Quiz T3 H3

Even herhalen: Wat is het verschil tussen een modificatie en een mutatie?
A
een modificatie is erfelijk, een mutatie niet
B
een mutatie is erfelijk, een modificatie niet
C
een mutatie is een verandering in het fenotype, een modificatie een verandering in het genotype
D
een mutatie is een verandering in het genotype, een modificatie een verandering in het fenotype
1 / 18
suivant
Slide 1: Quiz
BiologieSecundair onderwijs

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Even herhalen: Wat is het verschil tussen een modificatie en een mutatie?
A
een modificatie is erfelijk, een mutatie niet
B
een mutatie is erfelijk, een modificatie niet
C
een mutatie is een verandering in het fenotype, een modificatie een verandering in het genotype
D
een mutatie is een verandering in het genotype, een modificatie een verandering in het fenotype

Slide 1 - Quiz

Even herhalen: Het verschil in bouw tussen de werksters en de koningin in een bijenkolonie is een voorbeeld van ...
A
een niet-erfelijke modificatie
B
een epigenetische modificatie
C
een niet-erfelijke mutatie
D
een erfelijke mutatie

Slide 2 - Quiz

Waar of niet waar: Een epigenetische modificatie is steeds erfelijk
A
waar
B
niet waar

Slide 3 - Quiz

Bij welke soort genmutatie verandert de hoeveelheid DNA?
A
bij een puntmutatie, micro-deletie en micro-insertie
B
enkel bij micro-deletie en micro-insertie
C
enkel bij micro-insertie en een puntmutatie
D
enkel bij micro-deletie

Slide 4 - Quiz

Welke soort mutatie is het gevolg van een non-disjunctie?
A
genoommutatie
B
chromosoommutatie
C
genmutatie

Slide 5 - Quiz

Zijn mutaties nadelig? Waarom wel/niet?

Slide 6 - Question ouverte

Wat zijn mutagenen?

Slide 7 - Question ouverte

Wat zijn genoommutaties?

Slide 8 - Question ouverte

Wat versta je onder: non-disjunctie?
Geef een volledige omschrijving.

Slide 9 - Question ouverte

Mozaïcisme is het gevolg van ...
A
non-disjunctie bij meiose 1
B
non-disjunctie bij meiose 2
C
non-disjunctie bij meiose 1 of 2
D
non-disjunctie bij mitose

Slide 10 - Quiz

Waar of niet waar: Chromosoommutaties zijn het gevolg van een fout bij crossing-over
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quiz

Wat zijn isochromosomen?

Slide 12 - Question ouverte

Wat gebeurt er precies bij translocatie?

Slide 13 - Question ouverte

Het syndroom van Down kan het gevolg zijn van bepaalde chromosoommutaties, welke?
A
inversie en deletie
B
isochromosomen en deletie
C
isochromosomen en translocatie
D
duplicatie en translocatie

Slide 14 - Quiz

Wat is een genmutatie?

Slide 15 - Question ouverte

De puntmutatie die als gevolg heeft dat mensen bloedgroep O hebben is een ...
A
missense mutatie
B
stille mutatie
C
nonsense mutatie
D
winstmutatie

Slide 16 - Quiz

De puntmutatie die sikkelcelanemie veroorzaakt is een ...
A
missense mutatie
B
stille mutatie
C
nonsense mutatie
D
winstmutatie

Slide 17 - Quiz

Mucoviscidose is een gevolg van ...
A
een puntmutatie
B
microdeletie
C
micro-insertie
D
een chromosoommutatie

Slide 18 - Quiz