SO werkwoorden avoir, être en ww-er 1VMH.

1 / 17
suivant
Slide 1: Vidéo
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Vidéo

Je suis
Tu es
Il est
Nous sommes
Vous êtes
Ils sont
Elles sont
Ik ben
Jij bent
Hij is 
Wij zijn
Jullie zijn
Zij zijn
Zij zijn (vr.mv)

Slide 2 - Question de remorquage

Slide 3 - Vidéo

J'ai
Tu as
Il a
Elle a
Nous avons
Vous avez
Ils ont
Elles ont
Ik heb
Jij hebt
Hij heeft
Zij heeft
Wij hebben
Jullie hebben
Zij hebben
Zij hebben (vr.mv)

Slide 4 - Question de remorquage

Hoe vervoeg je een werkwoord op -er? Leg uit.

Slide 5 - Question ouverte

Kies de juiste vorm van het werkwoord

Slide 6 - Diapositive

Il ....... le match à la télé. (regarder)
A
regardes
B
regarde
C
regardons
D
regardez

Slide 7 - Quiz

Tu ........ du piano? (jouer)
A
joues
B
jouent
C
jouez
D
jouons

Slide 8 - Quiz

Nous ....... le rap français. (écouter)
A
écoutes
B
écoute
C
écoutez
D
écoutons

Slide 9 - Quiz

Ils ........ regarder Netflix. (adorer)
A
adorent
B
adore
C
adores
D
adorons

Slide 10 - Quiz

Vous ..... le tennis. (aimer)
A
aimez
B
aimes
C
aiment
D
aimons

Slide 11 - Quiz

Vertaal de volgende zinnen in het Frans.

Slide 12 - Diapositive

Houd je van dansen?

Slide 13 - Question ouverte

Zij houdt van voetbal.

Slide 14 - Question ouverte

Ik ben... (naam)

Slide 15 - Question ouverte

Hoe oud ben je?

Slide 16 - Question ouverte

Ik woon in Bilthoven

Slide 17 - Question ouverte