Kaartjes en mailtjes schrijven

schrijven
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2ISK

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 35 min

Éléments de cette leçon

schrijven

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kaartjes, mails en berichten schrijven

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vandaag

  • Hoe schrijf ik een kaartje of berichtje?
  • Zelf een kaartje schrijven

Slide 3 - Diapositive

Kaartje van Casper laten zien
Playa de la Lanzada

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Diapositive

Post duurt lang. Een kaartje schrijven doen we niet zo vaak meer.  Maar berichtjes schrijven gebeurt veel vaker

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat schrijf je op een kaart?
  1.  Hallo...., Hoi...., Beste.......,
  2. Jouw bericht
  3. Afsluiten: Tot snel! Groetjes, 
  4. Jouw voornaam en als je wil ook je achternaam


Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lieve (voornaam)
of:
mama,
opa,
tante,
vriend,

Hoi (voornaam)

 

Beste (voornaam)


Begin: groeten

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe gaat het met jou? Ik ben in Parijs. Het is hier heel leuk. We hebben al veel gezien. 
Hoe gaat het met jou?  Ik wens je veel beterschap!
Gefeliciteerd met je verjaardag! Ik wens je een hele mooie dag. 
2. Jouw bericht

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik kan vandaag niet naar school komen. Ik ben ziek. Ik denk dat ik morgen weer op school ben.
Succes met je examens!  
We hebben huiswerk voor wiskunde. Je moet hoofdstuk 3 en 4 leren.
Het moet morgen klaar zijn.
2. Jouw bericht

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tot snel!

Liefs, 

Met vriendelijke groet, 

3. Afsluiten
Groetjes,
 
Groeten,

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

4. Jouw naam
voornaam 

en misschien ook je achternaam
(als jij dat wil)

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeeld
(1) Beste Jan,
(2) Super veel succes met je rijexamen!
(3) Groetjes,
(4) Kees

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Heb je wel eens een kaartje gekregen?
Ja
Nee

Slide 15 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions


Je schrijft een kaartje aan je oma. Hoe begin je?
A
Lieve oma,
B
Hoe gaat het?
C
Groetjes,

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Je schrijft een kaartje aan iemand in je klas. Hoe begin je?
A
Doei
B
Hoe gaat het?
C
Hoi

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Iemand is ziek. Wat schrijf je?
A
Beterschap
B
Succes
C
Gefeliciteerd

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Iemand moet examen doen. 
Wat schrijf je?
A
Beterschap
B
Veel succes
C
Gefeliciteerd

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Iemand is jarig. Wat schrijf je?
A
Beterschap
B
Succes
C
Gefeliciteerd

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Iemand is geslaagd voor zijn rijbewijs. Wat schrijf je?
A
Beterschap
B
Succes
C
Gefeliciteerd

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Je wilt iemand feliciteren met zijn nieuwe huis. Wat schrijf je?
A
Hallo
B
Hoe gaat het?
C
Groetjes,
D
Gefeliciteerd met je nieuwe huis.

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Wat zie je?
3531 HL
A
adres
B
postcode
C
huisnummer
D
plaats

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Wat zie je?
Rosestraat 14
A
huisnummer
B
postcode
C
adres
D
woonplaats

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Wat zie je?
12-a
A
adres
B
postcode
C
woonplaaats
D
huisnummer

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Wat zie je?
Rotterdam
A
adres
B
huisnummer
C
postcode
D
woonplaats

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe begin je een mail of een kaart?

Slide 27 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Je schrijft een kaart aan Maria.
Op de kaart vraag je hoe het met Maria gaat.

Slide 28 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Jan is jarig. Wat schrijf je op de kaart?

Slide 29 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Maya heeft examens. Wat schrijf je?

Slide 30 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Tom is ziek. Wat schrijf je op de kaart?

Slide 31 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe eindig je een kaart?

Slide 32 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat heb je geleerd?

Slide 33 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Heb je wel eens een kaartje gestuurd?
Ja, soms
Nee, nooit
Ja, vaak

Slide 34 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions