Les 3: Jeugdcriminaliteit

Criminaliteit




Straffen
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Criminaliteit




Straffen

Slide 1 - Diapositive

Wat is wat?
Dikgedrukt = een begrip
schuin = moeilijk woord

uitleg van begrip
Hierin staat de uitleg van het begrip. Schrijf het begrip en de betekenis op in je schrift.
uitleg van moeilijk woord
Hierin staat de uitleg van het moeilijke woord. Schrijf het op in je schrift.
uitleg
Hierin staat de uitleg over een bepaald onderwerp.

Slide 2 - Diapositive

Zijn jongeren crimineler dan ouderen?
De politie houdt cijfers bij van alle misdrijven die ze hebben ontdekt en alle aangiften die zijn gedaan. Je doet aangifte als je bij de politie een strafbaar feit meldt. Als je naar die cijfers kijkt vallen een paar dingen op. Sommige groepen komen meer in aanraking met de politie dan anderen Wie zijn dat denk jij?
de aangifte
Je doet aangifte als je bij de politie een strafbaar feit meldt.

Slide 3 - Diapositive

Wie komen meer in aanraking met de politie denk jij?
A
Jongeren tussen 15 en 25 jaar oud
B
Volwassenen tussen de 25 en 35 jaar oud

Slide 4 - Quiz

Wie komen meer in aanraking met de politie denk jij?
A
Jongens
B
Meisjes

Slide 5 - Quiz

Jeugdcriminaliteit
Jongeren tussen de 15 en 25 jaar plegen vaker misdrijven dan andere leeftijdsgroepen. Het gaat dan vooral om kleine diefstallen en vernielingen. We noemen dit jeugdcriminaliteit.
Jongens en mannen komen veel vaker in aanraking met de politie dan meisjes en vrouwen. In de gevangenis is maar 7,5 procent van de gevangenen vrouw. 

jeugdcriminaliteit
Criminaliteit waarbij de misdrijven gepleegd worden door jongeren (mensen jonger dan 18 jaar oud).

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Waarom plegen jongeren vaker misdrijven dan andere leeftijdsgroepen denk jij?

Slide 8 - Question ouverte

Waarom plegen jongens vaker misdrijven dan meisjes denk jij?

Slide 9 - Question ouverte

Ken jij iemand die in aanraking is geweest met de politie? Zo ja, hoe had deze persoon dit kunnen voorkomen?

Slide 10 - Question ouverte

Oorzaken van jeugdcriminaliteit
Jongeren plegen vaker misdrijven dan andere leeftijdsgroepen om een aantal redenen:
- een slechte thuissituatie (jongeren die thuis verkeerde normen en waarden leren gaan eerder het slechte pad op)
- groepsdruk (meedoen met je vrienden omdat je er anders niet meer bij hoort)
- alcohol of drugs (onder invloed nemen jongeren meer risico's)
- spijbelen of schooluitval (jongeren die niet naar school gaan of geen diploma halen komen vaker in aanraking met de politie)

jeugdcriminaliteit
Criminaliteit waarbij de misdrijven gepleegd worden door jongeren (mensen jonger dan 18 jaar oud).

Slide 11 - Diapositive

Opgepakt... en dan?
Als de politie vermoedt dat een persoon een misdrijf heeft gepleegd dan kunnen zij deze persoon oppakken. Deze persoon wordt dan een verdachte.
Als je een verdachte bent van een misdrijf mag de politie je:
- fouilleren
- arresteren
- huis doorzoeken
Als de politie klaar is met het onderzoek dan schrijven ze een proces-verbaal, dit is een speciaal politieverslag over het misdrijf en de verdachte.

verdachte
Iemand waarvan de politie denkt dat hij iets strafbaars heeft gedaan.
oppakken
Als er genoeg aanwijzingen zijn dat een persoon een misdrijf of overtreding heeft gepleegd, dan mag de politie deze persoon aanhouden en verhoren.
fouilleren
De politie mag dan onderzoeken of een verdachte iets op zijn lichaam (of in zijn kleding) draagt door op het lichaam te voelen.
arresteren
De politie mag de verdachte dan meenemen naar het politiebureau voor verhoor en deze maximaal 9 uur vasthouden.
proces-verbaal
 Dit is een speciaal politieverslag over het misdrijf en de verdachte.

Slide 12 - Diapositive

Naar Halt
Als je tussen de 12 en 18 jaar oud bent en een licht misdrijf pleegt, kan de politie je naar bureau Halt sturen.
Het gaat dan om dingen als het afsteken van illegaal vuurwerk, spijbelen of ongewenste sexting.
bureau Halt
HALT staat voor Het Alternatief. 
Halt is een bureau dat jongeren begeleidt om criminaliteit te voorkomen, bestrijden en bestraffen.

Slide 13 - Diapositive

Wat doet bureau Halt?
Als je naar bureau Halt gestuurd wordt dan behandelen zij jouw zaak en krijg je een speciale straf. Je hoeft dan niet voor de rechter te komen en krijgt geen strafblad.
Een straf van Halt heeft vaak direct te maken met het misdrijf. Je moet bijvoorbeeld je excuus aanbieden aan het slachtoffer en de schade herstellen of betalen.
strafblad
Een strafblad is een overzicht van jouw strafbare gegevens bij de overheid. Je hebt het recht om te weten wat daarin over jou staat.

Slide 14 - Diapositive

Gevangenisstraf voor een jongere?
Als een jongere een zwaar misdrijf pleegt, waarvoor de rechter diegene veroordeeld tot een gevangenisstraf, dan komt hij of zij in een justitiële jeugdinrichting terecht. Dit heet ook wel een jeugdgevangenis. 
Hoe gaat het eraan toe in een jeugdgevangenis? 
justituele jeugdinrichting
Dit is een gevangenis speciaal voor jongeren.

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Wat is jeugdcriminaliteit? Omschrijf dit in je eigen woorden.

Slide 17 - Question ouverte

Wat is een verdachte?
A
Iemand die veel gedachten heeft
B
Iemand die misschien een delict heeft gepleegd
C
Iemand die verdacht wordt van goede daden
D
Iemand die verdacht wordt door zijn vrienden

Slide 18 - Quiz

Wat is een proces-verbaal?
A
Een overzicht van goede daden
B
Een verslag van de politie over de verdachte
C
Een verslag van de verdachte zelf
D
Een proces tegen de verdachte

Slide 19 - Quiz

Wat is een strafblad?
A
Een overzicht met strafbare feiten van de veroordeelde
B
Een overzicht met alle straffen in Nederland

Slide 20 - Quiz

Wat doet bureau Halt? Omschrijf in je eigen woorden.

Slide 21 - Question ouverte

Begrippen uit deze les
  • jeugdcriminaliteit
  • proces-verbaal
  • verdachte
  • strafblad
  • bureau HALT

  • aangifte
  • oppakken
  • fouilleren
  • arresteren

Slide 22 - Diapositive

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 23 - Question ouverte

Stel 1 vraag over de lesstof die je niet goed hebt begrepen.

Slide 24 - Question ouverte