Talendorp - herhaling/ oefenen

• Duits
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 4

Talendorp 2021

4. Klasse

Wiederholung

Inhoud gesprek 

Leerdoel 1 

Je kunt op een passende manier een gesprek openen. 

Je kunt op een passende manier het gesprek afsluiten

Leerdoel 2

Je kunt jezelf voorstellen en wat over jezelf vertellen. 

Je kunt vertellen welke vakken jij op school hebt. 

Je kunt vertellen over de studie die jij hierna wilt gaan volgen. 

Leerdoel 3

Je kunt je mening geven over jouw schoolvakken. Welke zijn leuk en welke minder? 

Je kunt vragen terugstellen en interesse tonen.

Je kunt "compensatie-strategieën" toepassen.

Leerdoel 1

- Je kunt op een passende manier een gesprek openen. 

- Je kunt op een passende manier het gesprek afsluiten

Beispiel: Hallo, wie geht es dir? ....

Beispiel: Danke für das Gespräch... 

Tschüss! Bis später! Bis Morgen! ....

Wat kun je zeggen om een
gesprek te openen?

Leerdoel 2.1

 1. Je kunt jezelf voorstellen en wat over jezelf vertellen en je kunt het aan de ander vragen.

Je kunt jezelf voorstellen met de volgende gegevens:

- Voornaam + achternaam;

- Leeftijd;

- Woonplaats;

- Land;

- Familie;

- Hobby’s.

Schrijf bij de volgende slides jouw reacties op, stel dat deze vraag aan jou wordt gesteld!

Kannst du mir erzählen wo du wohnst
und wie alt du bist?

Hast du Geschwister?
(nicht nur ja oder nein)

Wie alt sind deine Geschwister? Was sind ihre Namen?

Kannst du mir etwas erzählen über
deine Hobbys?

Welchen Teil von deinem Hobby machst du am Besten?

Leerdoel 2.2

1. Je kunt vertellen welke vakken je op school volgt.

2. Je kunt vertellen welke studie jij hierna wilt gaan doen.

Beispiel: Ich habe viele verschiedene Fächer, zum Beispiel; Englisch, Sport, Deutsch, Mathe .....

Beispiel: Ich habe mich entschieden für die Ausbildung .... 

 

Schreibe vier Fächer auf.

Was ist dein Traumberuf?

Leerdoel 3

1. Je kunt je mening geven over jouw schoolvakken. Welke zijn leuk en welke minder? 

2. Je kunt vragen terugstellen en interesse tonen.

3. Je kunt "compensatie-strategieën" toepassen.

Beispiel: Wie findest du Deutsch? - Deutsch finde ich super! 

Beispiel: Wie findest du Mathe? - Mathe mag ich nicht so gern, weil es sehr schwierig ist. 

Beispiel: Können Sie das bitte wiederholen?

Beispiel: Wie heißt das auf Deutsch? 

Beispiel: Können sie mir die Frage erklären? 

Wat zeg je als je de vraag niet hebt verstaan en de andere de vraag moet herhalen?

Je vindt Engels een stom vak. Dit is omdat je het moeilijk vindt. Hoe zeg je dit in het Duits?

An die Arbeit!

Je gaat nu alle leerdoelen verder uitwerken/ structureren. Dit betekent dus: de mogelijke vragen uit deze les opschrijven en ook jouw antwoorden hiervoor opschrijven. Hiervoor krijg je 20 minuten de tijd. 

Maak gebruik van de TrabiTour boeken, de eerste talendorp les en 

van een online woordenboek. 

An die Arbeit! (2. Stunde, indien blokuur)

Nu je alle leerdoelen hebt uitgewerkt/ gestructureerd, ga je het spreken oefenen. Je wordt met een random persoon in een aparte ruimte in Teams gezet. Hiermee ga je 20 minuten oefenen. Daarna wordt iedereen teruggeroepen naar de vergadering, en wordt er nog een laatste 20 minuten met een ander persoon geoefend. De docent zal de ruimtes rond gaan voor mogelijke vragen.