11.4 Je lijkt op...

11.4 Je lijkt op...
- Je kunt uitleggen wat chromosomen zijn.
- Je kunt uitleggen wat DNA is en voorbeelden geven welke informatie dit bevat,
- Je kunt uitleggen wat geslachtschromosomen zijn.
- Je kunt aan de hand van een chromosomenportret bepalen of het portret mannelijke of vrouwelijke geslachtschromosomen heeft
- Je kunt aangeven dat bij mensen het geslacht wordt bepaald door de geslachtschromosomen.
- Je kunt omschrijven wat genen en allelen zijn.
- Je kunt uitleggen hoe elk van de ouders 50% van de chromosomen levert.
- Je kunt omschrijven wat het genotype en het fenotype zijn
- Je kunt beschrijven hoe aangeboren afwijkingen kunnen ontstaan.
- Je kunt uitleggen wat prenataal onderzoek is en hiervan voorbeelden noemen.
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 15 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

11.4 Je lijkt op...
- Je kunt uitleggen wat chromosomen zijn.
- Je kunt uitleggen wat DNA is en voorbeelden geven welke informatie dit bevat,
- Je kunt uitleggen wat geslachtschromosomen zijn.
- Je kunt aan de hand van een chromosomenportret bepalen of het portret mannelijke of vrouwelijke geslachtschromosomen heeft
- Je kunt aangeven dat bij mensen het geslacht wordt bepaald door de geslachtschromosomen.
- Je kunt omschrijven wat genen en allelen zijn.
- Je kunt uitleggen hoe elk van de ouders 50% van de chromosomen levert.
- Je kunt omschrijven wat het genotype en het fenotype zijn
- Je kunt beschrijven hoe aangeboren afwijkingen kunnen ontstaan.
- Je kunt uitleggen wat prenataal onderzoek is en hiervan voorbeelden noemen.

Slide 1 - Diapositive

Chromosomen
In de kernen zitten 'soort' draden -> de chromosomen

Bestaan
uit DNA en eiwitten

DNA bevat de bouwbeschrijving
van jouw lichaam. 

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Elke cel heeft 23 chromosomenparen.
Dat zijn 46 chromosomen in totaal. 
Chromosomen bevatten informatie over je erfelijke eigenschappen. 
Alle chromosomen samen noem je het genoom

Slide 4 - Diapositive

Bij 22 chromosomenparen is de vorm en grootte van beide chromosomen gelijk.  

Het 23 ste paar zijn de geslachtschromosomen (bepalen j/m). 

V: 2 dezelfde                 XX
M: 2 verschillende      XY

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Chromosomen
Elk chromosoom bevat een lang DNA-molecuul

Het DNA-molecuul bevat codes voor het maken van eiwitten

De meeste eigenschappen worden bepaald
door een klein stukje DNA. 
Een stukje DNA met de informatie voor
één eigenschap heet een gen.

Een gen kan verschillende varianten hebben (allel). 


Slide 7 - Diapositive

Voor veel eigenschappen zijn er meer dan twee allelen. 

Ook werken er vaak meerdere genen samen aan een eigenschap.

Slide 8 - Diapositive

Preview Hoofdstuk 12.... 
Hoe kan dat? 

Slide 9 - Diapositive

Waardoor lijk je op je ouders?

Slide 10 - Diapositive

Zijn alle eigenschappen erfelijk?
Erfelijke eigenschappen van je ouders gekregen. 
Worden volledig bepaald door je genen. 

De informatie op al je genen samen heet het genotype
Dat wat je ziet van een eigenschap heet het fenotype.

Bij erfelijke eigenschappen bepaalt het genotype volledig het fenotype. 

Slide 11 - Diapositive

Het fenotype is soms ook het resultaat van het genotype (aanleg) en de omgeving (oefenen).

Andere eigenschappen bepaal je helemaal zelf. Die zijn niet erfelijk. Of veranderingen die ontstaan (bijv. een litteken krijgen) zijn niet erfelijk.  

Niet-erfelijke eigenschappen wordt het fenotype volledig bepaald door invloeden van de omgeving. 

Slide 12 - Diapositive

Aangeboren aandoeningen
--> Zelf goed voorbeelden doorlezen!
Soms worden kinderen geboren met een afwijking
of aandoening (aangeboren aandoening).

1) Door schadelijke stoffen of ziekteverwekkers
2) Door een fout in het aantal chromosomen in de cellen
3) Door een fout in de structuur van één chromosoom 

Slide 13 - Diapositive

Prenataal onderzoek
Onderzoek vóór de geboorte. 

1) echo 
2) vruchtwaterpunctie 
3) vlokkentest

--> zelf goed doornemen. 

Slide 14 - Diapositive

Aan de slag...
Maken opdracht 1 t/m 24
Verdiepend: Maken opdracht 26 en 27


Slide 15 - Diapositive