vrijdag 10 februari 1F

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo lwoo, havo, vwo
• Leerjaar 1

Welkom klas 1F

Leg je wiskundespullen open op tafel.

Planning + Lesdoel

Paragraaf 5.6B

lesdoel

• Je kunt hoeken berekenen in figuren met meerdere driehoeken.

Je hebt eerder de volgende hoeken geleerd.

∠A=90°

∠D=180°

∠E=360°

tussen de 0

en 90 graden

tussen de 90

en 180 graden

Overstaande hoeken

Twee lijnen die elkaar snijden 

maken vier hoeken.

De overstaande hoeken zijn 

even groot.

voorbeeld

Hoeken berekenen

1. Gestrekte hoek = 180 graden
   
2. Rechte hoek = 90 graden
   
3. Volle hoek = 360 graden
4. Overstaande hoeken zijn gelijk

Let op:  hoeken berekenen is niet meten!!  (Geen geodriehoek nodig!)

WAT?

HOE?

WAAROM?

Hoekensom driehoek

De drie hoeken van een driehoek zijn even groot als een gestrekte hoek. In elke driehoek zijn de hoeken opgeteld samen 180 graden! 

Hoekensom driehoek = 180 graden

 Hoeken berekenen

1. Gestrekte hoek = 180 graden
   
2. Rechte hoek = 90 graden
   
3. Volle hoek = 360 graden
4. Overstaande hoeken zijn gelijk
5. Hoekensom driehoek = 180 graden

WAT?

HOE?

WAAROM?

Maak gebruik van de regels! 

Bereken hoek A

Bereken hoek P2

Zelfstandig werken

• Aan de slag
  
• Eerste 10 min. helemaal zelfstandig
• Na de 10 min. overleggen
• Klaar? nakijken + leren voor de repetitie