Hoofdstuk 4.1 Oorlog in Europa

1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Begin van de oorlog

Slide 6 - Diapositive

Hitler wilde over Europa heersen en had extra grondgebied nodig.
Waarvoor had het Duitse volk extra grondgebied nodig?
A
Woonruimte
B
Landbouw
C
Fabrieken
D
Havens

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Duitse bezetting in 1939
Duitse bezetting in 1940
Duitse bezetting in 1941
Duitse bezetting in 1942
geallieerd gebied
neutrale landen

Slide 8 - Question de remorquage

In welke volgorde veroverde Duitsland de landen?
Begin van de oorlog
De Britse en Franse regeringsleiders overlegden met Hitler om een oorlog met Duitsland te voorkomen.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe noem je zo’n overleg tussen staten?

A
Blitzkrieg
B
capituleren
C
diplomatie
D
antisemitisme

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Begin van de oorlog
Hitler hield zich niet aan de afspraken en viel in 1939 Polen binnen.

Frankrijk en Groot-Britannie verklaarde de oorlog en zo begon de Tweede Wereldoorlog.

Duitsland had veel tanks en vliegtuigen en rukte snel op. Zo'n snelle aanval noem je een Blitzkrieg

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer capituleerde (gaf zich over aan het Duitse leger) Nederland?
A
15 mei bombardement Amsterdam
B
15 mei bombardement Rotterdam
C
5 mei bombardement Amsterdam
D
5 mei bombardement Rotterdam

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

verloop en einde oorlog
vanaf 1941 gingen de Verenigde Staten meedoen met de geallieerden.

Eerst veroverde de Duitsers  een groot deel van de Sovjet-Unie. 

Vanaf 1943, toen wonnen de Russen de slag om Stalingrad.

 D-Day, 6 juni 1944


Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is D-day?

Slide 14 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Jodenhaat in Duitsland
In 1933 leefden in Duitsland 500.000 aanhangers van het jodendom. 

Ze beweerden dat de gelovigen een ‘Joods ras’ waren dat het ‘Duitse ras’ bedreigde

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Jodenhaat in Duitsland
Sinds de middeleeuwen waren er veel vooroordelen over Joden. 

De nazi’s versterkten die 
vooroor-delen.
Zo groeide de Jodenhaat. 

Een ander woord daarvoor is
antisemitisme 

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De nazi's  bouwden de nazi’s 

Ze wilden daar Joden bij elkaar brengen en vermoorden.
Nazi’s pakten bij                        Joodse mensen op. In Nederland werden wekelijks honderden Joodse Nederlanders opgepakt. 
 
Zij werden opgesloten in                       Westerbork in Drenthe.

Van daaruit                     de nazi’s de gevangenen in goederenwagons naar de concentratiekampen.

concentratiekampen
Razzia's
doorganskamp
deporteerden

Slide 17 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

werkkampen
vernietigings-kampen
Holocaust
nog meer slachtoffers
ouderen, kinderen en zieken die meteen werden gedood in de gaskamers 
De nazi’s vermoordden in totaal zes van de elf miljoen Europese Joden. 
sterke mannen en vrouwen die dwangarbeid moesten doen 
Roma en Sinti, Jehovagetuigen, homo’s, mensen met een beperking

Slide 18 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

15.15

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions