K4, T10, paragraaf 4, De iris en de ooglens

Thema 10
Het zintuig
 
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavo, havoLeerjaar 1

Cette leçon contient 13 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Thema 10
Het zintuig
 

Slide 1 - Diapositive

Paragraaf 4

De iris en de ooglens

Slide 2 - Diapositive

Doelen
10.4.1 Je kunt beschrijven hoe de pupilreflex de grootte van de pupil regelt.
10.4.2 Je kunt beschrijven hoe op het netvlies een scherp beeld ontstaat.

Slide 3 - Diapositive

In deze lesson up:

  • Instructie paragraaf 4
  • Maken paragraaf 4

Slide 4 - Diapositive

Introductie paragraaf 4
Heb jij een dominant oog?
kijk met beide ogen door het rondje
 naar het plaatje
 Is het plaatje in het midden van het rondje?
doe je linkeroog dicht, terwijl je naar het plaatje kijkt
Gebeurt er iets? doe je linkeroog weer open
doe nu je rechteroog dicht,
 terwijl je naar het plaatje kijkt
 Gebeurt er nu iets?
 Hoe denk je dat dit komt?












Slide 5 - Diapositive

als fel licht het oog binnenvalt
als zwak licht het oog binnenvalt
=regenboogvlies
Pupilreflex

Slide 6 - Diapositive

ZIEN
Op de kop!!!
Toch zie je het recht.
Dat komt door je hersenen.

Slide 7 - Diapositive

SCHERP ZIEN
De lens kan platter en boller worden. 

Slide 8 - Diapositive

SCHERP ZIEN
De lens kan platter en boller worden. 

Slide 9 - Diapositive

bij het zien in de verte
bij het zien van dichtbij
Accomoderen

Slide 10 - Diapositive

VERAF ZIEN
De kringspieren werken als volgt  bij veraf:
• De kringspieren rond de lens ontspannen.
• De opening in de kringspieren rond de lens wordt groter
• De lensbandjes worden hierdoor strak gespannen en rekken de lens uit.
• De lens wordt daardoor minder bol, waardoor je scherp kunt zien in de verte.

Slide 11 - Diapositive

Dichtbij ZIEN
De kringspieren werken als volgt bij dichtbij:
• De kringspieren rond de lens trekken samen.
• De opening waarin de lens hangt, wordt kleiner 
• De lensbandjes verslappen.
• De lens wordt minder ‘uitgerekt’ en wordt door de elasticiteit boller. De lichtstralen buigen sterker af bij een bolle lens. Daardoor kun je een voorwerp dat dichtbij is (minder dan ongeveer 5 m) scherp zien.

Slide 12 - Diapositive

Huiswerk 
Lezen: thema 10 paragraaf 4 en 5
Maken: Thema 10 paragraaf 3 en 4
Leren: flitskaarten basisstof 1
en maken test jezelf

Slide 13 - Diapositive