Herhaling mimische spieren

• Schoonheidsverzorging
• MBO
• Studiejaar 1

Introduction

Eerste les van de module harsen gezicht en lichaam.

Instructions

De student gaat veel zelfstandig de lesstof herhalen.

Les  

MIMISCHE SPIEREN 

Leerdoelen

- De student kent de mimische spieren

Summatieve toets

Bufferweek 4 - Theorie-examen Gezichtsbehandeling uitvoeren:

Spieren van de hals en het gezicht

Massag effecten

massage doel en bijbehorende grepen

Wist jij dat je spieren bepalen of je blij of boos kijkt? 

Een gezichtsmassage heeft invloed op je spieren in het gezicht. Om deze massage goed te kunnen uitvoeren moet je dus weten welke spieren er in het gezicht, de hals en het decolleté voorkomen.

Beweging spier

Mimische spieren en skeletspieren van het gelaat hebben allemaal een verschillende oorsprong, aanhechting en werking. 

De oorsprong en aanhechting bepalen het verloop van de spier. 

Bij het samentrekken van mimische spieren beweegt de aanhechting in de richting van de oorsprong. 

Skeletspieren van het gelaat hebben hun oorsprong en aanhechting beide aan een beendeel.

Voorbeeld

Voorhoofdspier

De aanhechting gaat in de richting van de oorsprong

Wat is dan de werking van de spier?

Voorhoofdspier 

O: Schedelpeesblad

A: Wenkbrauwen en neuswortel

W: Trekt wenkbrauwen omhoog

Horizontale voorhoofdsrimpels

Musculus Frontalis

A; aan de huid van wenkbrauwen en neuswortel

Verbazing

Oorsprong:

aan het schedelpeesblad

Aanhechting:

aan de huid bij de wenkbrauwen en neuswortel

Werking:

trekt de wenkbrauwen omhoog

veroorzaakt horizontale voorhoofdsrimpels

Wenkbrauwrimpelaar

O: Neusdeel voorhoofdsbeen.

A: Midden boven wenkbrauwen.

W: Trekt wenkbrauwen naar binnen en omlaag.

Verticale voorhoofdsrimpels

Musculus Corrugator Supercili

Boos kijken

Verticale voorhoofdsrimpels, vooral boven de neus

Oorsprong:

aan het neusdeel van het voorhoofdsbeen

Aanhechting:

aan de huid midden boven de wenkbrauwen

Werking:

trekt de wenkbrauwen naar binnen en omlaag

veroorzaakt verticale voorhoofdsrimpels, vooral boven de neus

Oogkringspier

O: Binnenooghoek

A: Buitenooghoek, wenkbrauwen en wangen

W: Sluit de ogen

Kraaienpootjes

Musculus Orbicularis Oculi

Kraaienpootjes door verslapping en intensief gebruik van de oogkringspier.

Bovenlip- en neusvleugelheffer

O: Neusooghoek

A: Neusvleugels en bovenlip

W: Trekt de neusvleugels en bovenlip omhoog

Musculus Levator labii superiosis (op de foto groen)

Trompetspier

O: Bovenkaak en onderkaak

A: Mondhoek

W: Trekt wanghuid tegen de kiezen, mondhoeken opzij. Veroorzaakt hangwangen.

Musculus depressor labii interioris

Is ook een gedeeltelijke voortzetting van de brede halsspier

Mondkringspier

O: mondhoek

A: huid rondom de mond

W: Spitst, opent en sluit de mond

- Verticale rimpels rond mond

Musculus Risorius

O: bij mondholte aan de bindweefselvliezen van de oorspeekselklier (die in het wanggedeelte van de mondhoek liggen)

W: Trekt mondhoek opzij tot een speet. Kuiltje in de wangen doordat de spier vergroeid is met de wanghuid.

O: bij mondholte aan de bindweefselvliezen van de oorspeekselklier (die in het wanggedeelte van de mondhoek liggen)

W: Trekt mondhoek opzij tot een speet. Kuiltje in de wangen doordat de spier vergroeid is met de wanghuid.

Achterhoofdspier

Aanhechting: Schedelpeesblad

Oorsprong: Achterhoofdbeen 

Werking

Trekt schedelpeesblad naar achteren en strijkt rimpels glad. 

A

O

Brede halsspier

O: Sleutelbeen, ribben en schoudertop

A: Kaakrand en wangen

Werking:

- Trekt halshuid omhoog en mondhoeken omlaag

- Horizontale rimpels in hals

Spiervorm: waaiervormig 

Platysma

Skeletspieren van het gezicht

Deze spieren moeten goed vastzitten, omdat je voor het kauwen veel spierkracht nodig hebt.

• Wangkauwspier
• Slaapkauwspier
  

Wangkauwspier

O: Jukboog

A: Onderkaak bij de kaakhoek

W: Heft onderkaak en kaaksluiter

Musculus Masseter

Slaapkauwspier

O: Slaapbeen

A: Onderkaak

W: Heft onderkaak en kaaksluiter

Waaiervormige spier

Musculus temporalis

Waaiervorminge spier

Borstbeen – sleutelbeen - tepelspier

O: Borstbeen en sleutelbeen

A: Slaapbeen

Werking:

- Hoofd naar voren en opzij

- Hulpspier inademing

Spiervorm: eenbuikigespier  

Musculus sternocleidomastoideus

Twee hoofdige spier, 2 oorsprongplaatsen (borstebeen en sleutelbeen)

Tweebuikige onderkaakspier

O: Slaapbeen (tepelvormig uitsteeksel)

  

A: Onderkaak via tongbeen

Werking: Opent onderkaak en trekt tongbeen naar achteren

Spiervorm: 2-buikige spier

Antagonist: slaapkauwspier en wangkauwspier (sluiten de kaak)

Musculus diagstricus

Opdracht 

Maak de opdracht

Mimische spieren

In de les of thuis (afhankelijk van de tijd)

Bespreken

Mimische spieren hechten zich aan aan het bot

1. Juist
2. Onjuist

Welke spier veroorzaakt verticale rimpels rondom de mond?

1. Mondkringspier
2. Trompetspier
3. Lachspier
4. Mondhoekheffer

Welke spier is E ?

1. slanke neusspier
2. wenkbrauwrimpelaar
3. oogkringspier
4. voorhoofdsspier

Welke spier is A ?

1. wandspier
2. borstbeen-sleutelbeen-tepelspier
3. slaapkauwspier
4. wenkbrauwrimpelaar

Welke spier is I ?

1. borstbeen-sleutelbeen-tepelspier
2. kinspier
3. mondhoekomlaag-trekker
4. brede halsspier

Welke spier is F ?

1. borstbeen-sleutelbeen-tepelspier
2. brede halsspier
3. wangkauwspier
4. halsspier

Degeneratieverschijnselen: welke spier veroorzaakt wat?

kraaienpootjes

horizontale voorhoofdsrimpel

verticale voorhoofdsrimpel

Degeneratieverschijnselen: welke spier veroorzaakt wat?

brede halsspier

bovenlipheffer

trompetspier

Herhalen hoofdstuk spieren... Check!

Hoe wil je volgende week de lesstof herhalen?

Kahoot

Op bord herhalen

Forms

Beauty Level trainers

LessonUp uitleg

Spelvorm online

Elkaar overhoren