Bijvoeglijk naamwoord

Voordat we gaan beginnen...
10 minuten lezen uit je leesboek
In stilte!
timer
10:00
1 / 48
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 48 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Voordat we gaan beginnen...
10 minuten lezen uit je leesboek
In stilte!
timer
10:00

Slide 1 - Diapositive

Doel
Aan het eind van deze les weet je hoe je een bijvoeglijk naamwoord op de juiste manier moet schrijven.

Slide 2 - Diapositive

Wat weet je al?

Slide 3 - Diapositive

Noteer een bijvoeglijk naamwoord

Slide 4 - Carte mentale

Theorie
De spelling van het bijvoeglijk naamwoord
Spelling H5

Slide 5 - Diapositive

Spelling van bijvoeglijke naamwoorden
De lange leerling paste niet op zijn stoel.

Het versleten boek bracht toch nog tien euro op.

Slide 6 - Diapositive

1. Toevoeging van de -e
A. Een bijvoeglijk naamwoord krijgt een -e bij:

* De-woorden;
De jonge docent is erg populair.
De nieuwe gebouwen zijn erg mooi. 

Slide 7 - Diapositive

B. Een bijvoeglijk naamwoord krijgt geen -e bij:
* Het lidwoord een voor een het-woord;

een nieuw gebouw
een mooi meisje

Slide 8 - Diapositive

Voorbeeld
De-woorden                                                           Het-woorden
De nieuwe auto                                                     Het nieuwe huis
Een nieuwe auto                                                   Een nieuw huis

Slide 9 - Diapositive

2. Stofaanduidingen
Wanneer een bijvoeglijk naamwoord iets aangeeft wat van stof gemaakt is, is het een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
Is het een 'nieuwe' stof zoals plastic of polyester, dan schrijf je geen uitgang. Bij een 'oude' stof schrijf je -(e)n.

Heb je wel eens naar De gouden kooi gekeken?
Zijn spullen zitten in een plastic tas. 

Slide 10 - Diapositive

Wat is juist?
A
Een opvallend programma
B
Een opvallende programma

Slide 11 - Quiz

Wat is juist?

A
Een gouden ring
B
Een goude ring

Slide 12 - Quiz

Wat is juist?

A
Een aluminiumen pan
B
Een aluminium pan

Slide 13 - Quiz

Wat is juist?

A
Het mooi jurkje
B
Het mooie jurkje

Slide 14 - Quiz

Wat is juist?

A
Een lief meisje
B
Een lieve meisje

Slide 15 - Quiz

Wat is juist?

A
Een houte stoel
B
Een houten stoel

Slide 16 - Quiz

Maandag 14 juni
Opdrachten 1 + 2 + 3 + 5
Bladzijde 155
Inleveren via Teams Opdrachten

Slide 17 - Diapositive

Voordat we gaan beginnen...
10 minuten lezen uit je leesboek
In stilte!
timer
10:00

Slide 18 - Diapositive

Doel
Vandaag ronden we Lezen H5 af
Daarnaast ga je leren hoe je een bijvoeglijk naamwoord op de juiste manier moet schrijven.

Slide 19 - Diapositive

Huiswerk nakijken
Spelling H5
Opdrachten 1, 2, 3 en 5 
Blz. 155

Slide 20 - Diapositive

Opdracht 3
1. impulsief
2. contactuele
3. gracieuze
4. misdadige
5. mysterieuze
6. principiële 

Slide 21 - Diapositive

Opdracht 5
1. rokerige - schadelijk - klachten - luchtwegen
2. baggerslib - ophoping - chemische
3. omliggende - dichtbevolking - agglomeratie
4. gelukkig - glamour - chique
5. regisseur - gehecht - tatoeage - flamingo
6. machine - chips - vochtigheid - signaleren

Slide 22 - Diapositive

Werkwoordspelling H5
Bijvoeglijk naamwoord

Slide 23 - Diapositive

Wat weet je al?

Slide 24 - Diapositive

Van welke twee deelwoorden kun je een bijvoeglijk naamwoord maken?

Slide 25 - Question ouverte

Welke regel hoort bij het schrijven van een bijvoeglijk naamwoord?

Slide 26 - Question ouverte

Het vlees is gebraden --> het ...... vlees

Slide 27 - Question ouverte

Het jurkje is geverfd --> het ..... jurkje

Slide 28 - Question ouverte

De stoel is bezet --> De .... stoel

Slide 29 - Question ouverte

het papier is verbrand --> het .... papier

Slide 30 - Question ouverte

de nagels zijn gelakt --> de .... nagels

Slide 31 - Question ouverte

de foto's zijn vergroot --> de ... foto's

Slide 32 - Question ouverte

Maandag 21 juni
Opdrachten 2 + 3 + 4
Bladzijdes 156 + 157
Inleveren via Teams Opdrachten

Slide 33 - Diapositive

Voordat we gaan beginnen...
10 minuten lezen uit je leesboek
In stilte!
timer
10:00

Slide 34 - Diapositive

Werkwoordspelling H5
Bijvoeglijk naamwoord

Slide 35 - Diapositive

Huiswerk nakijken
Opdrachten 1, 2 en 3
Blz. 156 + 157

Slide 36 - Diapositive

Weet je het nog?

Slide 37 - Diapositive

Ik heb dat laatst toch (zeggen)!

Slide 38 - Question ouverte

De raket (verwoesten) vorig jaar het gebouw van de overheid.

Slide 39 - Question ouverte

Je moet de (braden) gehaktballetjes als eerste serveren.

Slide 40 - Question ouverte

Hij (bereiden) de maaltijd al de hele middag voor.

Slide 41 - Question ouverte

Heeft hij de hele middag de maaltijd (voorbereiden)?

Slide 42 - Question ouverte

De (verbreden) weg wordt morgen geopend.

Slide 43 - Question ouverte

Hij (verwachten) al dat Nederlands de wedstrijd zou winnen.

Slide 44 - Question ouverte

Die vlek op mijn shirt komt door mijn (smelten) ijsje.

Slide 45 - Question ouverte

De (stellen) vragen waren al eens eerder beantwoord.

Slide 46 - Question ouverte

Vanmiddag (worden) de nieuwe single van Justin Bieber gedraaid.

Slide 47 - Question ouverte

Donderdag 24 juni
Opdrachten 4 + 5 + 6
Bladzijde 157
Inleveren via Teams Opdrachten

Slide 48 - Diapositive