Algemene sport (basketbal, ringzwaaien, trampoline, voetbal)

Welkom
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
Lichamelijke opvoedingMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1-3

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom

Slide 1 - Diapositive

Wakker worden vraag:
Wat is de hoofdstad van Nederland?
A
Haarlem
B
Rotterdam
C
Amsterdam
D
Eindhoven

Slide 2 - Quiz

Wat gaan we doen vandaag?
We hebben vandaag 4 thema's met ieder 5 vragen. Dus in totaal 20 vragen. 
De volgende vragen zijn er:
Meerkeuze vragen
Sleepvragen
Fotovragen
Open vragen

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Basketbal

Slide 5 - Diapositive

Wat is second dribbel?
A
Tweede keer in een wedstrijd dribbelen
B
Twee keer achter elkaar dribbelen, terwijl je de bal al hebt vast gehouden
C
De tweede dribbel
D
Dribbelend langs een tweede speler gekomen

Slide 6 - Quiz

Sleep de juiste benaming naar het plaatje
The bucket
De basket
Middenlijn

Slide 7 - Question de remorquage


Hoeveel punten krijg je bij wedstrijdbasketbal als je vanaf deze lijn schiet? 
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 8 - Quiz

Wat is een lay-up?
A
B
C

Slide 9 - Quiz

Mag je bij schoolbasketbal de bal uit de handen van de tegenpartij pakken?
A
Ja
B
Nee

Slide 10 - Quiz

Ringzwaaien

Slide 11 - Diapositive

Hoeveel stappen zet je op de grond om vaart te maken?
A
4
B
3
C
2
D
1

Slide 12 - Quiz

Wanneer spring je af?
A
Aan de voorkant
B
Aan de achterkant
C
Op het dode punt aan de voorkant
D
Op het dode punt aan de achterkant

Slide 13 - Quiz

Hoe zet je de stappen in het midden?
A
Alsof je loopt
B
Met 1 voet hinkelend
C
Voeten naast elkaar
D
Met twee voeten springend

Slide 14 - Quiz

Hoe hoog moeten de ringen hangen om te zwaaien?
A
Bij je oren
B
Armen gestrekt boven je hoofd
C
Bij je schouders
D
Bij je heupen

Slide 15 - Quiz

Hoe heet het spul wat je op je handen smeert?
A
IJzer
B
Poedersuiker
C
Meel
D
Magnesium

Slide 16 - Quiz

Trampoline

Slide 17 - Diapositive

Waar moet je inspringen in de trampoline?
A
In het rondje
B
Boven het rondje
C
Naast het rondje
D
Onder het rondje

Slide 18 - Quiz

Hoe verder je inspringt in de trampoline, hoe hoger je komt.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quiz

Om over het hoogspringlijntje te komen, moet je meteen naar voren springen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quiz

Je moet altijd met 2 voeten tegelijk landen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quiz

Als het springlijntje hoger gaat, moet de trampoline...
A
Dichterbij de dikke mat
B
Verder weg van de dikke mat

Slide 22 - Quiz

Voetbal

Slide 23 - Diapositive

Hoe heet voetbal in het Amerikaans?
A
Soccer
B
Football
C
Baseball
D
Rugby

Slide 24 - Quiz

Wie is dit?
A
Messi
B
Ronaldo
C
Cruijff
D
Maradonna

Slide 25 - Quiz

Welk land is regerend wereldkampioen?
A
Frankrijk
B
Italië
C
Kroatië
D
Duitsland

Slide 26 - Quiz

Hoeveel spelende spelers horen er bij een officieel team? Geef je antwoord in cijfers

Slide 27 - Question ouverte

Welke docent speelt voetbal?
A
Mr. Jantjes
B
Mr. Tuik
C
Mr. Raaijmaker
D
Mr. Oers

Slide 28 - Quiz

Laatste vraag

Slide 29 - Diapositive

Waarom zit er een stuur op je fiets?
A
Om te sturen
B
Om je vast te houden
C
Omdat je de bel anders in je handen moet houden
D
Omdat het anders lastig fietsen is.

Slide 30 - Quiz

Blijf bewegen!
Tot de volgende keer!

Slide 31 - Diapositive