Burgerschap Thema Kiezen: vrijheid, mening, plichten en rechten.

• Burgerschap
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1

KIEZEN: vrijheid, rechten en plichten

THEMA 1 - KIEZEN - les 1

KWETSEN

blz 16

Je mag zeggen wat je van iets vindt. 

Maar wat je zegt kan wel gevolgen hebben.

Zo kun je iemand kwetsen met jouw mening.

Kwetsen betekent dat je iets zegt of doet 

waardoor je iemand verdriet doet.

Elke dag maak je keuzes

Welke keuzes heb je vandaag allemaal gemaakt?

Je maakt elke dag keuzes. Je kiest bijvoorbeeld met wie je afspreekt, wat je aantrekt en wat je eet.

Laat de leerlingen nadenken over de keuzes die zij tot nu toe hebben gemaakt en bespreek het klassikaal.

Welke keuzes heb je vandaag gemaakt?

Je kunt bijvoorbeeld kiezen wie je vrienden zijn. Ook kun je kiezen waar je je geld aan uitgeeft. Maar denk ook aan dat je de vrijheid hebt om je te kleden zoals jij wilt.

Schrijf de antwoorden op het bord.
 

Mening

Bij vrijheid hoort dat je mag zeggen wat jij van iets of iemand vindt. 

Is het een FEIT of een MENING?

FEIT

MENING

De jongen draagt lelijke kleding.

Bier drinken is gezellig. 

Eén meisje heeft een gele jas.

 Ik denk dat zij al 5 jaar lesgeeft op de ISK.

Deel de opdracht 

Meningen en kwetsen uit.

Je kan de opdracht uitbreiden met de volgende vragen:

Wat zeg je als iemand jou met zijn mening kwetst?

Wat doe je als iemand jou met zijn mening kwetst?

Is er een verschil tussen 'Je jas is lelijk' en 'Ik vind je jas lelijk'?

1. Ja
2. Nee

Wat is jouw grens?
Wanneer voel jij je gekwetst?

rechten & plichten 

RECHT

Een recht is iets wat je mag doen of mag hebben.

PLICHT

Een plicht is iets wat je moet doen.

Rechten en plichten 

Een recht is iets wat je mag doen of mag hebben. Jij hebt bijvoorbeeld recht op loon als je werkt. 

Een plicht is iets wat je moet doen . Jij hebt bijvoorbeeld de plicht om naar school te gaan (leerplicht) 

THEMA 1 - KIEZEN - les 1

rechten en plichten - opdracht 1

blz 19

c. Bedenk een recht dat en een plicht die jullie thuis

    hebben.

recht: ............................................................

plicht: ............................................................

THEMA 1 - KIEZEN - les 1

rechten en plichten - opdracht 1

blz 19

d. Bedenk een recht dat en een plicht die jullie op straat

    hebben.

recht: ............................................................

plicht: ............................................................

Wat weet jij al over kinderrechten?

Hoe oud moet je zijn om dit te mogen ....?

12 jaar

16 jaar

18 jaar

14 jaar

Een tattoo of piercing laten zetten.

Theorie-examen voor je rijbewijs doen.

Je mag een huis huren of kopen.

Een eigen account aanmaken op Facebook.

Je kunt een identiteitskaart aanvragen.

Je mag een eigen bedrijf starten.

Je mag op zaterdag een paar uur werken.

Een leerling zet op Instagram: 'Mijn sportleraar is echt een sukkel.'
Mag hij dit doen?

1. Ja
2. Nee

Verder in het werkboek

1. Lees de tekst Rechten en plichten op blz. 18 in je werkboek.

2. Vertaal de moeilijk woorden:

Recht(en)

Plicht(en)

3. Maak daarna opdracht 1 b , c, d op blz. 19 in je werkboek.

Maak de zin af:
Ik mag als ik 18 jaar ben eindelijk .....

Praat met je buurman/buurvrouw:

Praat in tweetallen over de rechten en plichten bij jou thuis. (5 minuten)

Ik mag thuis ... / Mag jij thuis ...?

Ik moet thuis ... / Moet jij thuis ...?

Bekijk de video's die hierna staan. 

Wat valt je op? Kijk naar het gedrag van de mensen.

Gedrag = wat en hoe je doet of zegt

Waar gaan de video's over denk je?

Respect

=

rekening houden met elkaar

(denk aan anderen, niet alleen aan jezelf!)

Eten weggooien omdat je het niet lekker vindt.

1. Dit vind ik asociaal
2. Dit vind ik niet asociaal

Je vriend of vriendin uitlachen.

1. Dat vind ik asociaal
2. Dat vind ik niet asociaal

Wat is vrijheid volgens jou?