Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Herhaling
Thema 3: Erfelijkheid en Evolutie
Slide 1 - Diapositive
In iedere cellen liggen de erfelijke eigenschappen op chromosomen
Slide 2 - Diapositive
Hoeveel chromosomen heeft de mens?
Slide 3 - Question ouverte
Hebben alle organismen 46 chromosomen?
A
Ja
B
Nee
Slide 4 - Quiz
Een levercel van een struisvogel bevat 80 chromosomen. Hoeveel paren chromosomen bevat een huidcel van deze struisvogel?
Slide 5 - Question ouverte
De informatie voor alle erfelijke eigenschappen noemen we het genotype van een organisme
Ligt vast in je chromosomen.
Fenotype zijn alle zichtbare kenmerken van iemand Hoe zie je eruit?
Slide 6 - Diapositive
Vanaf wanneer ligt het genotype vast?
Slide 7 - Question ouverte
Door welke 2 dingen wordt het fenotype bepaald?
Slide 8 - Question ouverte
Chromosomen van de mens
Slide 9 - Diapositive
Welke geslachtschromosomen hebben jongens?
A
XX
B
XY
Slide 10 - Quiz
Dominant en Recessief:
Sommige genen zijn altijd te zien in je uiterlijk
Dominant
Sommige genen zie je alleen als je twee keer dezelfde hebt
Recessief
Slide 11 - Diapositive
Hoe noemen we het als je twee dezelfde genen hebt voor een erfelijke eigenschap?
A
Homozygoot
B
Heterozygoot
Slide 12 - Quiz
Wat is de schrijfwijze van een homozygoot recessieve eigenschap?
A
aa
B
Aa
C
AA
D
Aa/AA kan beide
Slide 13 - Quiz
Een man is heterozygoot voor een zwarte haarkleur. Wat is zijn genotype?
Slide 14 - Question ouverte
Sommige mensen hebben een uitstaande duim, waarbij het topje van de duim iets naar achteren wijst. Het gen voor een uitstaande duim (D) is dominant over het gen voor een rechte duim (d).
Welk genotype is of welke genotypen zijn mogelijk voor een uitstaande duim?
A
DD
B
Dd
C
dd
D
DD of Dd
Slide 15 - Quiz
Zwart haar is dominant: A, blond haar is Recessief, a
Hoeveel % kans heeft dit stel op een kind met zwart haar. Vul je antwoord in bij de volgende vraag.
Slide 16 - Diapositive
Hoeveel % kans heeft dit stel op een kind met zwart haar.
A
25%
B
50%
C
75%
D
100%
Slide 17 - Quiz
Stambomen
Hoe erven bepaalde eigenschappen over binnen een familie.
Rondje = vrouw
Vierkant = man
1 en 2 zijn ouders van 3, 4 en 5
Slide 18 - Diapositive
Een vrouwelijke zwarte cavia paart met een mannelijke zwarte cavia en 78 nakomelingen zijn zwart 23 zijn er bruin. Welk gen is dominant?
A
het gen voor de zwarte vachtkleur
B
het gen voor de bruine vachtkleur
Slide 19 - Quiz
Zwart haar (blauw vakje) is dominant. Wat is het genotype van het kind met blond haar (geel vakje)