar: opdr. 7 

Kader: opdr. 1 t/m 7

klaar: opdr. 8 

klaar: leesboek 

Afsluiting

• Lesdoelen: welke kenmerken heeft een gedicht?
• Huiswerk: opdracht 5 en 6 helemaal af 
• Volgende les: verder met grammatica