professionaliseren les 4

Les 4 Professionaliseren
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
professionaliserenMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Les 4 Professionaliseren

Slide 1 - Diapositive

Doelen
- Zicht op eigen leerproces, kwaliteiten en ontwikkelpunten
- Je deskundigheid vergroten
- Deskundigheid delen met collega's 
-  Kennis van wet- en regelgeving
- Visie op sociaal werk

Slide 2 - Diapositive

Wat moet je doen?
opdracht 1
Sociale interventies
opdracht 2
Persoonlijk ontwikkelplan
opdracht 3
Oefenexamengesprek
bewijsstuk 1
Feedbacklijst
bewijsstuk 2
POP met SWOT-analyse

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

WMO
WLZ
Participatiewet
Deze wet regelt hulp en ondersteuning voor burgers, zodat zij zo lang mogelijk zelfstandig thuis kunnen wonen en deel kunnen blijven nemen aan de maatschappij. Het aanvragen van hulp en ondersteuning regel je via jouw gemeente. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor uitvoering. Gemeenten vragen een eigen bijdrage van de burger voor het ontvangen van ondersteuning, zoals huishoudelijke hulp en andere voorzieningen.
Deze wet regelt de zorg voor mensen die ‘blijvend behoefte hebben aan permanent toezicht of 24 uur zorg in de nabijheid’. Dat betekent dat iemand niet alleen kan worden gelaten. Daarnaast staat vast dat dit voor de rest van zijn leven zo is. Het gaat vooral om ouderen met vergevorderde dementie of mensen met een ernstige verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke handicap. Als iemand een indicatie heeft gekregen, dan heeft diegene recht op zorg en hoeft dus niet elke keer opnieuw beoordeeld te worden.
Iedereen die kan werken maar het op de arbeidsmarkt zonder ondersteuning niet redt, valt onder deze regeling. De wet moet ervoor zorgen dat meer mensen werk vinden, ook mensen met een arbeidsbeperking. 

Slide 5 - Question de remorquage

Wet passend onderwijs
Jeugdwet
Gemeenten hebben de plicht om jeugdhulp en ondersteuning te bieden. Dit doet de gemeente in de vorm van lokale teams (sociaal wijkteam) die samenwerken met huisartsen, scholen, jeugdgezondheidszorg en jeugdbescherming. Een doel is meer kinderen zo veel mogelijk thuis op te laten groeien, en alleen in een instelling op te vangen als dat echt nodig is. Daarom ligt er nadruk op het gebruik maken van de eigen kracht van jongeren, ouders en hun sociale netwerk. Het is belangrijk dat zij de regie blijven houden over hun leven. 
Alle leerlingen moeten een plek krijgen op een school die past bij hun kwaliteiten en hun mogelijkheden. Scholen bieden daarom extra hulp aan leerlingen die dit nodig hebben, zoals kinderen met leer- of gedragsproblemen. De overheid wil bereiken dat een kind naar een gewone school gaat als dat kan en alleen naar speciaal onderwijs gaat als intensieve begeleiding nodig is.

Slide 6 - Question de remorquage

AVG 
Verplichte meldcode huiselijk geweld
Deze wet gaat over de bescherming van persoonsgegevens. Mensen hebben meer privacyrechten, organisaties hebben meer verantwoordelijkheden en de toezichthouder heeft meer bevoegdheden. Door de komst van deze wet, hebben mensen meer mogelijkheden gekregen om voor zichzelf op te komen wanneer het gaat om de verwerking van hun gegevens. 
De regeling helpt professionals bij vermoedens van huiselijk geweld of kindermishandeling. Het gaat hierbij niet alleen om vermoedens van fysiek geweld, maar ook om vermoedens van psychisch of seksueel geweld en vermoedens van verwaarlozing. Aan de hand van de 5 stappen van de meldcode, bepalen professionals of ze een melding moeten doen bij Veilig Thuis en of er voldoende hulp kan worden ingezet.

Slide 7 - Question de remorquage

Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (WGS)
Wet kwaliteit klachten en geschillen zorg (WKKGZ)
In deze wet is vastgelegd dat de Gemeente verantwoordelijk is voor het armoedebeleid en het verlenen van hulp aan inwoners met financiële problemen. De hulpverlening heeft vrijwel altijd een integraal karakter. Dit betekent dat er niet alleen aandacht is voor het oplossen van de financiële problemen, maar ook voor psychosociale problemen of problemen rond de woonsituatie, gezondheid, verslaving of de gezinssituatie.
In deze wet staat vastgelegd wat goede zorg precies inhoudt en wat er moet gebeuren als mensen een klacht hebben over de zorg. Want uit onderzoek blijkt dat mensen niet altijd tevreden zijn over de manier waarop zorgverleners hun klacht afhandelen. De afhandeling van een klacht duurt lang en gebeurt op een onpersoonlijke manier. Mensen willen zich gehoord voelen. Deze wet geldt voor alle zorgaanbieders. Zowel voor zorginstellingen als zelfstandige beroepsbeoefenaren, zoals zzp’ers. Uitzondering geldt voor ondersteuning vanuit de WMO en Jeugdwet.

Slide 8 - Question de remorquage

Slide 9 - Diapositive

Iedereen die kan werken maar het op de arbeidsmarkt zonder ondersteuning niet redt, valt onder deze regeling. De wet moet ervoor zorgen dat meer mensen werk vinden, ook mensen met een arbeidsbeperking.
A
WMO
B
WLZ
C
Participatiewet
D
Jeugdwet

Slide 10 - Quiz

Deze wet regelt hulp en ondersteuning voor burgers, zodat zij zo lang mogelijk zelfstandig thuis kunnen wonen en deel kunnen blijven nemen aan de maatschappij.
A
WMO
B
WLZ
C
Participatiewet
D
Jeugdwet

Slide 11 - Quiz

Deze wet regelt de zorg voor mensen die ‘blijvend behoefte hebben aan permanent toezicht of 24 uur zorg in de nabijheid’
A
WMO
B
WLZ
C
Participatiewet
D
Jeugdwet

Slide 12 - Quiz

Dat was heftig he?!

Slide 13 - Diapositive

Maatschappelijke ontwikkelingen

Technologische ontwikkelingen

Vakinhoudelijke ontwikkelingen

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Opdracht
Ga naar https://thaesis.nl/maatschappij100/ 
kies één ontwikkeling die van invloed is op je doelgroep of 
op je manier van werken
timer
5:00

Slide 18 - Diapositive

Welke ontwikkelingen zijn relevant voor jouw werk?

Slide 19 - Carte mentale

Meer info?
Lees Hoofdstuk 15.4.2 op blz 295 uit het boek Sociaal Werk 2.

Slide 20 - Diapositive

Wie ben ik?

Slide 21 - Diapositive

Welk dier ben jij?

Slide 22 - Carte mentale

welke eigenschappen van een ander dier zou je meer willen ontwikkelen?

Slide 23 - Carte mentale

Wat kan er volgens jou beter bij je stageplek?

Slide 24 - Carte mentale

Planning
lesweek 5: POP uitwerken 
lesweek 6 en 7: oefenexamengesprekken
lesweek 8: reflectie
lesweek 9: .... ?

Slide 25 - Diapositive

Planning oefengesprekken
in duo's
17 maart
24 maart

Slide 26 - Diapositive

Wat neem je mee van vandaag? 

Slide 27 - Diapositive