Les 5 - Word (controle)

1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
ICT-basisvaardighedenBasisschoolGroep 8

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Wat is de juiste spelling...
A
nauer
B
nauwer
C
nouer
D
nouwer

Slide 2 - Quiz

Welke is juist?
A
idiaal
B
ideaal
C
iediaal
D
iedeaal

Slide 3 - Quiz

Sleep het woord met de juiste spelling 
naar de juiste foto.
Foute spelling
Juiste spelling
Luiwammesen
Luiwammessen

Slide 4 - Question de remorquage

Welke is juist?
A
serfice
B
survise
C
servise
D
service

Slide 5 - Quiz

Lesdoelen
  • Ik kan spelfouten herkennen in Word

  • Ik kan spellingscontrole van Word gebruiken

  • Ik kan het aantal woorden tellen

  • Ik kan bronvermelding toevoegen

Slide 6 - Diapositive

Doe mee!
Open een leeg document in Word en doe mee!

Slide 7 - Diapositive

Bronvermelding

Slide 8 - Diapositive

Zelfstandig werken
Let hier bij op:
  • Controleer je tekst die je tot nu toe hebt getypt in je werkstuk op spelfouten en verbeter deze.
  • Zet alvast "Aantal woorden:" op je titelblad. Hier voeg je straks het totaal aantal woorden toe als je werkstuk af is. 
  • Maak een pagina voor je bronvermelding aan het eind en voeg hier alvast de boeken, websites en andere bronnen toe die je al hebt gebruikt

    timer
    20:00

    Slide 9 - Diapositive

    5 quizvragen!

    Slide 10 - Diapositive

    Wat is een hyperlink?
    A
    Een populaire website
    B
    Tekst waar je op klikt, die je dan doorverwijst naar een website

    Slide 11 - Quiz

    Waar moet ik goed op letten als ik de spellingscontrole van Word ga gebruiken?
    A
    Dat de taal op Nederlands is ingesteld
    B
    Dat je het juiste aantal woorden hebt

    Slide 12 - Quiz

    Hoe herken ik in Word verkeerd gespelde tekst?
    A
    Door de rode streepjes onder het woord
    B
    Door een woordenboek te gebruiken

    Slide 13 - Quiz

    Waar noem ik als mijn werkstuk af is het aantal woorden?
    A
    Op het titelblad
    B
    Onderaan mijn document

    Slide 14 - Quiz

    Als ik een website met informatie heb gebruikt voor mijn werkstuk, waar noem ik deze website dan?
    A
    Inhoudsopgave
    B
    Bronvermelding

    Slide 15 - Quiz

    Ik kan nu:
    • Spelfouten herkennen en verbeteren
    • Woorden tellen in Word
    • Bronvermelding toevoegen aan mijn werkstuk
    Volgende week:
    • Werkstuk afmaken

    Slide 16 - Diapositive