Oefening met werkwoordspelling

Taalverzorging H3-4 werkwoordspelling
Met onderstaande dia's kun je jouw werkwoordspelling oefenen.
Maak de vragen en bedenk dat je het correct schrijven van werkwoorden en  of woorden altijd nodig hebt in  het dagelijks leven.
SUCCES!
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 4-6

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Taalverzorging H3-4 werkwoordspelling
Met onderstaande dia's kun je jouw werkwoordspelling oefenen.
Maak de vragen en bedenk dat je het correct schrijven van werkwoorden en  of woorden altijd nodig hebt in  het dagelijks leven.
SUCCES!

Slide 1 - Diapositive

 
Hoe sta jij ervoor met  
ww-
spelling?

Slide 2 - Diapositive

Vooraf: vind je werkwoordspelling:
A
heel gemakkelijk
B
gemakkelijk
C
moeilijk
D
heel moeilijk

Slide 3 - Quiz

Wat is je inschatting, van de 17 werkwoorden heb ik er
A
geen fout
B
drie, vier, vijf of zes fout
C
een of twee fout
D
meer dan zes fout

Slide 4 - Quiz

Toelichting
  • Denk aan de eerste stap: is het de PV JA of NEE
  • Kies uit: dd-d-dt-t-tt (alle tijden dus, ook het voltooid deelwoord)
  • Kies voor tegenwoordige tijd als je niet uit de rest van de zin kunt afleiden of het tegenwoordige tijd of verleden tijd moet zijn
  • Aan het eind van elke zin vind je tussen haakjes de infinitief van het werkwoord waarom het gaat

Slide 5 - Diapositive

De dief was op de gestolen fiets gevlucht, maar hij werd door een agent achterhaal... (achterhalen)

A
achterhaald
B
achterhaalt
C
achterhaaldt
D
achterhaaldde

Slide 6 - Quiz

Het bedroef... me zeer dat anderen goede sier willen maken met mijn verdiensten. (bedroeven)

A
bedroefd
B
bedroeft
C
bedroefdt
D
bedroefdd

Slide 7 - Quiz

De politie gelas...e de betogers uiteen te gaan. (gelasten)

A
gelasde
B
gelaste
C
gelastte
D
gelasdde

Slide 8 - Quiz

De (aflassen) wedstrijd kwam ons goed uit.
A
aflaste
B
afgelaste
C
afgelastte
D
afgelast

Slide 9 - Quiz

Hij heeft te veel tijd aan zijn hobby’s besteed, waardoor hij zijn studie heeft verwaarloos... (verwaarlozen)

A
verwaarloosd
B
verwaarloost
C
verwaarloosdt
D
verwaarloosdd

Slide 10 - Quiz

Aan de horizon onderschei ... de stuurman duidelijk twee boortorens. (onderscheiden)

A
onderscheid
B
onderscheit
C
onderscheidt
D
onderscheidd

Slide 11 - Quiz

Bij ons zilveren huwelijksfeest vorig jaar berei...en onze kinderen ons een grote verrassing. (bereiden)

A
bereiden
B
bereiten
C
bereitten
D
bereidden

Slide 12 - Quiz

De glassplinter moest zo snel mogelijk uit het oog van het slachtoffer verwijder... worden. (verwijderen)
A
verwijderd
B
verwijdert
C
verwijderdt
D
verwijderdd

Slide 13 - Quiz

Op mijn vorige school pes...en de kinderen elkaar vaak. (pesten)
A
pestden
B
pesten
C
pestten
D
pesdden

Slide 14 - Quiz

Ik heb je wel wat lang laten wachten, maar ik hoop dat je je niet verveel... hebt. (vervelen)
A
verveeld
B
verveelt
C
verveeldt
D
verveeldd

Slide 15 - Quiz

Hoewel de brandweer alles deed om de brand te blussen, bran...en het huis en de schuur tot de grond toe af. (afbranden)
A
branden
B
brandten
C
brantten
D
brandden

Slide 16 - Quiz

Ik heb veel te lang in de zon gezeten; nu is mijn gezicht helemaal vervel... (vervellen)
A
verveld
B
vervelt
C
verveldt
D
verveldd

Slide 17 - Quiz

Doordat het op het perron zo toch...e, heeft ze waarschijnlijk kougevat. (tochten)
A
tochtde
B
tochte
C
tochtte
D
tochdde

Slide 18 - Quiz

Het (verrichten) klusje ging goed
A
verrichtte
B
verrichten
C
verrichte
D
verricht

Slide 19 - Quiz

Onze vroegere buren voe...en hun kinderen indertijd op in een sfeer van vertrouwen. (opvoeden)
A
voeden
B
voedten
C
voetten
D
voedden

Slide 20 - Quiz

De reizigers werden overvallen en beroof... van al hun kostbaarheden.
A
beroofd
B
berooft
C
beroofdt
D
beroofdd

Slide 21 - Quiz

De vorige zin was de laatste. Hoe tevreden ben je met je resultaat?
A
heel tevreden
B
een beetje tevreden
C
niet zo tevreden
D
heel erg ontevreden

Slide 22 - Quiz

Als je 'A' (of 'B') hebt gekozen: proficiat!
Heb je 'C' of 'D' (of 'B') gekozen? Hier volgen tips om jezef te verbeteren:
  1. YouTube-filmpje korte uitleg in twee minuten  als je optie 'B' gekozen hebt
  2. YouTube-filmpje uitgebreide uitleg in acht minuten als je optie 'C' of 'D' gekozen hebt 

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Lien