Fotosynthese licht en donker reactie

Fotosynthese
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologyTertiary Education

Cette leçon contient 24 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Fotosynthese

Slide 1 - Diapositive

Vandaag
  • Wat is fotosynthese
  • Licht en donker reactie
  • Intensiteit van fotosynthese 

Slide 2 - Diapositive

Fotosynthese
Fotosynthese is het maken van glucose met behulp van licht energie.

Foto = licht
Synthese = maken

Slide 3 - Diapositive

Fotosynthese
De reactie van fotosynthese is relatief simpel:

6 CO2 + 6 H2O + energie --> C6H12O6 + 6 O2. 

Er wordt dus van koolstofdioxide, water en lichtenergie Glucose en zuurstof gemaakt.

Slide 4 - Diapositive

Chloroplasten
Fotosynthese vind plaats in de chloroplasten 
van de plant, alg of bepaalde 
micro-organismen. 

Chloroplasten zijn organellen die maar 
bij een beperkt aantal organismen 
voorkomen.
Ze worden ook wel bladgroenkorrels genoemd en zorgen ervoor dat een blad groen is.

Slide 5 - Diapositive

Licht en donker
fotosynthese bestaat uit een soort 2-staps cyclus.
Licht reactie
en
donker reactie

Slide 6 - Diapositive

Licht reactie
Tijdens de licht reactie wordt er, met behulp van  chlorofyl (een pigment) energie van zonlicht omgezet in chemische energie ATP.

Er wordt ook een andere, energie houdend molecuul gemaakt:

NADPH

Slide 7 - Diapositive

Licht reactie
Voor de lichtreactie is er dus zonlicht nodig maar ook H2O.

Water bevat namelijk de juiste atomen om de ATP synthetase aan te zetten.

Dit gaat bijna precies hetzelfde als in mensen (Oxidatieve Fosforylering)

Slide 8 - Diapositive

donker reactie
de donker reactie heeft een misleidende naam, het lijkt namelijk alsof dit alleen maar in het donker kan gebeuren. Dit is niet zo, dit gebeurt de hele tijd. 

Het gebruikt alleen géén licht. 

Slide 9 - Diapositive

donker reactie
Bij de donker reactie wordt het molecuul CO2 omgezet in Glucose (C6H12O6). Hiervoor zijn dus wat andere moleculen nodig!
Namelijk NADHP

Ook wordt er véél ATP gebruikt.

Slide 10 - Diapositive

donker reactie
er worden 6 CO2 moleculen, 18 ATP en 18 NADPH gebruikt om één glucosemolecuul te maken.

ATP en NADPH worden omgezet in ADP en NADP+ die weer worden gebruikt in de licht reactie.

Slide 11 - Diapositive

Cyclus
De donker en licht reactie zijn dus sterk afhankelijk van elkaar!
De lichtreactie moet zorgen voor genoeg energie om glucose te maken, maar gebruikt daarbij legoblokjes die uit de donker reactie komen.

Slide 12 - Diapositive

Intensiteit
De intensiteit van stofwisselingsreacties zijn afhankelijk van bepaalde factoren.
Bijvoorbeeld:
  • De hoeveelheid licht
  • De kleur van het licht
  • De temperatuur
  • Beschikbare hoeveelheid CO2 en H20

Slide 13 - Diapositive

Intensiteit
De intensiteit van stofwisselingsreacties zijn afhankelijk van bepaalde factoren.
Bijvoorbeeld:
  • De hoeveelheid licht
  • De kleur van het licht
  • De temperatuur
  • Beschikbare hoeveelheid CO2 en H20

Slide 14 - Diapositive

Beperkende factor
Fotosynthese is afhankelijk van meerdere factoren. 
Eén daarvan is vaak de beperkende factor, dat is een stof of benodigdheid die op is of snel opraakt.


Slide 15 - Diapositive

Beperkende factor
Stel je kijkt naar de algengroei in een oceaan. Die is afhankelijk van fosfaat, ijzer, CO2, H2O en zonlicht.
H2O zullen ze veel hebben, in de oceaan, en die zal dus niet zo snel opzijn.

Wel is zonlicht moeilijker te vinden (hoe dieper je gaat hoe minder licht).

In dit geval is zonlicht de beperkende factor.

Slide 16 - Diapositive

Wet van Minimum
In deze gevallen zul je zien dat de opbrengst van een bepaald proces afhankelijk is van de factor die het minst aanwezig is. 


Slide 17 - Diapositive

Enzymen
Bij alle reacties worden stoffen afgebroken, opgebouwd of veranderd. 

Dit gebeurt bijna altijd met enzymen.

Slide 18 - Diapositive

Enzymen
Enzymen zijn eiwitten met een speciale functie:
Zij faciliteren of versnellen een proces. 

Ze worden ook wel "katalysatoren" genoemd.

Slide 19 - Diapositive

Enzymen
Enzymen hebben een actief centrum , een soort holte in het midden van het molecuul. 
Daar bind de stof waar het enzym op werkt aan. Die stof noemen wij substraat.

Zijn deze twee gebonden noemen we het een "substraat complex"

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Naam
De naam van enzymen worden vaak gevormd door:

substraat naam + "ase"

het molecuul ATP'ase werkt dus op de stof "ATP".

Slide 22 - Diapositive

Activiteit
De activiteit van enzymen wordt bepaald door warmte en door de PH waarde. 
Hoe gunstiger de omstandigheden; hoe meer hoeveelheden substraat zal worden omgezet in een bepaalde tijdseenheid.

Slide 23 - Diapositive

Koorts
Koorts krijg je als je ziek bent, maar waarom?
Enzymen werken vaak het best rond de 37,0 Celsius.
Ook die van ziekteverwekkers.

Verwarmen we het lichaam boven de 37,0 graden gaan die enzymen minder goed werken en gaan de ziekteverwekkers sneller dood. Echter het heeft ook een effect op ons lichaam en onze enzymen, waardoor we ons vaker wat vermoeid en "ziek" voelen met koorts.

Slide 24 - Diapositive