Horeca&Dienstverlening: Winkels

Winkelen
Lesdoelen:

- Je weet dat er verschillende winkels zijn.
- Je weet welke producten in welke winkels te koop zijn
1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
PraktijkvakVoortgezet speciaal onderwijs

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Winkelen
Lesdoelen:

- Je weet dat er verschillende winkels zijn.
- Je weet welke producten in welke winkels te koop zijn

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Lien

welke winkels ken je?

Slide 3 - Carte mentale

supermarkt

Slide 4 - Diapositive

schrijf 3 dingen op die je in deze winkel kan kopen

Slide 5 - Question ouverte

bakker

Slide 6 - Diapositive

schrijf 3 dingen op die je in deze winkel kan kopen

Slide 7 - Question ouverte

slager

Slide 8 - Diapositive

schrijf 3 dingen op die je in deze winkel kan kopen

Slide 9 - Question ouverte

speelgoedwinkel

Slide 10 - Diapositive

schrijf 3 dingen op die je in deze winkel kan kopen

Slide 11 - Question ouverte

boekwinkel

Slide 12 - Diapositive

schrijf 3 dingen op die je in deze winkel kan kopen

Slide 13 - Question ouverte

bloemenwinkel

Slide 14 - Diapositive

schrijf 3 dingen op die je in deze winkel kan kopen

Slide 15 - Question ouverte

drogist

Slide 16 - Diapositive

schrijf 3 dingen op die je in deze winkel kan kopen

Slide 17 - Question ouverte

kledingwinkel

Slide 18 - Diapositive

schrijf 3 dingen op die je in deze winkel kan kopen

Slide 19 - Question ouverte

juwelier

Slide 20 - Diapositive

schrijf 3 dingen op die je in deze winkel kan kopen

Slide 21 - Question ouverte

bouwmarkt

Slide 22 - Diapositive

schrijf 3 dingen op die je in deze winkel kan kopen

Slide 23 - Question ouverte

opticiën

Slide 24 - Diapositive

schrijf 3 dingen op die je in deze winkel kan kopen

Slide 25 - Question ouverte

dierenwinkel

Slide 26 - Diapositive

schrijf 3 dingen op die je in deze winkel kan kopen

Slide 27 - Question ouverte

schoenenwinkel

Slide 28 - Diapositive

schrijf 3 dingen op die je in deze winkel kan kopen

Slide 29 - Question ouverte

je wilt bananen kopen, naar welke winkel ga je toe?
A
B
C
D

Slide 30 - Quiz

je hebt een nieuwe broek nodig, naar welke winkel ga je?
A
B
C
D

Slide 31 - Quiz

je koopt een bos bloemen voor je moeder, naar welke winkel ga je?
A
B
C
D

Slide 32 - Quiz

je wil een nieuwe Barbie kopen, naar welke winkel ga je?
A
B
C
D

Slide 33 - Quiz

je hebt een glas kapot laten vallen, in welke winkel koop je een nieuw glas?

Slide 34 - Question ouverte

Slide 35 - Lien

Slide 36 - Lien

Slide 37 - Diapositive