week 10

Buenos días
¿Qué vamos a hacer?

  • repasar todo
  • corregir los deberes
  • leer
semana 10
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 18 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Buenos días
¿Qué vamos a hacer?

  • repasar todo
  • corregir los deberes
  • leer
semana 10

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen Tarea 1

  • Ik ken de regelmatige en onregelmatige vervoeging van de pretérito perfecto.
  • Ik ken de signaalwoorden die horen bij de pretérito perfecto.
  • Ik kan praten over acties in het verleden met de pretérito perfecto.

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen Tarea 3 +4 (woordenschat)


  • Ik ken de woordenschat om mijn dagelijkste handelingen te beschrijven.
  • Ik ken de woordenschat om over mijn hobby’s en mijn vrije tijd te vertellen.
  • Ik weet iets over de Spaanse pers.


Slide 3 - Diapositive

 Kies het juiste werkwoord en vervoeg- het in de juiste vorm van de pretérito perfecto en vertaal daarna de zin
ver - leer - montar

1. Hoy  yo  __________ el periódico.
2. Este fin de semana nosotros ____________ una película en el cine. 
3. Esta tarde María ________________ a caballo. 


Slide 4 - Diapositive

 Vervoeg de juiste vorm van de
 pretérito perfecto en vertaal daarna de zin
1. Hoy  yo  he leído el periódico.
Vandaag heb ik de krant gelezen
2. Este fin de semana nosotros  hemos visto una película en el cine. 
Dit weekend hebben wij een film in de bios gekeken. 


Slide 5 - Diapositive

Verbind de zinnen en vervoeg de werkwoorden in de juiste vorm van de pretérito perfecto
Esta semana                                 Alba                     (peinarse)                  Todavía no                                    María y yo           (montar a caballo)
 Por fin                                           Mis padres         (hacer senderismo)

Slide 6 - Diapositive

¿Qué han hecho?

Slide 7 - Diapositive

Leerdoelen Tarea 2

  • Ik ken de beklemtoonde bezittelijke voornaamwoorden en weet ik hoe je ze gebruikt. 

Slide 8 - Diapositive

Beklemtoond bez. vnw.

Slide 9 - Diapositive

In welke situaties kun je dit bijvoorbeeld tegenkomen?

- In een B&B in Spanje wordt jullie je kamer aangewezen. 
Esta habitación es suya. (Deze kamer is van u)
Estas llaves son suyas. (Deze sleutels zijn van u)

- In de bus vraagt iemand of de tas van jou is.
Este bolso, ¿es tuyo? (Is deze tas van jou)
No, este es mío.(Nee, dit is de mijne.) 



Slide 10 - Diapositive

Beklemtoond bez. vnw.
UNOS EJEMPLOS
  • Este es mi cuaderno. (Dit is mijn schrift.)
  • Este cuaderno es _______. (Dit schrift is van mij.)
  • ¿De quién es esta mochila? Es ________. (Die is van mij).
  • ¿Estos libros son _______? (Zijn deze boeken van jou?)
  • No, son _________. (Nee, die zijn van hem/haar.)
  • Estos son los _________. (Dit zijn de mijne.)

Slide 11 - Diapositive

Leerdoelen Tarea 3

  • Ik weet  hoe je een goede Spaanse zin opbouwt.

Slide 12 - Diapositive

In welke zin wordt een wederkerend voorwerp gebruikt? In welke een lijden voorwerp? In welke een meewerkend voorwerp?

  • Mi madre nos ha dado un regalo. 
  • Hoy me he levantado temprano.
  • Pablo ya lo ha dicho mil veces.

Slide 13 - Diapositive

Langere zinnen
zinsopbouw 

Slide 14 - Diapositive

Zet de woorden in de juiste volgorde om een goede zin te maken
tarde - Esta - Maite - han - se- Paco - y - aburrido - no

semana- varias- una - he-  veces- exposición - Esta - visitado

Slide 15 - Diapositive

Vamos a trabajar
  • Módulo pág 26, ej. 3.9 
  • LA pág 54 ej. 2 y 3 
  • Módulo pág 29, 30, 31  (DELE) 

Slide 16 - Diapositive

Corrige las respuestas
Pág 29
25 a                                 
26 c
27 a
28 a y b
29 a
30 c
Pág 30
8 c
9 c
10 c
11 b
12 a
Pág 31
8 b
9 b
10 c
11 b
12 b

Slide 17 - Diapositive

A practicar
Usa el documento en Teams : "Hoe gebruik je het woordenboek Spaans- Nederlands?"

Haz los textos de lectura que están en Teams en la carpeta (map) "lectura". Utiliza correctamente el diccionario. 

Slide 18 - Diapositive