Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
§4.4 Chemische reacties
Slide 1 - Diapositive
Vandaag
huiswerk nakijken
Uitleg §4.4
samen inoefenen
zelfstandig werken
Slide 2 - Diapositive
Leerdoelen
Je kunt processen in het dagelijks leven herkennen als chemische reactie.
Je kunt een chemische reactie weergeven in een reactieschema.
Je kunt de kenmerken van een ontledingsreactie en van een verbrandingsreactie benoemen.
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Vidéo
Chemische reactie = verandering van stofeigenschappen
Slide 5 - Diapositive
Chemische reacties
Bij elke chemische reactie verdwijnt er minstens 1 stof. Er ontstaat ook minstens 1 stof.
Een chemische reactie is ook niet terug te draaien. Als je een eitje bakt, kun je hem niet meer terug in zijn originele vorm krijgen. Een ijsklontje kun je steeds opnieuw bevriezen en smelten. Dit is een faseovergang en dus GEEN chemische reactie
Slide 6 - Diapositive
Voorbeelden van chemische reacties
Het bereiden van voedsel zoals het bakken van een eitje
Het roesten van ijzer, bijvoorbeeld je fiets
Het hard worden van lijm
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Verbranding
Als een stof snel en met vlammen reageert met zuurstof uit de lucht, zeg je dat die stof verbrandt.
Er zijn 3 brandvoorwaarden:
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Corrosie
Veel metalen worden aangetast door stoffen in de lucht zoals zuurstof (O2) en water (H2O). Dat noem je corrosie en is ook een chemische reactie
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Reactieschema
In een reactieschema zet je de beginstoffen vóór de pijl
In een reactieschema zet je de reactieproductenna de pijl
- Ontledingsreactie (1 stof voor de pijl, meerdere achter de pijl)
-andere chemische reacties
Een faseovergangis geen reactie, deze is omkeerbaar.
Slide 18 - Diapositive
Samen inoefenen/huiswerk
We maken samen opdracht 1
Zelfstandig werken: opdracht
Dit is ook het huiswerk
Klaar kijk na met een nakijkboekje
Pak je leesboek of ga rustig iets voor jezelf doen
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Vidéo
Koen is in een romantische bui en steekt een kaarsje aan. Bij de vlam ziet hij dat het kaarsvet vloeibaar is geworden en begint te druppelen. Met wat voor soort reactie heb je hier te maken?
A
chemische reactie
(Scheikundige reactie)
B
Ontledingsreactie
C
Fysische reactie
(Natuurkundige reactie)
D
Een verbrandingsreactie
Slide 21 - Quiz
Adrie bakt een wit afbakbroodje mooi bruin. Sanne haar fiets is aan het roesten. Bij welke leerling(en) vind een chemische reactie plaats?
A
Bij Adrie
B
Bij Sanne
C
Bij beiden
D
Bij geen van beiden
Slide 22 - Quiz
Femke smelt boter in een pan. Raoul steekt een papiertje in de brand. Bij welke leerling(en) vind er een chemische reactie plaats?
A
Bij Femke
B
Bij Raoul
C
Bij geen van beiden
D
Bij beiden
Slide 23 - Quiz
Kimberley heeft de ijsjes uit de afbeelding gekocht. Je koopt deze ijsjes als vloeistof en vriest deze thuis in, waarna deze stof zich niet langer in de vloeibare fase, maar in de vaste fase bevindt. Met wat voor soort reactie heb je hier te maken?
A
Een chemische reactie
(Scheikundige reactie)
B
Een ontledingsreactie
C
Een fysische reactie
(Natuurkundige reactie)
D
Een verbrandingsreactie
Slide 24 - Quiz
Veronic heeft beton in haar tuin gestort, om de palen van haar schutting stevig in vast te zetten en houtrot te voorkomen. Het uitharden van beton is een voorbeeld van een ……
A
Chemische reactie
(Scheikundige reactie)
B
Ontledingsreactie
C
Fysische reactie
(Natuurkundige reactie)
D
Een verbrandingsreactie
Slide 25 - Quiz
Wanneer je water onder stroom zet, dan valt water (H2O) uiteen in de stoffen waterstof (H) en zuurstof (O). Dit noem je de elektrolyse van water. Met wat voor soort reactie heb je hier te maken?
A
Chemische reactie
(Scheikundige reactie)
B
Ontledingsreactie
C
Fysische reactie
(Natuurkundige reactie)
D
Een verbrandingsreactie
Slide 26 - Quiz
In de motor van een auto die op waterstof rijdt vind de volgende reactie plaats:
2 H2 + O2 —> 2 H2O
Met wat voor reactie heb je hier te maken?
A
Chemische reactie
(Scheikundige reactie)
B
Ontledingsreactie
C
Fysische reactie
(Natuurkundige reactie)
D
Verbrandingsreactie
Slide 27 - Quiz
Bekijk de reactie hieronder:
Suiker (C12H22O11) —> koolstof (12 C)+ water (11H2O)
Wat voor soort reactie is dit?
A
Chemische reactie
(Scheikundige reactie)
B
Ontledingsreactie
C
Fysische reactie
(Natuurkundige reactie)
D
Een verbrandingsreactie
Slide 28 - Quiz
Bekijk de reactie hieronder:
Magnesium + zuurstof —> magnesiumoxide
A
Chemische reactie
(Scheikundige reactie)
B
Ontledingsreactie
C
Fysische reactie
(Natuurkundige reactie)
D
Een verbrandingsreactie
Slide 29 - Quiz
Welk metaal is ongevoelig voor corrosie?
A
Ijzer
B
Koper
C
Aluminium
D
Goud
Slide 30 - Quiz
Welk metaal kan volledig door corroderen?
A
Ijzer
B
Koper
C
Aluminium
D
Goud
Slide 31 - Quiz
Waarom voegt men een laagje tin toe aan de binnenkant van een stalen conservenblik?