Herhaling uitleg werken met formules

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vmbo
• Leerjaar 2

SCIENCE

Werken met formules

Vaardigheid die je de rest van science en natuurkunde nodig hebt.

Lijkt ingewikkeld, maar als je het trucje snapt is het helemaal niet moeilijk.

Eenheden omreken

Bij sommige reken vragen moet je de eenheid eerst omrekenen. Dat werkt op de zelfde manier als je dat hebt geleerd hebt bij meters. Zorg dat je de stappen van het omrekenen goed uit je hoofd kent.

mm

m

km

x 1000

: 1000

0,85 kW = .... W

1. 85 W
2. 0,0085 W
3. 850 W
4. 0,085 W

452 mA= .... A

1. 0,452A
2. 45200A
3. 4,52A
4. 4520A

42 m♥= .... ♥

1. 0,042 ♥
2. 42000 ♥
3. 4,2 ♥
4. 420 ♥

Werken met formules

Om te kunnen werken met formules moet je alle grootheden, eenheden en formules foutloos kennen.

Leer de volgende dia dus uit je hoofd!

Grootheid

U = Spanning

I = Stroomsterkte

P = Vermogen

E = Elektrische energie

t = tijd

Eenheid

V = volt

A = ampere

W of kW = watt of kilowatt

kWh = kilowattuur

h = uur

Formule

P = U x I                            P vul je in deze formule in W in

E = P x t                            P vul je in deze formule in kW in

Zet de grootheden en de eenheden op de juiste plek

	Grootheid	Eenheid
spanning
stroom
tijd
vermogen
energie

U

V

I

A

t

h

P

W of kW

E

kWh

Werken met formules

Werk altijd volgens de volgende stappen:

1. Bekijk wat je moet berekenen.
2. Bekijk welke formule je gaat gebruiken en schrijf hem op.
3. Vul de getallen uit de tekst in op de goede plek en in de juiste eenheid.
4. Bereken je antwoord en schrijf de eenheid erbij.

Werken met formules

Op een website wordt reclame gemaakt voor een ledlamp. Deze zou een laag vermogen hebben. De lamp wordt aangesloten op een spanning van 24 V en een stroomsterkte van 1,2 A.

Bereken het vermogen van de lamp.

1. P = ?
2. P = U x I
3. P = 24 V x 1,2 A
4. P = 28,8 W
   

Werken met formules

Opdracht 1

Op een website wordt reclame gemaakt voor een ledlamp. Deze zou een laag vermogen hebben. De lamp wordt aangesloten op een spanning van 12 V en een stroomsterkte van 0,22 A.

Bereken het vermogen van de lamp.

Werken met formules

1. P = ?
2. P = U x I
3. P = 12 V x 0,22 A
4. P = 2,64 W

Werken met formules

Opdracht 2

Op een website wordt reclame gemaakt voor een ledlamp. Deze zou een laag vermogen hebben. De lamp wordt aangesloten op een spanning van 45 V en een stroomsterkte van 1,2 A.

Bereken het vermogen van de lamp.

Werken met formules

1. P = ?
2. P = U x I
3. P = 45 V x 1,2 A
4. P = 54 W

Werken met formules

Opdracht 3

Een stofzuiger wordt aangesloten op het stopcontact (.... V). Er loopt een stroom van 4 A door de stofzuiger.

Bereken het vermogen van de stofzuiger.

Werken met formules

1. P = ?
2. P = U x I
3. P = 230 V x 4 A
4. P = 920 W

Werken met formules

Opdracht 4

Een föhn wordt aangesloten op het stopcontact. Er loopt een stroom van 4400 mA door de föhn.

Bereken het vermogen van de föhn.

Werken met formules

1. P = ?
2. P = U x I
3. P = 230 V x 4,4 A
4. P = 1012 W

Werken met formules

Opdracht 5

Een waterkoker staat 5 minuten aan en heeft een vermogen van 1200 W. 

Bereken hoeveel energie de waterkoker verbruikt.

Werken met formules

1. E = ?
2. E = P x t
3. E = 1,2 kW x 0,08 h
4. E = 0,96 kWh

Werken met formules

Opdracht 6

Een waterkoker staat 5 minuten aan en heeft een vermogen van 1000 W. 

Bereken hoeveel energie de waterkoker verbruikt.

Werken met formules

1. E = ?
2. E = P x t
3. E = 1 kW x 0,08 h
4. E = 0,8 kWh

Werken met formules

Opdracht 7

Een waterkoker staat 5 minuten aan en heeft een vermogen van 1000 W. De waterkoker wordt aangesloten op het stopcontact.

Bereken hoeveel stroom er door de waterkoker loopt.

Werken met formules

1. I = ?
2. P = U x I
3. 1000 W = 230 V x I
4. I = 4,3 A

SO

Leren: omreken stappen, grootheden, eenheden en formules

Oefenen: oefenopdrachten op de classroom

Goed = alles goed

Voldoende = leer gedeelte alles goed en 75% van de vragen goed.

Onvoldoende = meer fouten