Oefentoets islam vwo 5

1 / 40
suivant
Slide 1: Diapositive
GodsdienstMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Wie was volgens de Sjiieten de eerste opvolger na Mohammed?
A
Aboe Bakr
B
Ali
C
Uthman
D
Mohammed al-Mahdi

Slide 2 - Quiz

In welke maand vasten moslims? En hoe komt het dat deze maand geen vaste plaats heeft op onze westerse kalender?

Slide 3 - Question ouverte

Welke van de volgende plichten hoort niet bij de vijf zuilen?
A
bidden
B
bedevaart naar Mekka
C
geloofsbelijdenis
D
vlees moet ritueel geslacht zijn

Slide 4 - Quiz

In welke plaats kreeg Mohammed een boodschap van de engel Gabriel?
A
Medina
B
Mekka
C
Jeruzalem
D
Rome

Slide 5 - Quiz

Naar welke plaats vlucht Mohammed?
A
Mekka
B
Medina
C
Jeruzalem
D
Rome

Slide 6 - Quiz

Hoe gingen moslims om met de inwoners van de veroverde gebieden?
A
Zij moesten verplicht moslim worden
B
Niet-moslims moeten een extra belasting betalen
C
Ze werden vermoord of als slaven verhandeld
D
Iedereen werd gelijk behandeld

Slide 7 - Quiz

Welke gebieden veroverden moslims?
A
Noord-Afrika
B
Midden-Oosten
C
Spanje
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 8 - Quiz

Hoe ontstond de scheiding tussen Soennieten en Sjiieten?

Slide 9 - Question ouverte

Onder welke dynastie vond de uitbreiding naar Spanje en de slag bij Poitiers plaats?
A
Abbasiden
B
Ommajjaden
C
Sjiieten
D
Qoeraisj

Slide 10 - Quiz

Wie hoeven er niet mee te doen aan het vasten?

Slide 11 - Question ouverte

Wat zijn de vijf zuilen van de Islam?

Slide 12 - Question ouverte

Hoe is de Koran georganiseerd?
A
Chronologisch: van oudste naar nieuwste
B
Chronologisch: van nieuwste naar oudste
C
Op lengte: van kortste naar langste
D
Op lengte: van langste naar kortste

Slide 13 - Quiz

Welke woorden worden uitgesproken ter oproep van het verplichte gebed?
Wat is een ander woord voor geloofsbelijdenis?
A
salat
B
shahada
C
ramadan
D
zakat

Slide 14 - Quiz

Ramadan is de naam van de maand, maar hoe heet de zuil waar het vasten bij hoort?
A
Salaat
B
Saum
C
Shahada
D
Hadj

Slide 15 - Quiz

Wat is de salat? Vat samen in 1 zin.

Slide 16 - Question ouverte

Hoe is de Koran ingedeeld?

Slide 17 - Question ouverte

Wie openbaarde de Koran aan Mohammed?

Slide 18 - Question ouverte

Hoe heet een hoofdstuk in de Koran?

Slide 19 - Question ouverte

Waar kreeg Mohammed zijn eerste openbaring?

Slide 20 - Question ouverte

Islam betekent ......

Slide 21 - Question ouverte

Hoe gaan moslims om met de Koran?

Slide 22 - Question ouverte

Wat is de zakat?

Slide 23 - Question ouverte

Welke stelling over de Ka'ba is niet waar?
A
Belangrijkste heiligdom binnen de islam
B
Vierkant gebouw in Medina
C
Bezocht bij hadj
D
Is gebouwd door Adam en herbouwd door Abraham

Slide 24 - Quiz

Hoe zag Mekka eruit bij de geboorte van de profeet Mohammed?

Slide 25 - Question ouverte

Waarom is Medina een heilige stad?

Slide 26 - Question ouverte

Mohammed vormde in
Medina de eerste gemeenschap van moslims. Deze wordt ook wel ... genoemd

Slide 27 - Question ouverte

Hoe gingen moslims om met de inwoners van de veroverde gebieden?
A
Zij moesten verplicht moslim worden
B
Niet-moslims moeten een extra belasting betalen
C
Ze werden tot slaaf gemaakt
D
Niemand mocht meer varkensvlees eten

Slide 28 - Quiz

Welke gebieden veroverden moslims?
timer
0:20
A
Noord-Afrika
B
Midden-Oosten
C
Spanje
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 29 - Quiz

Wie zijn de eerste vier kaliefen na Mohammed

Slide 30 - Question ouverte

Noem twee bijzonderheden over Aboe Bakr

Slide 31 - Question ouverte

Onder welke kalief kwam de gezaghebbende versie van de Koran tot stand?
A
Aboe Bakr
B
Omar
C
Ali
D
Oethman

Slide 32 - Quiz

in 570 na Christus...
A
verhuisde Mohammed naar Mekka
B
kreeg Mohammed zijn eerste openbaring
C
veroverde Mohammed Mekka
D
werd Mohammed geboren

Slide 33 - Quiz

Wat doet Mohammed als hij in 630 Mekka heeft veroverd?

Slide 34 - Question ouverte

Waarom werd Mohammed vervolgd in Mekka?
A
Vanwege zijn aanvallen op de handelaren in Mekka.
B
Vanwege zijn joodse afkomst.
C
Vanwege zijn kritiek op het polytheïsme en de afgodendienst.
D
Vanwege zijn succes in het verdienen van geld.

Slide 35 - Quiz

Wanneer vluchtte Mohammed van Mekka naar Medina?
A
590
B
622
C
630
D
632

Slide 36 - Quiz

Wat is de sharia?

Slide 37 - Question ouverte

Wat wordt bedoeld met Laylat al-Qadr (de waardevolle nacht)

Slide 38 - Question ouverte

Wat is het Offerfeest

Slide 39 - Question ouverte

Waarmee eindigt de Ramadan? En wat doen moslims dan?

Slide 40 - Question ouverte